Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
€ 1.000,00 +
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 29 december 2021 uitspraak gedaan in een onteigeningskwestie tussen de Provincie Drenthe en [A] B.V. De Provincie Drenthe, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.J. Veldhuis, heeft de onteigening van een perceel grond aangevraagd, dat door [A] B.V. werd gebruikt voor een tuincentrum. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 3 maart 2021 de vervroegde onteigening uitgesproken en een voorschot op de schadeloosstelling vastgesteld. De deskundige heeft de werkelijke waarde van het onteigende perceel begroot op € 40.678,00, waarbij hij gebruik heeft gemaakt van de vergelijkingsmethode en de staffelmethode. De rechtbank heeft de deskundige gevolgd in zijn oordeel dat de werkelijke waarde van het perceel € 14,00 per m2 bedraagt, wat leidt tot een totale schadeloosstelling van € 49.329,28, inclusief BTW. De rechtbank heeft ook de kosten van deskundige en juridische bijstand vastgesteld op € 41.373,95. De Provincie Drenthe is veroordeeld tot betaling van het verschil tussen de vastgestelde schadeloosstelling en het reeds betaalde voorschot, vermeerderd met rente. De rechtbank heeft de deskundige en de advocaat van [A] in hun kosten in het gelijk gesteld, en de Provincie Drenthe is veroordeeld tot betaling van deze kosten.