Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[eiser] , te [plaats] , eiser
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Eindhoven, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Volgens de door ons ingediende aangifte heeft cliënt nog een belastingkorting vanwege aflopend verlies uit aanmerkelijk belang ad. € 8.673 welke in de ingediende aangifte is vermeld. Wij hebben u een uitdraai van de opstelling als bijlage bij deze brief gevoegd. Hieruit blijkt dat cliënt recht heeft op een teruggave ad. € 2.339 op de reeds eerder betaalde voorlopige aanslag Inkomstenbelasting 2015 ad. € 2.339”
De voorgestelde verruiming betreft in de inkomstenbelasting de verliezen voor zover zij voortvloeien uit een verlies uit onderneming (ondernemingsverlies) en in de vennootschapsbelasting het gehele verlies. Aan deze verruiming van de termijn voor voorwaartse verliesverrekening verbind ik de voorwaarde dat de inspecteur het ondernemingsverlies, onderscheidenlijk het verlies, bij voor bezwaar vatbare beschikking heeft vastgesteld.” (p. 2)
“3. Vaststelling van verliezen bij beschikking
“7. Toelichting op de artikelen
Op basis van de voorgestelde structurele regeling zullen ondernemingsverliezen onbeperkt voorwaarts kunnen worden verrekend, mits zij door de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking zijn vastgesteld. De belastingplichtige kan zo'n beschikking aanvragen bij de aangifte over het jaar waarin het ondernemingsverlies is geleden. De inspecteur is dan verplicht een aanslag vast te stellen, waarbij hij gelijktijdig het ondernemingsverlies vaststelt.” (p. 2)
Een verlies wordt verrekend met de inkomens van de drie voorafgaande en de acht volgende kalenderjaren.’ In artikel 51a, eerste lid, van die wet is vanaf 1995 bepaald dat de inspecteur het bedrag van een verlies van een jaar vaststelt bij voor bezwaar vatbare beschikking, gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag over dat jaar.
Een verlies wordt verrekend met de belastbare winsten, onderscheidenlijk de Nederlandse inkomens, van het voorafgaande jaar en de negen volgende jaren, mits het verlies door de inspecteur is vastgesteld bij voor bezwaar vatbare beschikking.”
binnenbox 2.
1. Indien de belastingplichtige en zijn partner in het kalenderjaar en het daaraan voorafgaande kalenderjaar geen aanmerkelijk belang hebben, wordt een nog niet verrekend verlies uit aanmerkelijk belang op verzoek van de belastingplichtige omgezet in een belastingkorting voor verlies uit aanmerkelijk belang. (…)
2. De belastingkorting bedraagt 25% van het nog niet verrekende verlies.
“2. Hoofdpunten Veegwet
“Artikel I, onderdeel AS (artikel 4.53 van de Wet inkomstenbelasting 2001)
3. Verliesverrekening aanmerkelijk belang
3. Verliesverrekening aanmerkelijk belang
C. Verrekening aanmerkelijkbelangverliezen
7. Verliesverrekening
binnenbox 2, maar om het overhevelen van een resterend verlies vanuit box 2 naar box 1. Tegen die achtergrond is het niet nodig om het resterende verlies eerst binnen box 2, overeenkomstig artikel 4.50 van de Wet IB 2001, bij voor bezwaar vatbare beschikking vast te stellen. De doelstellingen van dat artikel zijn immers niet langer actueel, omdat er geen aanmerkelijk belang meer is en er dus geen verliesverrekening binnen box 2 meer zal plaatsvinden.
verrekeningvan verliezen en ook niet om de verrekening van verliezen
binnen box 2.