Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de rechtbank het beroep ongegrond verklaarde. Belanghebbende had een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen ontvangen voor het jaar 2015, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 37.161. De Inspecteur had het bezwaar tegen deze aanslag ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in beroep ging. De rechtbank oordeelde dat de door belanghebbende gestelde verliezen uit de jaren 2008 tot en met 2010 niet konden worden verrekend, omdat deze verliezen niet bij beschikking waren vastgesteld. Het Hof bevestigt deze uitspraak en oordeelt dat de Inspecteur terecht de verrekening van de door belanghebbende gestelde verliezen heeft geweigerd. Het Hof wijst erop dat verliezen uit werk en woning alleen verrekend kunnen worden als ze bij beschikking zijn vastgesteld. De klacht van belanghebbende dat de rechtbank niet heeft ingestemd met het horen van een medewerker van de Inspecteur wordt door het Hof als niet relevant beschouwd, omdat de vraag of er daadwerkelijk verliezen zijn geleden in deze procedure niet aan de orde is. Het Hof concludeert dat het hoger beroep ongegrond is en ziet geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.