ECLI:NL:RBNNE:2022:1654
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding voor mijnbouwschade en weerlegging bewijsvermoeden
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 30 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een inwoner van [woonplaats], en het Instituut Mijnbouwschade Groningen, dat als verweerder optreedt. Eiseres had een aanvraag ingediend voor schadevergoeding wegens aardbevingsschade, die door verweerder was afgewezen in een primair besluit van 11 november 2020. Het bezwaar van eiseres tegen dit besluit werd ongegrond verklaard in een bestreden besluit van 13 juli 2021. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 23 februari 2022 werd behandeld. Tijdens de zitting waren zowel eiseres als haar gemachtigde en deskundige aanwezig, evenals de gemachtigde van verweerder en deskundige G. Dorman.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het bewijsvermoeden van artikel 6:177a van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is. De kern van het geschil was of verweerder het bewijsvermoeden ten aanzien van verschillende schades voldoende had weerlegd. De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende had aangetoond dat de schade niet het gevolg was van bodembeweging door gaswinning, en dat er onvoldoende onderzoek was gedaan naar de fundering en constructie van het pand. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de aanvraag van eiseres voor schadevergoeding voor de schades 1, 2, 3, 5 en 14 gegrond was en heeft verweerder opgedragen om een schadevergoeding van € 6.851,94 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens werd het betaalde griffierecht vergoed en werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.111,35.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid en motivering bij besluiten van bestuursorganen, vooral in zaken die betrekking hebben op schadevergoeding voor mijnbouwschade. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd voor zover het betrekking heeft op de genoemde schades, en heeft de zaak zelf in die zin voorzien.