ECLI:NL:HR:2005:AU2397
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- R. Herrmann
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Burengeschil over erfdienstbaarheden met betrekking tot het gebruik van een tussen panden gelegen gang
In deze zaak gaat het om een burengeschil tussen WE Vastgoed B.V. en drie verweerders over erfdienstbaarheden met betrekking tot een gang die tussen hun panden ligt. WE Vastgoed, de eiseres tot cassatie, heeft de verweerders gedagvaard voor de rechtbank te Breda, waarbij zij vorderingen heeft ingesteld om de verweerders te veroordelen tot het afbreken van een uitbouw die zij in 2000 aan hun pand hebben gerealiseerd. Deze uitbouw zou de uitoefening van de erfdienstbaarheid, die in 1850 is gevestigd, onmogelijk maken. De rechtbank heeft de vorderingen van WE Vastgoed afgewezen en in reconventie de erfdienstbaarheid opgeheven, omdat de verweerders de gang niet meer konden gebruiken door de uitbouw van WE Vastgoed.
WE Vastgoed heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof, dat het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft WE Vastgoed cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank en het hof de erfdienstbaarheid correct hebben uitgelegd. De Hoge Raad oordeelt dat de erfdienstbaarheid niet het recht geeft om een etalage in de zijmuur van het pand te hebben, omdat de muur op de erfgrens staat en niet valt onder de omschrijving van de erfdienstbaarheid in de akte van 1850. De Hoge Raad verwerpt het beroep van WE Vastgoed en veroordeelt haar in de kosten van het geding in cassatie.