Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.4. De beoordeling
I. stilstand/onderbezetting materieel en personeel;
III. redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade (artikel 6:96, lid 2, aanhef
en onder a, BW):
aanhef en onder b, BW):
aanhef en onder c, BW).
onderhouds-, verzekerings- en benzinekosten blijven buiten beeld. De gemeente baseert zich daarbij op rechtspraak van de Raad van Arbitrage voor de Bouw.
Subsidiair stelt de Combinatie dat sprake is van kansschade: de optie tot verlenging betekent dat de Combinatie een gerede kans had op verlenging van het contract, welke kans de Combinatie 100% acht.
De rechtbank zal de schadepost daarom afwijzen.
conceptfactuur van een advocatenkantoor van € 15.128,85 inclusief btw, terwijl de btw voor de combinanten verrekenbaar is. Of dit bedrag is betaald, blijkt bovendien nergens uit. Ook de gestelde interne kosten van € 5.012,50 voor twee directeuren van de combinaten worden niet duidelijk uiteengezet. Volstaan wordt met een enkele verwijzing naar productie 29. Deze productie bevat een overzicht van interne kosten waarop door de Combinatie ook in het kader van andere (hieronder te bespreken) vorderingen een beroep wordt gedaan. Hierdoor ontstaat een onoverzichtelijk geheel. De rechtbank wijst erop dat de samenstelling van een vordering niet als een zoekplaatje aan de hand van allerlei producties achterhaald dient te worden, maar in de gedingstukken zelf overzichtelijk weergegeven dient te worden.
(x uurtarief van € 240,00) zijn gemoeid.
De rechtbank leidt uit productie 29 verder af dat voornamelijk uren van de directeuren van de combinanten worden opgevoerd, die verband houden met de (langdurige) procedure tegen de gemeente waarin hun bedrijven verwikkeld waren (en nog zijn). Het gaat veelal, zoals de gemeente terecht aanvoert, om het voorbereiden van processtukken en het voeren van besprekingen. Dat zijn kosten waarvoor, gelet op het onder punt 4.53 vermelde arrest van de Hoge Raad, geldt dat deze op grond van artikel 241 Rv geacht worden te zijn begrepen in de proceskostenveroordeling die door de rechtbank, het hof en de Hoge Raad zijn toegekend. De gevorderde interne kosten kunnen daarom, nog los van de gebrekkige onderbouwing ervan, niet met een beroep op artikel 6:96, lid 2, aanhef en onder b, BW worden toegewezen. De rechtbank zal deze schadepost afwijzen.
volledigte vergoeden. De wetgever heeft op dit uitgangspunt echter een uitzondering gemaakt in de artikelen 6:96 lid 3 BW en 241 Rv ten aanzien van verrichtingen waarvoor de in de artikelen 237-240 Rv bedoelde kosten een vergoeding plegen in te sluiten, zoals die ter voorbereiding van gedingstukken en ter instructie van de zaak. In zoverre kan de Combinatie geen schadevergoeding vorderen op de voet van artikel 6:96 lid 2 BW, maar zijn de regels betreffende proceskosten exclusief van toepassing.
Echter, de omvang van die buitengerechtelijke werkzaamheden, en dus de hoogte van de daarop gebaseerde kosten, acht de rechtbank niet redelijk. Conform de aanbevelingen uit het rapport BGK-integraal zal de rechtbank ter zake van de omvang van de toe te wijzen kosten aansluiting zoeken bij de staffel zoals die is opgenomen in het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank zal het bedrag toewijzen tot het wettelijke tarief berekend over de toe te wijzen hoofdsom (onderdekkingsverliezen en expertisekosten). Dit betekent dat een bedrag zal worden toegewezen van € 1.835,30. De gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, nu onvoldoende is gesteld of gebleken dat deze kosten daadwerkelijk zijn betaald.
- Stilstand/onderbezetting materieel en personeel € 100.000,00
- [sss] / deskundigen € 2.850,00
- Kosten van [vvv] / La Cosa Mia BV € 3.180,00
- Buitengerechtelijke kosten
De rechtbank is van oordeel dat de gemeente geen omstandigheden heeft aangevoerd die maken dat toekenning van volledige schadevergoeding tot kennelijk onaanvaardbare gevolgen zal leiden, zodat er geen aanleiding is om tot matiging over te gaan.
3.540,00(2,0 punten × tarief V € 1.770,00)