Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
€ 8.784,55
12.000,00
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 11 september 2014, zijn de hoger beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken van de rechtbank Haarlem ongegrond verklaard. De zaak betreft de aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor de jaren 2009 en 2010, waarbij belanghebbende verzocht om verrekening van verliezen uit eerdere jaren en aftrek van rente op een lening. De inspecteur had eerder aanslagen opgelegd, die door belanghebbende waren bestreden. De rechtbank had in haar uitspraak geoordeeld dat er geen verliesvaststellingsbeschikking was afgegeven voor de jaren voorafgaand aan 2009 en 2010, waardoor verrekening van verliezen niet mogelijk was. Het Hof bevestigde dit oordeel en stelde dat de kennis van belanghebbende over het aanvragen van een verliesvaststellingsbeschikking voor zijn rekening en risico kwam.
Daarnaast werd in geschil of de rente op de lening, verstrekt door [A], als aftrekbare kosten kon worden aangemerkt. Het Hof oordeelde dat de lening tot het privévermogen van belanghebbende behoorde, omdat er geen uit de ondernemingssfeer stammende onzekerheden waren over de afwikkeling van de lening. Hierdoor was er geen recht op aftrek van de rente als verlies uit onderneming. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde de hoger beroepen ongegrond, zonder termen voor een kostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en belanghebbende kan binnen zes weken beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad.