ECLI:NL:RBNNE:2021:2277
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
WOZ-waarde vaststelling en geschil over taxatie van onroerende zaak aan open vaarwater
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 25 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de vaststelling van de WOZ-waarde van een onroerende zaak, gelegen aan open vaarwater. Eiser, de eigenaar van de onroerende zaak, had bezwaar gemaakt tegen de door de heffingsambtenaar van de gemeente De Fryske Marren vastgestelde waarde van € 673.000 per 1 januari 2019. Eiser stelde dat de waarde lager moest zijn, namelijk € 581.000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de waarde aannemelijk heeft gemaakt door middel van een taxatierapport en een matrix, waarin rekening is gehouden met vergelijkingspercelen. De rechtbank oordeelde dat de ligging aan open vaarwater een zwaarwegend waardeverhogend aspect is en dat de heffingsambtenaar voldoende bewijs heeft geleverd voor de vastgestelde waarde. Eiser's argumenten en de door hem ingebrachte matrix werden als minder overtuigend beschouwd, vooral omdat deze geen vergelijkingspercelen aan open vaarwater bevatten. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en legde geen proceskostenveroordeling op. De uitspraak werd openbaar gemaakt op de maandag na de uitspraakdatum, en er werd een rechtsmiddel tegen de uitspraak aangegeven, waarbij hoger beroep mogelijk is binnen zes weken.