Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.GROZA B.V.,
2.
AKTUA VASTGOED B.V.,
3.
[gedaagde 3],
4.
[gedaagde 4],
1.De procedure
2.De feiten
, waarom niet?beslis zelf
3.Het geschil
4.De beoordeling
Helaas blijven investeringen speculatief. En wij hopen net als u dat het binnen vijf jaar natuurlijk van bestemming wijzigt. Neemt niet weg, we proberen er wel zo open en eerlijk mogelijk in te zijn dat het natuurlijk ook 10 jaar, 20 jaar, en in het ergste geval helemaal niet kan plaatsvinden.” Op de vraag van de medewerker in dit gesprek of het klopt dat [eiser] dit al meerdere keren is verteld, heeft [eiser] te kennen gegeven dat dit klopte en dat hij wist waar hij aan begon. Bij de drie andere percelen waar dit geschil op ziet, is dit in de verificatiegesprekken op eenzelfde manier besproken. De stelling van [eiser] dat medewerkers van Aktua in het contact voorafgaand aan het verificatiegesprek altijd een berekening maakten van het rendement bij een bestemmingswijziging, meestal in het hoofd en bij perceel Dordrecht op een kladje, doet daar niet aan af. Het schetsen van mogelijk te behalen rendement bij een eventuele bestemmingswijziging levert geen oneerlijke handelspraktijk op. In de vooraf aan [eiser] toegezonden brochures stond immers (bij drie van de vier percelen) onder ‘Weet wat u doet!’ een duidelijke waarschuwing dat het handelen in grondposities speculatie is en dat dat - hoewel het verleden heeft laten zien dat verwacht kan worden dat gronden een goede autonome waardestijging zullen hebben - geen garantie is voor de toekomst. Ook is aangegeven dat Groza denkt dat de aangeboden percelen in meer of mindere mate op (langere) termijn een potentie hebben om een waardestijging door een bestemmingsplanwijziging mee te maken, maar of dit daadwerkelijk zal gebeuren alleen de toekomst kan uitwijzen (zie 2.5). Zelfs als een medewerker van Aktua een te rooskleurig beeld zou hebben geschetst door te suggereren dat bestemmingsplanwijziging op korte termijn zou kunnen plaatsvinden, wat gelet op de betwisting door Groza c.s. niet is komen vast te staan, is [eiser] voor en na dat contact voldoende gewaarschuwd voor het risico dat pas na langere tijd of in het geheel geen bestemmingsplanwijziging plaats zou vinden. De rechtbank volgt [eiser] daarom ook niet in zijn stelling dat de brochure had moeten vermelden dat de kans heel klein is dat er in de komende vijftien jaar een bestemmingswijziging plaatsvindt.
Onderhavige brochure heeft niet de pretentie volledig te zijn.”. In de brochures voor de andere drie percelen die onderwerp van deze procedure zijn, is ook expliciet opgenomen dat de verstrekte informatie meestal maar fragmenten zijn. [eiser] kan daarom in beginsel niet worden gevolgd in zijn stelling dat in de brochures onjuiste dan wel onvolledige informatie is verstrekt over de te verwachten bestemmingswijziging van de door hem aangekochte percelen. Dat een bestemmingswijziging voor deze percelen op dit moment niet te verwachten is, is niet strijdig met de mededelingen van Groza en Aktua.
of als Groza c.s.:
Nieuw woongebied in ontwikkeling. Van onjuistheid van die informatie is daarom niet gebleken. Ook niet door de algehele presentatie in de brochure. De opgenomen citaten zien weliswaar op de uitbreiding met een nieuwe woonwijk in de gemeente, maar dit kan bij de gemiddelde consument niet de indruk hebben gewekt dat ook perceel Oosthuizen op korte termijn in ontwikkeling zou worden genomen. Nergens in de brochure staat dat dit op grond van het (toen) geldende bestemmingsplan kon.
De aanduiding voor ‘zoekgebied landschapsbouw’ zal worden geschrapt, zowel op de kaart als in de legenda.
5.De beslissing
28 mei 2025.