Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
DCV Bouw B.V.
1.[gedaagde 1]
[gedaagde 2]
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert DCV Bouw B.V. (hierna: DCV) betaling van ruim € 15.000,00 van de bestuurders van een ontbonden vennootschap, TAC. DCV stelt dat de bestuurders persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schulden van TAC, omdat zij een ernstig verwijt valt te maken. De kantonrechter heeft op 30 november 2023 geoordeeld dat de bestuurders inderdaad aansprakelijk zijn. De rechtbank overweegt dat de bestuurders onrechtmatig hebben gehandeld door de vennootschap te ontbinden via turboliquidatie, terwijl er nog baten waren. Dit is in strijd met de vereffeningsverplichting die geldt bij ontbinding van een vennootschap. De kantonrechter wijst erop dat de bestuurders de belangen van de schuldeiser, in dit geval DCV, moeten respecteren. De rechtbank concludeert dat er voldoende bewijs is dat er nog baten waren ten tijde van de ontbinding en dat de bestuurders een ernstig verwijt kan worden gemaakt voor het niet vereffenen van de vennootschap. DCV wordt in het gelijk gesteld en de bestuurders worden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de vordering, inclusief rente en kosten.