ECLI:NL:HR:2013:BY0547
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Vervroegde onteigening en waardering van onteigende gronden in het kader van complexwaarde
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een vonnis van de rechtbank Utrecht, waarin de waardering van onteigende gronden aan de orde is. De onteigening vond plaats ten behoeve van de aanleg van een aansluiting op de Rijksweg A12 in de gemeente Woerden. De eiser, die de onteigende gronden bezat, stelde dat de waardering van de onteigende gronden op basis van de agrarische waarde niet correct was en dat deze op basis van de complexwaarde moest worden vastgesteld, omdat er een samenhang bestond tussen de onteigende grond en het gebied Leidsche Rijn. De rechtbank oordeelde echter dat er geen sprake was van een complex in de zin van de wet, omdat de aansluiting op de A12 een regionaal karakter had en niet als een deel van het complex Leidsche Rijn kon worden gezien.
Daarnaast vorderde de eiser vergoeding van inkomensschade gedurende de periode waarin hij geen vervangende grond had aangekocht. De rechtbank volgde de deskundigen in hun oordeel dat de inkomensschade gecompenseerd werd door de rente op het vrijkomende kapitaal. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank de onteigende gronden terecht had gewaardeerd op basis van de agrarische waarde en dat de vordering tot vergoeding van inkomensschade niet op de juiste wijze was onderbouwd.
In het arrest vernietigde de Hoge Raad het vonnis van de rechtbank en verwees de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling. Tevens werd de Staat in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. Dit arrest biedt belangrijke inzichten in de waardering van onteigende gronden en de toepassing van de relevante artikelen uit de Onteigeningswet.