Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 december 2019;
- het proces-verbaal van comparitie van 9 maart 2020.
2.De feiten
bedoeld is: de gemeente Leek, toevoeging rechtbank) is voornemens het verkochte als volgt te gebruiken:
als grond ten behoeve van woningbouw, echter met inachtneming van het bepaalde zoals hierna in artikel 20 vermeld.
bedoeld is de gemeente Leek, toevoeging rechtbank) verplicht zich uiterlijk 1 juni 2006 aan verkoper (
bedoeld is [eiser] , toevoeging rechtbank) te leveren, die zich verplicht te aanvaarden een perceel grond gelegen ten westen van- en grenzend aan het bij verkoper in eigendom verblijvende gedeelte van gemeld perceel Leek, sectie [sectie letter] , nummer [perceelnummer 2] , uitmakende een op het terrein door zichtbare tekenen afgebakend
gedeeltevan het perceel kadastraal bekend
gemeente Leek, sectie [sectie letter] , nummer [perceelnummer 3], groot ongeveer vijftien are en zeventig centiare (+/- 15.70 are), voor een koopsom van twaalf euro en acht en veertig eurocent (€ 12,48) per vierkante meter (inclusief eventueel verschuldigde B.T.W.), vrij op naam;
gedeeltevan het perceel kadastraal bekend
gemeente Leek, sectie [sectie letter] , nummer [perceelnummer 3], groot ongeveer vijftien are en zeventig centiare (+/- 15.70 are),
geen bouwvlakis aangegeven. Dit is in tegenspraak met de afspraken die met de voormalig wethouder ruimtelijke ordening, dhr. [naam wethouder] , zijn gemaakt.
bouwgrond.
ruilenmet een perceel gemeentelijke grond. Dit geruilde perceel staat kadastraal bekend als: Leek, sectie [sectie letter] , nr. [perceelnummer 4] en grenst aan de westzijde van ons woonperceel aan de [straatnaam] [huisnummer] . Verder gold als voorwaarde, dat ik toestemming zou krijgen om, op termijn, een woning op het ruilperceel te realiseren. De toenmalige wethouder [naam wethouder] heeft destijds mondeling met deze voorwaarde ingestemd. Deze afspraak is bekrachtigd door het feit, dat de grond van het ruilperceel voor dezelfde m²-prijs aan mij is geleverd als de bouwgrond die ik aan gemeente Leek heb verkocht, ten behoeve van nieuwbouwplan [naam woonwijk] (dus bouwgrond voor bouwgrond).
3.Het geschil
4.Het standpunt van [eiser]
5.Het standpunt van de gemeente
over en weerhebben afgesproken om elkaar "bouwgrond" te leveren. Voor de grond die [eiser] van de gemeente heeft gekocht, geldt volgens de akte van levering uitdrukkelijk dat koper deze als "grond" gaat gebruiken. Daaronder kan geen "bouwgrond" worden verstaan. De overeengekomen vierkante meterprijs van € 12,48 had ook niets met de prijs van bouwgrond te maken. [eiser] heeft gezien het voorgaande van de gemeente de soort grond geleverd gekregen die hij op basis van de koopovereenkomst en de daaropvolgende akte van levering mocht verwachten. Van de door [eiser] gestelde wanprestatie van de gemeente ten tijde van het de levering van de grond, is daarmee geen sprake.
dit betreft een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst, toevoeging rechtbank), (ii) dwaling en (iii) onrechtmatige daad. De rechtbank is van oordeel dat de in het petitum van de dagvaarding opgesomde vorderingen, gelet op de formulering daarvan, evenwel niet anders kunnen worden begrepen dan dat zij enkel en alleen verband houden met het beroep van [eiser] op wanprestatie. Zij verwijzen niet (mede) naar het beroep van [eiser] op dwaling en onrechtmatige daad. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat [eiser] in het lichaam van de dagvaarding noch ter mondelinge behandeling (zelfstandige) juridische consequenties aan het beroep op dwaling (zoals vernietiging van de koopovereenkomst en/of schadeplichtigheid van de gemeente op die rechtsgrond) en onrechtmatige daad (schadeplichtigheid van de gemeente op die rechtsgrond) heeft verbonden. Dit zo zijnde, zal de rechtbank - bij gebrek aan onderbouwing - voorbijgaan aan het beroep van [eiser] op dwaling en onrechtmatige daad. In het vervolg van dit vonnis zal de rechtbank dan ook slechts (inhoudelijk) ingaan op het beroep van [eiser] op wanprestatie en de eventuele rechtsgevolgen daarvan.
nietbinnen genoemde termijn van twee jaar heeft gestuit. Vast staat immers dat [eiser] pas op 9 november 2014 - dus ruim vier jaar later - voor het eerst weer in de pen is geklommen, met zijn brief aan de gemeente Leek inzake zijn voornemen om een vergunning aan te vragen voor woningbouw op het gekochte perceel.