Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 19 juli 2016 in de zaak tussen
[eiser] , h.o.d.n. Autobedrijf [naam] , te [woonplaats] , eiser
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Emmen, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
€ 7.077, de daarover bij verkoop verschuldigde btw van € 1.486 en de op basis van deze inkoopprijs verschuldigde Bpm van € 1.787 de feitelijke inkoopwaarde € 10.350 bedraagt. Als eiser voor herstel een bedrag van € 7.172 zou moeten betalen, dan heeft hij volgens verweerder na het herstel veel meer uitgegeven (namelijk € 17.522) dan hij voor een vergelijkbare auto op de Nederlandse inkoopmarkt zou moeten betalen (€ 11.075). Eiser heeft de auto verkocht voor € 11.500, en zou dan dus een verlies lijden. Uitgaande van de bij de aangifte voldane Bpm (€ 673) en de berekende Bpm op basis van de feitelijke inkoopprijs (€ 1.787), stelt verweerder dat de bij de aangifte voldane Bpm zowel in absolute als in relatieve zin aanzienlijk te laag is. Volgens verweerder was eiser zich ten tijde van het doen van aangifte bewust, althans moet hij zich ervan bewust zijn geweest, dat een aanzienlijk bedrag aan verschuldigde belasting niet zou worden voldaan. De aan de auto toegekende waarde staat in geen verhouding tot een reële waarde en het eigen aankoopcijfer. Verweerder concludeert dan ook dat eiser de vereiste aangifte niet heeft gedaan, zodat op eiser de omgekeerde en verzwaarde bewijslast dient te rusten.
€ 11.075. Evenmin is tussen partijen in geschil dat hierop, indien daarvan sprake is, een aftrek wegens waardevermindering als gevolg van schade dient te worden toegepast. Partijen houdt echter verdeeld of sprake is van een dergelijke waardevermindering. Tevens twisten partijen over het antwoord op de vraag of op de koerslijstwaarde een vermindering dient te worden toegepast vanwege het feit dat de auto werd gebruikt als huurauto.
€ 7.171,68 inclusief btw. De schadecalculatie is gebaseerd op herstel van alle schade en gebruikssporen en is uitgesplitst naar kosten van materiaal en arbeid voor plaat- en spuitwerk en nevenwerkzaamheden. Eiser heeft de gecalculeerde kosten van schadeherstel volledig in mindering gebracht op de koerslijstwaarde van € 11.075. Ter zitting heeft eisers gemachtigde verklaard dat de normale gebruiksschade € 500 is, hetgeen hij ontleent aan een algemene gebruikssporenmatrix.
€ 24.225 * 100% =) 57,38 %.
€ 4.183 =) € 1.782. Eiser heeft op aangifte € 673 voldaan, zodat de naheffingsaanslag dient te worden verminderd tot € 1.109.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar inzake de naheffingsaanslag en de boetebeschikking;
- vermindert de naheffingsaanslag tot een bedrag van € 1.109;
- vernietigt de boetebeschikking;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraken op bezwaar;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 167 aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 992.