Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[eiser sub 1],
[eiser sub 2],
[eiser sub 1],
[eiser sub 2]en samen
[eisers],
1.[gedaagde sub 1],
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 1],
[gedaagde sub 2]en samen
[gedaagden],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 mei 2022;
- de akte overlegging producties 9 t/m 11 van [eisers];
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties 12 t/m 18;
- de akte overlegging productie 12 van [gedaagden],
- de akte overlegging producties 13 t/m 15 van [gedaagden];
- de mondelinge behandeling van 18 augustus 2022, waarbij partijen zijn verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Partijen hebben hun standpunten ter zitting nader toegelicht. De griffier heeft aantekeningen van de zitting gemaakt. Deze aantekeningen zijn aan het procesdossier toegevoegd.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
nietop het gebruik ten behoeve van een bedrijf. In dit verband wijzen [eisers] erop dat zich ten tijde van de vestiging van de erfdienstbaarheid slechts een woning op het perceel van [gedaagden] bevond. Met de vestiging van het glazenwassersbedrijf op dit perceel is de inrichting van het heersend erf gewijzigd en is de uitoefening van de erfdienstbaarheid aanzienlijk geïntensiveerd. Per dag wordt de laan een keer of twintig gebruikt ten behoeve van de bedrijfsvoering van [gedaagden] Dit zorgt voor overlast voor [eisers] wijzen er voorts op dat [gedaagde sub 2] met ingang van 1 januari 2022 een hondentrainingscentrum op het perceel heeft gevestigd, waarmee het perceel eveneens in strijd met de bestaande erfdienstbaarheid bedrijfsmatig wordt gebruikt, althans deze intentie is er omdat er een kantine op het perceel wordt gerealiseerd, aldus [eisers]