ECLI:NL:RBNNE:2019:280
Rechtbank Noord-Nederland
- Bodemzaak
- C.H. de Groot
- D.M. Schuiling
- M. Pelinck
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag loopbaanpremie op basis van Tijdelijke regeling overstap naar niet substantieel bezwarende functie
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 10 januari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een ambtenaar en de minister van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door de Dienst Justitiële Inrichtingen. De eiser, die van 4 maart 2002 tot 28 november 2016 werkzaam was in een substantieel bezwarende functie, heeft een aanvraag ingediend voor een loopbaanpremie (arrangement C) op basis van de Tijdelijke regeling overstap naar een niet substantieel bezwarende functie. De aanvraag werd door verweerder afgewezen, omdat eiser niet voldeed aan de voorwaarden van de regeling. De rechtbank oordeelde dat de loopbaanpremie in een loopbaangesprek 'voorgehouden' moest zijn en dat eiser zijn keuze voor een bepaald arrangement vóór de overstap naar een niet SB-functie kenbaar had moeten maken. Aangezien eiser op het moment van zijn aanvraag al geruime tijd niet meer in een SB-functie werkzaam was, werd de afwijzing van de aanvraag door de rechtbank terecht geacht. De rechtbank concludeerde dat verweerder de aanvraag zorgvuldig had voorbereid en deugdelijk had gemotiveerd.