ECLI:NL:RBNNE:2021:1459
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding voor mijnbouwschade en schadebeperkingsplicht in Groningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 31 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil over schadevergoeding voor mijnbouwschade. Eiser, wonende in [plaats 1], had schade aan zijn woning in [plaats 2] geclaimd, die hij toeschreef aan mijnbouwactiviteiten in het Groningenveld. De verweerder, het Instituut Mijnbouwschade Groningen, had in een eerder besluit een schadevergoeding van € 3.021,85 toegekend, maar eiser was het niet eens met deze beslissing en had beroep ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schade aan de kelder van eiser is ontstaan door een hoekschade in de achtergevel van het gebouw, maar dat de oorzaak van deze schade niet uitsluitend kan worden toegeschreven aan bodembeweging door mijnbouwactiviteiten. De rechtbank oordeelde dat verweerder ten onrechte had gesteld dat eiser de schadebeperkingsplicht had geschonden. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen daarvan in stand, wat betekent dat de eerder toegekende schadevergoeding van € 3.573,92 inclusief rente blijft staan. Eiser heeft recht op vergoeding van het griffierecht en proceskosten, die door de rechtbank zijn vastgesteld op € 58,42. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om zorgvuldig om te gaan met schadeclaims en de onderbouwing van hun besluiten.