Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
[gedaagde] had ongeveer anderhalf keer de toegestane hoeveelheid alcohol gedronken.
Ansvar heeft geen verhaalsrecht voor de door haar uitgekeerde schadevergoeding als gevolg van een verkeersongeval op 30 mei 2020 waarbij [gedaagde] ook betrokken was.
Verder wijst de rechtbank de tegenvordering van [gedaagde] tot het ongedaan maken van de door Ansvar uitgevoerde frauderegistraties toe.
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in het incident tot aanhouding;
- de akte overlegging productie 1 van [gedaagde] .
2.De feiten
- een Mercedes AMG C 63 S en een Opel Agila - plaatsgevonden.
“Het kan gebeuren dat wij volgens de W.A.M. (..) gehouden zijn om een schadevergoeding te betalen aan benadeelde terwijl er geen polisdekking is (..) Bijvoorbeeld als een uitsluiting van toepassing is. Als het voorgaande het geval is zullen wij de benadeelde schadeloos stellen, maar dan hebben wij het recht om de door ons betaalde uitkering en de gemaakte onkosten op u te verhalen”
“(..) Wij maken ook gebruik van ons verhaalsrecht op de door u gemachtigde bestuurder en/of passagier als de schade is ontstaan onder omstandigheden die een reden tot uitsluiting tegen een van deze personen opleveren.”
“U bent bij (een gebeurtenis die kan leiden tot) schade verplicht om ons binnen een redelijke termijn alle inlichtingen en stukken te verschaffen die van belang zijn om de schadevergoedingsplicht te beoordelen.”
“U hebt nooit recht op een uitkering als sprake is van één of meer van de hierna vermelde omstandigheden.
“Fraude
a) De verkeersregels
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
1. voor recht verklaart dat [gedaagde] aansprakelijk is voor het plaatsvinden van het verkeersongeval op 26 januari 2022 en dat hij in dat verband gehouden is om de daaruit voortvloeiende schade - de betaalde en toekomstige uitkeringen - van Ansvar te vergoeden;
Hoewel polisdekking ontbrak, heeft Ansvar de schade in overeenstemming met de voor haar uit de WAM voortvloeiende verplichtingen jegens de benadeelden - de nabestaanden/naasten van de overleden slachtoffers - vergoed. Ansvar kan deze betaalde schadevergoeding (€ 133.018,93) en nog te betalen schadevergoeding op grond van artikel 15 lid 1 WAM verhalen op [gedaagde] , omdat [gedaagde] niet te goeder trouw mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid door een verzekering was gedekt. Het was ten tijde van het ongeval namelijk een feit van algemene bekendheid dat verzekeraars in WAM-verzekeringen alcoholclausules opnemen, die inhouden dat bij overschrijding van de wettelijke hoeveelheid alcohol de dekking is uitgesloten. [gedaagde] had ook redelijkerwijs moeten begrijpen dat zijn roekeloze rijgedrag niet onder de WAM-verzekering was gedekt. Naast de gevorderde schadebedragen is [gedaagde] gehouden op grond van artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek (BW) een totaalbedrag van € 5.580,52 aan onderzoekskosten van OAN en SOB te betalen.
I. voor recht verklaart dat de door Ansvar uitgevoerde frauderegistraties onterecht zijn;
II. Ansvar gebiedt, onder afgifte van schriftelijk bewijs, binnen twee dagen na het vonnis alle noodzakelijke maatregelen te treffen tot het ongedaan maken van de frauderegistraties, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- per kalenderweek dat Ansvar met de nakoming hiervan in gebreke blijft;
4.De beoordeling
Ansvar grondt haar regresvorderingen op deze bepaling.
hij niet te goeder trouw mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid door een verzekering was gedekt.”.
(“Het bepaalde in de vorige zin geldt niet ten aanzien van de aansprakelijke persoon, die niet is de verzekeringnemer, tenzij (…)”), een verhaalsrecht op grond van artikel 15 lid 1, eerste volzin, WAM heeft op de derde-verzekerde. [1]
Aan een bespreking van de overige uitsluitingsclausules waarop Ansvar zich beroept, komt de rechtbank niet meer toe.
- € 17.500,- [naam 1] , affectieschade
- € 17.500,- [naam 2] , affectieschade
- € 17.500,- [naam 3] , affectieschade
- € 7.500,- [naam 4] , affectieschade
- € 1.750,- dagwaarde Opel
- € 2.046,- openstaande schuld
- € 11.204,- diversen (o.a. kosten uitvaart, kosten ontruiming woning).
Hierdoor kan niet worden vastgesteld dat deze schade valt onder de in artikel 6:108 BW genoemde overlijdensschade en is bovendien onduidelijk hoe Ansvar tot hoogte van de gevorderde bedragen is gekomen. Ook wat betreft de gevorderde vergoeding van de buitengerechtelijke kosten (€ 4.031,51) heeft Ansvar nagelaten te motiveren op basis van welke juridische grondslag deze vermogensschade (kosten van rechtsbijstand) van nabestaanden/naasten voor vergoeding in aanmerking komen. Evenmin heeft zij met overgelegde facturen duidelijk gemaakt dat aan de dubbele redelijkheidstoets is voldaan.
- € 17.500,- [naam 5] , affectieschade
- € 17.500,- [naam 6] , affectieschade
- € 8.017,24 kosten uitvaart
- € 250,- kosten Plaza Cinco
- € 590,75 notariskosten
- € 2.028,25 vaste lasten
- € 10.061,99 Univé zorg (ziekenhuiskosten bijrijder vóór overlijden)
- € 2.989,19 buitengerechtelijke kosten (voorlopig).
Ansvar geeft in summiere bewoordingen aan dat zij vermoedt dat [gedaagde] een onjuiste verklaring heeft afgelegd in een poging om verzekeringsdekking te krijgen en dat zij niet uitsluit dat het feit dat [moeder van gedaagde] de verzekeringsnemer was hierbij een rol heeft gespeeld. Deze vermoedens heeft Ansvar echter onvoldoende gestaafd.