ECLI:NL:RBNHO:2024:9480

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 september 2024
Publicatiedatum
16 september 2024
Zaaknummer
11151955 \ AO VERZ 24-15
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding en disfunctioneren

In deze zaak verzoekt de werkgever, Eurosort B.V., om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer, [verweerder]. De kantonrechter oordeelt dat het door de werkgever gestelde disfunctioneren geen redelijke grond oplevert voor ontbinding, maar dat de arbeidsovereenkomst wel ontbonden kan worden vanwege een verstoorde arbeidsverhouding. De werknemer verzoekt om een billijke vergoeding, omdat de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. Het tegenverzoek van de werknemer om de werkgever te veroordelen tot betaling van de volledige kosten van rechtsbijstand wordt afgewezen. De kantonrechter concludeert dat de werkgever onvoldoende bewijs heeft geleverd voor het disfunctioneren van de werknemer en dat de communicatie en samenwerking tussen partijen ernstig verstoord zijn. De kantonrechter kent de werknemer een billijke vergoeding toe van € 30.000,00 bruto en een transitievergoeding van € 3.688,00 bruto. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met ingang van 1 november 2024.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./repnr.: 11151955 \ AO VERZ 24-15
Uitspraakdatum: 19 september 2024
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Eurosort B.V.
gevestigd te 's-Graveland
verzoekende partij
verder te noemen: Eurosort
gemachtigde: mr. M. Maaijen en mr. C. Zweipfenning
tegen
[verweerder]
wonende te [plaats]
verwerende partij
verder te noemen: [verweerder]
gemachtigde: mr. B.J.L. Baas
De zaak in het kort
De werkgever in deze zaak verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer. De kantonrechter oordeelt dat het door de werkgever gestelde disfunctioneren geen redelijke grond oplevert voor ontbinding. Maar de arbeidsovereenkomst wordt wel ontbonden vanwege een verstoorde arbeidsverhouding. De werknemer verzoekt terecht om toekenning van een billijke vergoeding, omdat de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. Het tegenverzoek van de werknemer om de werkgever te veroordelen tot betaling van de volledige kosten van rechtsbijstand wordt afgewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Eurosort heeft een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. [verweerder] heeft een verweerschrift en een tegenverzoek ingediend.
1.2.
Op 8 augustus 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. Partijen hebben daar hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. Eurosort heeft ook pleitnotities overgelegd. Vóór de zitting heeft Eurosort bij brief van 2 augustus 2024 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[verweerder], geboren op [geboortedatum] 1990, is sinds 1 november 2021 in dienst bij Eurosort. De functie van [verweerder] is projectcoördinator met een salaris van € 3.530,91 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag.
2.2.
Op 2 februari 2023 heeft [verweerder] een beoordelingsgesprek gehad met [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]), zijn leidinggevende, en [betrokkene 2], HR-medewerker (hierna: [betrokkene 2]). In dat gesprek heeft [verweerder] een negatieve beoordeling gekregen. Die negatieve beoordeling heeft Eurosort doen besluiten een verbetertraject te starten.
2.3.
Op 22 februari 2023 heeft Eurosort een verbeterplan aan [verweerder] voorgelegd, ingaande per 1 maart 2023. Het verbeterplan had een vooraf vastgestelde duur van zes maanden. In het verbeterplan staat:
“1.2 Doel
Het doel van dit verbetertraject is dat we je onvoldoende functioneren kunnen omzetten in een positieve beoordeling voor de langere termijn. Om dit doel te bereiken zal er wekelijks een 1-1 overleg met [betrokkene 1] plaatsvinden waarin de punten aan bod komen als; wat gaat er goed? waar loop je tegen aan? Wat heb je nodig? etc. Daarnaast is er maandelijks een evaluatiemoment waarbij zowel [betrokkene 1] als [betrokkene 2] aanwezig zijn om te voortgang te bespreken. Om de voortgang te bewaken worden deze maandelijkse evaluaties schriftelijk (per e-mail) vastgelegd. Aan het einde van het verbetertraject vind er een eindevaluatie plaats waarin bepaald of je negatieve beoordeling omgezet kan worden in een positieve beoordeling.”
1.3.
Verwachtingen
De verwachting die wij van jou hebben is dat jij helder de proces stappen van de project coördinator onderscheidt (compleet overdragen van werkzaamheden en naleven werkprocessen).Daarnaast verwachten wij van jou dat jij input en output duidelijk(er) gaat omschrijven (communicatie). Dit is nodig om de overdracht naar andere collega’s te verbeteren.
Concreet betekent dit dat;
  • De verschillende stadia in een project duidelijk en op de milestones worden afgesloten, door;1. De voor/bij Design Freeze geldende documenten volledig en correct op te leveren aan de mechanical/electrical engineer zodat zij hun werkzaamheden kunnen uitvoeren;2. Wanneer het project bij einde engineering wordt vrijgegeven in de Vault (nu nog inschieten in Ridder) het ook werkelijk af is en er geen zaken later bijkomen. Dit betekent dat alle eventueel overblijvende risico’s in de designfase en engineeringsfase al duidelijk zijn en gecommuniceerd worden met de projectmanager en het afdelingshoofd.
  • Output wordt oa. zichtbaar in stuklijst in Ridder. Deze moet zonder problemen verwerkt kunnen worden door Supply onder de geldende afspraken en dus niet met afzonderlijke afspraken;
  • De controle/acceptatie door installatie moet zonder noemenswaardige opmerkingen verlopen. Met andere woorden; als er een stuklijst in Ridder staat, zouden er geen vragen of opmerkingen meer moeten zijn.”
2.4.
[verweerder] heeft het verbeterplan voor akkoord getekend.
2.5.
Op 15 maart 2023 heeft Eurosort in een e-mail aan [verweerder] geschreven: “
Leidinggevende is positief over de inzet en ontwikkeling die [verweerder] laat zien.
2.6.
In een e-mail van Eurosort aan [verweerder] van 24 maart 2023 staat: “
Ook [betrokkene 1] ziet dat je motivatie duidelijk voelbaar is en merkt dat je communicatie met betrokken afdelingen al veel beter verloopt. [betrokkene 1] erkent dat er bij escalatie soms nog wel eens ruis zit, maar je gaat hier goed mee om door hierover met je collega’s in gesprek te blijven. Wij zijn dan ook erg positief over de ontwikkeling die jij afgelopen maand hebt laten zien. Ga zo door!”
2.7.
Met een e-mail van 20 april 2023 doet Eurosort verslag van een evaluatiemoment en daarin wordt opgemerkt: “
Leidinggevende is positief over hoe [verweerder] zaken oppakt en regelt. Hij is serieus met zijn werk bezig en laat goede resultaten zien.”
2.8.
Op 5 mei 2023 meldt Eurosort in een e-mail aan [verweerder]: “
[betrokkene 1] heeft aangegeven heel tevreden te zijn over de verbetering die jij laat zien. Met name over je inzet heeft [betrokkene 1] zijn complimenten uitgesproken. Ook je communicatie verloopt heel goed. Op dit moment word jij alleen gehinderd door de EuroSort structuur (van bovenaf) waardoor het soms lastig voor jou is/word om de juiste processen te handhaven. [betrokkene 1] heeft hierover aangegeven dat hij dit bij [betrokkene 3] heeft benoemd en dat [betrokkene 3] heeft bevestigd dat dit op een ander niveau opgepakt gaat worden. Wel willen wij beide benadrukken dat deze hindering geen invloed heeft op je beoordeling tijdens dit traject. (…) Wanneer jij deze ontwikkeling weet vast te houden, dan hebben wij alle vertrouwen in een positieve afronding.”
2.9.
In een e-mail van 23 mei 2023 noteert Eurosort: “
We hebben de afgelopen 3 maanden gezien dat je het verbetertraject tot nu toe serieus en met grote inzet hebt opgepakt en dat er ook verbetering is. We zijn daar ook erg positief over en zien nog steeds je potentie.”
2.10.
Op 30 mei 2023 doet Eurosort verslag van een maandevaluatie en daarin staat: “
Op dit moment merken wij op dat jij heel actief bezig bent met het voor jezelf afkaderen van taken en verantwoordelijkheden om op deze manier meer duidelijkheid te creëren, wat uiteraard ook goed is. dit zorgt er alleen voor, doordat jij alles afkaderd en hier volledig gefocust op bent, het teamspirit “we doen het samen” gevoel ontbreekt binnen je projectteam. Hierdoor wordt ook je manier van aansturen niet prettig ervaren door de Engineers (…) We hebben er echter alle vertrouwen in dat jij, met de inzet die jij de afgelopen periode hebt laten zien, in staat bent om jezelf hierin te ontwikkelen en tot een duurzame verbetering te komen.”
2.11.
Met een e-mail van 29 juni 2023 doet Eurosort verslag van een volgende maandevaluatie en merkt daarin het volgende op: “
Betreft de afgelopen periode; hierover hebben we bij jou aangegeven dat het op dit moment erg rustig is. Er zijn weinig projecten, veel staat onhold waardoor er weinig interactie is geweest met andere afdeling. Hierdoor is je voortgang lastig te bepalen. (…)”
2.12.
In een e-mail van 7 juli 2023 van Eurosort staat: “
Mede de reden van deze evaluatie was omdat in de communicatie mbt de hekjes voor [betrokkene 4] je in de manier van overdracht toch weer mensen eerst tegen je in het harnas jaagt en frustratie en soms zelfs boosheid opwekt die later weer gesust moet worden. Dit was 1 van de hoofdredenen van dit verbetertraject en hierdoor is er bij mij steeds meer het gevoel dat wij niet op 1 lijn zitten en je manier van communiceren niet is verbeterd na 4 maanden. Hierbij krijg ik sterke twijfel of het verbetertraject wel een goede uitkomst gaat krijgen. Een andere reden die ik aangaf was de communicatie met purchase ([betrokkene 5] en [betrokkene 6]) waarbij je zaken benoemd die betrekking hebben op de afdeling welke je dan weer niet met mij bespreekt. Dit geeft de indruk dat je mij als leidinggevende passeert.”
2.13.
In een e-mail van 14 juli 2023 heeft Eurosort (onder meer) geschreven: “
Zoals aangegeven ligt onze zorg met name op het gebied van communicatie. Recent hebben er een aantal incidenten plaatsgevonden die wederom de nodige emoties bij jouw collega’s hebben losgemaakt. Ook blijf jij aangeven dat je verwachtingen concreet en specifiek wil hebben, dit terwijl wij onze verwachtingen concreet voor je uiteen hebben gezet door een verbetertraject met jou te starten. (…) Wat wij echter ook van jou mogen verlangen is dat je bepaalde vaardigheden in je hebt die ons inziens nodig zijn om je rol als projectcoördinator te vervullen; zoals situaties aanvoelen, maar we zien steeds dat je terugvalt in je oude patroon. Dat het ons, ondanks alle inspanningen, dan ook nog steeds niet lukt om de boodschap over te dragen en wij inmiddels ruim vier maanden onderweg zijn, baart ons extra zorgen. (…) Tot slot hebben wij aangegeven dat wij dit wel als een laatste kans zien. Indien jij de komende periode niet op het niveau komt wat wij van jou verwachten, dan zijn we genoodzaakt om andere stappen te ondernemen met gevolg tot demotie of het beëindigen van onze arbeidsrelatie.”
2.14.
Op 24 augustus 2023 heeft een gesprek plaatsgevonden over de eindevaluatie van het verbetertraject. In dat gesprek heeft [betrokkene 2] aan [verweerder] meegedeeld dat Eurosort het dienstverband met [verweerder] wil beëindigen, omdat het verbetertraject onvoldoende tot verbetering heeft geleid. Dat gesprek is bevestigd in een e-mail van 24 augustus 2023.
2.15.
[verweerder] heeft zich direct na afloop van dit gesprek ziekgemeld.
2.16.
Op 27 september 2023 heeft Eurosort aan [verweerder] in het kader van zijn re-integratie een (concept) Plan van Aanpak gestuurd. Daarin staat (onder meer) het volgende:
“Welke mogelijkheden ziet de werkgever voor de werknemer om weer (meer) te gaan werken?
Antwoord Eurosort: “Gelet op de huidige arbeidsongeschiktheid, zien wij op dit moment geen mogelijkheden voor werknemer om weer (deels) aan het werk te gaan.
Daarnaast zien wij na een verbetertraject van 6 maanden helaas ook geen mogelijkheden tot terugkeer in eigen/ander werk bij huidige werkgever. Zodra werknemer zijn gezondheid het toelaat, dan gaan wij hierover graag met werknemer in gesprek om onze arbeidsrelatie in goede harmonie af te sluiten.”
2.17.
Partijen zijn op advies van de bedrijfsarts een mediationtraject gestart. De mediation is inmiddels geëindigd.
2.18.
De bedrijfsarts heeft in een rapportage van 15 juli 2024 onder andere genoteerd dat [verweerder]
“marginale mogelijkheden”heeft en dat het wachten is op een uitspraak van de rechter voordat [verweerder] een aanvang kan maken met zijn herstel.

3.Het geschil

3.1.
Eurosort verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden vanwege disfunctioneren, dan wel een verstoorde arbeidsverhouding of een combinatie van omstandigheden. Eurosort heeft daaraan ten grondslag gelegd – kort gezegd – dat zij niet tevreden is over de wijze waarop [verweerder] zijn functie van projectcoördinator uitoefent, en dat [verweerder] na het doorlopen van een verbetertraject zijn functioneren onvoldoende heeft verbeterd. Verder stelt Eurosort dat de arbeidsverhouding tussen partijen ook ernstig en duurzaam is verstoord.
3.2.
[verweerder] verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. [verweerder] betwist dat hij ongeschikt is voor het verrichten van zijn functie en hij wijst erop dat hij geen serieuze en reële verbeterkans heeft gekregen. Voor zover er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, meent [verweerder] dat Eurosort die heeft veroorzaakt en dat dit in de weg staat aan ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Voor het geval de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, verzoekt [verweerder] om een billijke vergoeding van
€ 86.855,59 bruto toe te kennen. Verder wordt bij wijze van tegenverzoek verzocht om Eurosort te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding en de volledige proceskosten.

4.De beoordeling

het verzoek

4.1.
Het gaat in deze zaak in de eerste plaats om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden.
4.2.
Een arbeidsovereenkomst kan alleen worden ontbonden als daar een redelijke grond voor is. In de wet is bepaald wat een redelijke grond is. [1] Ook is voor ontbinding vereist dat herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt. [2]
4.3.
De kantonrechter oordeelt dat het gestelde disfunctioneren geen redelijke grond is voor ontbinding, maar de verstoorde arbeidsverhouding wel. Dat oordeel wordt hierna toegelicht.
4.4.
Het ligt op de weg van Eurosort om het disfunctioneren van [verweerder] voldoende aannemelijk te maken. Eurosort is daarin niet geslaagd, omdat het gestelde disfunctioneren niet deugdelijk is gemotiveerd en onderbouwd. Daarbij is het volgende van belang.
4.5.
In het hiervoor genoemde verbeterplan van 22 februari 2023 heeft Eurosort vermeld dat [verweerder] zijn
“input en output”duidelijk(er) moet gaan omschrijven en beter moet gaan communiceren met het oog op de
“overdracht naar andere collega’s”. Daarbij zijn enkele punten genoemd, die erop neerkomen dat documenten volledig en correct opgeleverd moeten worden, dat projecten afgemaakt moeten worden en dat zaken zonder problemen verwerkt kunnen worden, zonder dat er later aspecten of vragen bijkomen. Echter, Eurosort heeft in het verzoekschrift, in de stukken en op de zitting geen feitelijke en concrete voorbeelden gegeven ten aanzien van punten waarop [verweerder] dan tekortschiet in zijn functioneren. Het had temeer op de weg van Eurosort gelegen om het disfunctioneren concreet te motiveren, omdat [verweerder] de stellingen daarover van Eurosort heeft betwist en erop heeft gewezen dat die stellingen te vaag en onduidelijk waren.
4.6.
Daarbij komt dat Eurosort gaandeweg het verbetertraject bij herhaling heeft aangegeven dat [verweerder] zijn functioneren duidelijk had verbeterd en dat zijn communicatie goed verloopt. Dat blijkt uit de hiervoor genoemde e-mails in de periode van 15 maart 2023 tot en met 23 mei 2023. Daaruit blijkt ook dat [verweerder] in zijn functioneren wordt gehinderd door de organisatiestructuur binnen Eurosort, maar dat dit door Eurosort niet zal worden aangemerkt of aangerekend als disfunctioneren. Ook dit wijst er vooral op dat er geen of onvoldoende aanwijzingen (meer) zijn dat [verweerder] nog tekortschiet in zijn functioneren, waar het gaat om zijn communicatie.
4.7.
Vervolgens heeft Eurosort in haar e-mails van 30 mei 2023, 7 juli 2023 en 14 juli 2023 als kritiek genoemd dat binnen het team van [verweerder] een gevoel van
“teamspirit”ontbreekt, dat [verweerder] de indruk geeft dat hij zijn leidinggevende passeert, en dat incidenten hebben plaatsgevonden die de nodige emoties bij zijn collega’s hebben losgemaakt. Maar het gaat hier om kritiekpunten die eerder niet aan de orde zijn gesteld en die ook niet worden vermeld in het verbeterplan van 22 februari 2023. En ook hier geldt dat Eurosort tegenover de betwisting door [verweerder] onvoldoende heeft toegelicht of geconcretiseerd waarin [verweerder] tekortschiet.
4.8.
In de e-mail van 24 augustus 2023 heeft Eurosort een eindevaluatie van het verbetertraject opgenomen en meegedeeld dit traject onvoldoende tot verbetering heeft geleid. Daarbij zijn twee concrete voorbeelden genoemd van disfunctioneren, te weten dat [verweerder] zijn werkzaamheden voorafgaand aan zijn vakantie onvoldoende heeft overgedragen en dat hij de communicatie met een klant ten onrechte bij een collega heeft neergelegd. [verweerder] heeft daarop gereageerd in een e-mail van 14 september 2023, waarbij hij de genoemde voorbeelden uitgebreid en gemotiveerd heeft weersproken. [verweerder] heeft daarbij toegelicht dat de overdracht en de communicatie met de klant juist correct is verlopen en in overleg met zijn leidinggevende, en dat hij op het moment van de overdracht daarop niet is aangesproken. Eurosort heeft niet inhoudelijk gereageerd op die e-mail, en is daarop niet ingegaan in het verzoekschrift en de pleitnotities. Ook nadat daarnaar is gevraagd op de zitting, heeft Eurosort de reactie van [verweerder] onvoldoende kunnen weerleggen. In dit kader is dus evenmin aangetoond dat sprake is geweest van disfunctioneren.
4.9.
De conclusie is daarom dat het gestelde disfunctioneren onvoldoende aannemelijk is gemaakt door Eurosort.
4.10.
Ook als sprake zou zijn van disfunctioneren, levert dit geen redelijke grond op voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Er geldt immers ook de wettelijke eis dat Eurosort [verweerder] in voldoende mate de gelegenheid moet hebben gegeven om zijn functioneren te verbeteren. [3] Aan die eis wordt niet voldaan. Dat wordt hierna toegelicht.
4.11.
In het verbeterplan van 22 februari 2023 zijn concrete doelstellingen genoemd. Uit de stukken, en met name de eindevaluatie van 22 augustus 2023, blijkt niet dat is beoordeeld of die doelstellingen zijn behaald. Alleen al daarom schiet het verbetertraject tekort. Daarbij komt dat Eurosort niet heeft weersproken de stelling van [verweerder] dat ongeveer 80% van de in het verbeterplan afgesproken wekelijkse begeleidings- en beoordelingsgesprekken niet hebben plaatsgevonden en zijn geannuleerd. Bovendien is aan [verweerder] gaandeweg het verbetertraject bij herhaling meegedeeld dat hij zijn functioneren duidelijk had verbeterd, zoals hiervoor al is overwogen, en zijn pas aan het eind van dat traject nieuwe en andere punten van kritiek aan de orde gesteld. [verweerder] had daardoor nog maar zeer beperkt tijd om de gewenste verbetering te laten zien, ook omdat Eurosort heeft geweigerd om het verbetertraject te verlengen.
4.12.
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel [verweerder] ook niet in voldoende mate in de gelegenheid is gesteld om zijn functioneren te verbeteren.
4.13.
Het gestelde disfunctioneren kan dus geen ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen.
4.14.
Er is wel sprake van een zodanig duurzaam en onherstelbaar verstoorde arbeidsverhouding dat van Eurosort in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Daarover overweegt de kantonrechter het volgende.
4.15.
De kantonrechter stelt vast dat partijen elkaar steeds meer en vaker verwijten zijn gaan maken tijdens en na het verbetertraject. Eurosort verwijt [verweerder] dat hij een gebrek heeft aan commitment, inzicht en vaardigheden, en geen constructieve houding laat zien, terwijl [verweerder] vindt dat hij door Eurosort is ontwricht en gebroken. Partijen blijven ook fundamenteel van mening verschillen over het functioneren van [verweerder] en over de wijze waarop de arbeidsrelatie nog een succes zou kunnen worden. Er heeft mediation plaatsgevonden op advies van de bedrijfsarts, maar dit heeft niet tot enig resultaat of enige verbetering van de arbeidsrelatie geleid. De bedrijfsarts heeft in de hiervoor genoemde rapportage van 15 juli 2024 genoteerd dat de prognose op terugkeer in het eigen werk niet gunstig lijkt, gezien de conflictsituatie, dat [verweerder]
“marginale mogelijkheden”heeft en dat het wachten is op een uitspraak van de rechter voordat [verweerder] een aanvang kan maken met zijn herstel. Gelet hierop ziet de kantonrechter niet in dat de arbeidsrelatie nog enige toekomst heeft en evenmin dat nog herstel van die relatie mogelijk is.
4.16.
De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst daarom ontbinden wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Daaraan staat niet in de weg de stelling van [verweerder] dat die verstoring overwegend is te wijten aan Eurosort. [4] Herplaatsing van [verweerder] is niet mogelijk, gelet op de aard en ernst van de verstoorde arbeidsverhouding.
4.17.
Er is sprake van een opzegverbod tijdens ziekte. Echter, dit opzegverbod staat niet in de weg aan ontbinding, omdat de ontbinding wegens een verstoorde arbeidsverhouding geen verband houdt met de ziekte van [verweerder]. [5] Er is immers ook een redelijke grond voor ontbinding als de ziekte en arbeidsongeschiktheid van [verweerder] worden ‘weggedacht’. [6] Overigens is er ook voldoende aanleiding om aan het opzegverbod voorbij te gaan, omdat sprake is van omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst in het belang van [verweerder] behoort te eindigen. [7] Uit de rapportage van de bedrijfsarts van 15 juli 2024 kan namelijk worden afgeleid dat het herstel van [verweerder] wordt belemmerd of bemoeilijkt zolang de arbeidsovereenkomst voortduurt.
4.18.
De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek van Eurosort zal toewijzen. Het einde van de arbeidsovereenkomst zal worden bepaald op 1 november 2024. Dat is de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geëindigd. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de duur van deze procedure, omdat de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Eurosort, zoals hierna zal worden toegelicht.
4.19.
De kantonrechter ziet aanleiding om aan [verweerder] een billijke vergoeding toe te kennen. Een billijke vergoeding kan worden toegekend als de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. [8] Dat zal zich alleen voordoen in uitzonderlijke gevallen en als een werkgever de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst in ernstige mate schendt. Bij de beoordeling of de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. [9] In dit geval is sprake van dergelijk ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. Daarbij is het volgende van belang.
4.20.
Eurosort heeft [verweerder] geconfronteerd met de mededeling dat sprake is van disfunctioneren, zonder voldoende aannemelijk te maken dat sprake is van ongeschiktheid, en heeft geconcludeerd dat een verbetertraject niet tot resultaat heeft geleid, zonder een voldoende serieus en reëel verbetertraject te doorlopen. Eurosort is niet of onvoldoende ingegaan op het weerwoord van [verweerder] bij verschillende gelegenheden, maar heeft haar wens om te komen tot beëindiging van de arbeidsrelatie doorgezet. Vanwege het gestelde disfunctioneren heeft Eurosort na de ziekmelding van [verweerder] ook niet meer willen werken aan de re-integratie van [verweerder], hoewel zij daartoe wel verplicht was. Dit handelen en nalaten van Eurosort is ernstig verwijtbaar en de directe oorzaak en aanleiding voor de verstoring van de arbeidsverhouding. Dit betekent dat de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Eurosort.
4.21.
Voor het vaststellen van de hoogte van de toe te kennen billijke vergoeding zijn in rechtspraak uitgangspunten geformuleerd. [10] De kantonrechter moet bij het bepalen van de billijke vergoeding rekening houden met alle omstandigheden van het geval en die vergoeding moet daarbij aansluiten. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Ook met de gevolgen van de ontbinding kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. De billijke vergoeding heeft geen bestraffend doel, maar met de billijke vergoeding kan ook worden tegengegaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.
4.22.
De kantonrechter kent aan [verweerder] een billijke vergoeding toe van € 30.000,00 bruto. Hieronder licht de kantonrechter toe welke omstandigheden daarbij zijn meegewogen.
4.23.
De kantonrechter zal bij het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding om te beginnen rekening houden met de te verwachten inkomensschade van [verweerder] als gevolg van de ontbinding (soms ook aangeduid als ‘de waarde van de arbeidsovereenkomst’). Daarbij moet ook worden bezien hoe lang de arbeidsovereenkomst nog zou hebben geduurd, als het ernstig verwijtbaar handelen van Eurosort achterwege was gebleken, na afweging van goede en kwade kansen. [11]
4.24.
De kantonrechter volgt [verweerder] in zijn stelling dat er aanleiding bestaat om aan te nemen dat [verweerder] nog ieder geval twee jaar bij Eurosort in dienst had kunnen blijven, als het ernstig verwijtbaar handelen van Eurosort achterwege was gebleven. Immers, daar waar Eurosort het gestelde disfunctioneren niet voldoende aannemelijk heeft kunnen maken, valt niet in te zien dat de arbeidsovereenkomst op korte termijn om die reden had kunnen worden beëindigd. En als dat disfunctioneren wel aannemelijk zou zijn gemaakt, had eerst een voldoende serieus en reëel verbetertraject moeten worden doorlopen. Voor zover [verweerder] wegens ziekte ongeschikt blijft voor zijn werk, valt ook te verwachten dat de arbeidsovereenkomst pas na verloop van twee jaar had kunnen worden beëindigd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. De kantonrechter gaat daarom uit van een te verwachten duur van de arbeidsovereenkomst van twee jaar.
4.25.
De inkomensschade van [verweerder] over die periode kan worden geschat op een bedrag van € 26.000,00‬‬ bruto. Daarbij is uitgegaan van een schatting van de inkomensschade aan de hand van het door [verweerder] genoemde maandsalaris van € 3.618,98 bruto per maand (inclusief vakantietoeslag) over een periode van twee jaar, verminderd met de andere inkomsten die [verweerder] naar redelijke verwachting nog kan verkrijgen, ter hoogte van ongeveer 70% van eerdergenoemd maandsalaris over een periode van twee jaar, dus ongeveer € 2.533,29 bruto per maand (inclusief vakantietoeslag). Daarbij is tot uitgangspunt genomen dat [verweerder] ofwel een ZW-uitkering zal kunnen verkrijgen dan wel inkomsten uit andere arbeid, tot ongeveer 70% van zijn loon bij Eurosort. Gelet op de huidige arbeidsmarkt, de ervaring en het arbeidsverleden van [verweerder], is aannemelijk dat [verweerder] in ieder geval in staat zal zijn om een inkomsten uit andere arbeid te verkrijgen dat genoemd bedrag te verkrijgen.
4.26.
Verder weegt de kantonrechter bij de bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding mee dat aannemelijk is dat [verweerder] enige immateriële schade heeft geleden door het ernstig verwijtbaar handelen van Eurosort, en dat met de billijke vergoeding mede kan worden tegengegaan dat Eurosort ervoor kiest een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.
4.28.
Bovenstaande uitgangspunten leiden ertoe dat de kantonrechter aan [verweerder] een billijke vergoeding toekent van € 30.000,00 bruto. Daarmee wordt [verweerder] naar het oordeel van de kantonrechter voldoende gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen van Eurosort‭‬, mede gelet op de relatief korte duur van het dienstverband.‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬
4.29.
Bij de vaststelling van de hoogte van de billijke vergoeding heeft de kantonrechter geen rekening gehouden met de aanspraak van [verweerder] op een transitievergoeding, die hierna nog wordt besproken. Daarbij is van belang dat kan worden aangenomen dat [verweerder] die transitievergoeding vooral nodig zal hebben voor het verkrijgen van ander werk en andere inkomsten, bijvoorbeeld ten behoeve van begeleiding, scholing of opleiding.
4.30.
Eurosort krijgt de gelegenheid om het verzoek in te trekken, binnen de hierna genoemde termijn, omdat aan de ontbinding een billijke vergoeding wordt verbonden. [12]
4.31.
De proceskosten komen voor rekening van Eurosort, omdat sprake is van (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten van Eurosort en zij daarom overwegend ongelijk krijgt. Daarbij zal het salaris van de gemachtigde van [verweerder] met toepassing van de Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz worden vastgesteld op € 814,00. Als Eurosort het verzoek intrekt, zal Eurosort hetzelfde bedrag aan proceskosten moeten betalen.
4.32.
De door [verweerder] verzochte vergoeding van volledige kosten van rechtsbijstand wordt afgewezen. Voor een volledige proceskostenvergoeding is alleen plaats in geval van buitengewone omstandigheden, waarbij moet worden gedacht aan misbruik van procesrecht. [13] Daarvan is geen sprake. De stelling van [verweerder] dat Eurosort heeft gehandeld in strijd met goed werkgeverschap, is daarvoor niet genoeg. [verweerder] heeft overigens in dit kader ook geen onderscheid gemaakt tussen de rechtsbijstand in en voorafgaand aan deze procedure.
het tegenverzoek
4.33.
Het verzoek van [verweerder] om Eurosort te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding van € 3.688,00 bruto kan worden toegewezen. Partijen zijn het erover eens dat [verweerder] recht heeft op een transitievergoeding en zij zijn het ook eens over de hoogte daarvan.
4.5.
De kantonrechter zal bepalen dat partijen ieder hun eigen proceskosten moeten betalen. Er is immers geen sprake van een partij die overwegend gelijk of ongelijk krijgt, mede omdat Eurosort zelf ook heeft verzocht om aan [verweerder] een transitievergoeding toe te kennen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
het verzoek
5.1.
bepaalt dat de termijn, waarbinnen Eurosort het verzoek kan intrekken (door middel van een schriftelijke mededeling aan de griffier, met toezending van een kopie daarvan aan de (gemachtigde van de) wederpartij), zal lopen tot en met 3 oktober 2024;
Voor het geval Eurosort het verzoek niet binnen die termijn intrekt:
5.2.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 november 2024;
5.3.
veroordeelt Eurosort om aan [verweerder] een billijke vergoeding te betalen van € 30.000,00 bruto;
5.4.
veroordeelt Eurosort tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verweerder] tot en met vandaag vaststelt op € 814,00 aan salaris voor de gemachtigde van [verweerder];
5.5.
verklaart onderdeel 5.3 en 5.4 van deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
Voor het geval Eurosort het verzoek binnen die termijn intrekt:
5.6.
veroordeelt Eurosort tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verweerder] tot en met vandaag vaststelt op € 814,00 aan salaris voor de gemachtigde van [verweerder];
5.7.
verklaart onderdeel 5.6 van deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
het tegenverzoek
5.8.
veroordeelt Eurosort, voor het geval Eurosort haar verzoek niet binnen die hiervoor genoemde termijn intrekt, om aan [verweerder] een transitievergoeding te betalen van € 3.688,00 bruto;
5.9.
veroordeelt Eurosort tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verweerder] tot en met vandaag vaststelt op nihil;
5.10.
verklaart onderdeel 5.8 van deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.J. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7:669 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
2.Artikel 7:669 lid 1 BW.
3.Artikel 7:669 lid 3, onderdeel d, BW; zie ook de uitspraak van de Hoge Raad van 14 juni 2019, te vinden op www.rechtspraak.nl met nummer ECLI:NL:HR:2019:933 (
4.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 30 november 2018, te vinden op www.rechtspraak.nl met nummer ECLI:NL:HR:2018:2218 (
5.Artikel 7:671b lid 6, onderdeel a, BW.
6.Zie ook de uitspraak van de Hoge Raad van 14 april 2023 en de conclusie van de Advocaat-Generaal, te vinden op www.rechtspraak.nl met nummer ECLI:NL:HR:2023:559 (
7.Artikel 7:671b lid 6, onderdeel b, BW.
8.Artikel 7:671b lid 9, onder c, BW.
9.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 21 januari 2022, te vinden op www.rechtspraak.nl, met nummer ECLI:NL:HR:2022:63 (
10.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 9 juni 2018, te vinden op www.rechtspraak.nl, met nummer ECLI:NL:HR:2018:878 (
11.In lijn met artikel 6:105 lid 1 BW.
12.Artikel 7:686a lid 6 BW.
13.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 15 september 2017 (