Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
2.Overwegingen
Het verzoek
nietgericht waren op Nederland, waar de consument woonachtig is. Het enkele feit dat de internetsite van de exploitant ook in Nederland kon worden geraadpleegd, is naar het oordeel van het hof onvoldoende om aan te nemen dat van voormelde activiteiten sprake is. Bovendien richt de exploitant zich op consumenten uit allerlei landen. Die omstandigheid vloeit voort uit de toeristische aard van de activiteiten van de exploitant en is in combinatie met de algemene toegankelijkheid van een internetsite onvoldoende voor toepasselijkheid van de bijzondere bevoegdheidsregel van artikel 17 lid 1 sub c Brussel I-
bisVerordening [2] (hierna te noemen: Brussel I-
bisVo.), aldus het hof. Het arrest van het hof is zeer recent door de Hoge Raad bekrachtigd. [3]
bisVo. en de rechtbank heeft conform geoordeeld. De arresten van het hof en de Hoge Raad hebben echter tot gevolg dat de eindbeslissing over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter op een onjuiste juridische grondslag is komen te berusten. De rechtbank dient dan ook op deze eindbeslissing terug te komen. Op grond van beide arresten moet worden aangenomen dat het enkele feit dat een ondernemer in zijn land van herkomst toeristische activiteiten ontplooit waarbij tevens overeenkomsten worden gesloten met consumenten uit allerlei landen niet de conclusie kan worden getrokken dat de ondernemer zijn activiteiten daadwerkelijk 'op die staat richt'. Schatzbergbahn wijst op de volgende omstandigheden. Schatzbergbahn beheert en exploiteert de skilift en bijbehorende pistes in het skigebied Wildschönau, dat deel uitmaakt van het skigebied Ski Juwel. Schatzbergbahn maakt als exploitant geen gebruik van een internetsite en onderneemt ook anderszins geen reclameactiviteiten in Nederland. Voorts heeft [eiseres] haar skipas naar eigen zeggen aangeschaft via de exploitant van het skigebied Ski Juwel. De activiteiten van Ski Juwel kunnen echter niet gelden als de activiteiten van Schatzbergbahn. Ten slotte dient mee te wegen dat de rechtbank reeds heeft geoordeeld dat Oostenrijks recht van toepassing is. Op basis van het voorgaande moet worden geconcludeerd dat de bijzondere bevoegdheidsregel van artikel 17 lid 1 sub c Brussel I-
bisVo. (alsnog) niet van toepassing is en dat moet worden teruggevallen op de hoofdregel van artikel 4 lid 1 Brussel I-
bisVo, op grond waarvan (slechts) de Oostenrijkse rechter (de rechter van de woonplaats van Schatzbergbahn) bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen van [eiseres] .
bisVo. te worden beoordeeld.
bisVo, alsook dat de overeenkomst van partijen (slechts) kan vallen onder het bepaalde in artikel 17 lid 1 onder c Brussel I-
bisVo. Uit dit artikel, in samenhang bezien met artikel 18 lid 1 Brussel I-bis Vo., volgt dat de rechter van de woonplaats van de consument mede bevoegd is om van diens vordering kennis te nemen wanneer de overeenkomst is gesloten met een persoon die commerciële of beroepsactiviteiten ontplooit in de lidstaat waarin de consument woonplaats heeft, of dergelijke activiteiten met ongeacht welke middelen richt op die lidstaat, of op meerdere staten met inbegrip van die lidstaat, en de overeenkomst onder die activiteiten valt.
bisVo. uitdrukkelijk heeft
erkend.
bisVo., inzake de stilzwijgende forumkeuze, is bepaald dat buiten de gevallen waarin zijn bevoegdheid voortvloeit uit andere bepalingen van deze verordening, het gerecht van de lidstaat waarvoor de verweerder verschijnt bevoegd is. Dit voorschrift is - voor zover hier relevant - niet van toepassing indien de verschijning ten doel heeft de bevoegdheid te betwisten.
erkenden heeft vervolgens inhoudelijk verweer tegen het gevorderde gevoerd. Zodoende heeft Schatzbergbahn onder artikel 26 lid 1 Brussel I-bis Vo. althans artikel 11 Rv een stilzwijgende forumkeuze gemaakt, waarmee haar recht is komen te vervallen om nadien nog een beroep op de onbevoegdheid van de Nederlandse rechter te doen. [7]
bisVo. rechtsmacht toekomt om over het onderhavige geschil te oordelen.
maximaal twintig minutenaan de hand van spreekaantekeningen het standpunt van hun cliënt nader toe te lichten. Ook zal de rechtbank vragen aan partijen en hun advocaten stellen. De zitting zal tevens worden benut om te bezien of het treffen van een minnelijke regeling nog tot de mogelijkheden behoort.
3.BESLISSING
maximaal twintig minutenhet standpunt van hun cliënt kunnen toelichten aan de hand van spreekaantekeningen;