Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[opposant 1],
1.Procesverloop
- de verzetdagvaarding van 22 februari 2021;
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland, is een verzetprocedure aan de orde waarin de opposanten, een uitzendonderneming en haar bestuurder, zich verzetten tegen een verstekvonnis van 5 januari 2021. Dit vonnis veroordeelde hen tot naleving van de NBBU cao voor Uitzendkrachten en het verlenen van medewerking aan een controle door de Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten (SNCU), met een forfaitaire schadevergoeding van € 100.000,- als gevolg van hun weigering om medewerking te verlenen aan het onderzoek. De opposanten betogen dat SNCU niet bevoegd is om deze vorderingen te doen en dat de schadevergoeding gematigd dient te worden. De kantonrechter oordeelt dat SNCU wel degelijk bevoegd is en dat de schadevergoeding terecht is opgelegd, aangezien de opposanten niet hebben voldaan aan hun verplichtingen onder de cao. De kantonrechter bevestigt dat de bestuurder van de uitzendonderneming, [opposant 2], persoonlijk aansprakelijk is voor de schade die voortvloeit uit het niet naleven van de cao, omdat hij als enig bestuurder verantwoordelijk is voor het beleid van de onderneming. De rechter wijst de vorderingen van de opposanten af en bekrachtigt het verstekvonnis, waarbij de proceskosten voor de opposanten worden vastgesteld op € 961,-.