Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Menzies Aviation B.V.,
1.Het procesverloop
2.Feiten
1. Medewerker is ermee bekend dat hij in het kader van de uitoefening van zijn werkzaamheden dient te beschikken over een door de N.V. Luchthaven Schiphol te verstrekken ‘toegangsbewijs Luchthaven Schiphol’ (de zogenaamde Schipholpas). Medewerker dient volledige medewerking te verlenen aan het door de Koninklijke Marechaussee te verrichten antecedentenonderzoek. Medewerker dient de in het kader van dat antecedentenonderzoek verlangde informatie naar waarheid te verstrekken.2. Deze arbeidsovereenkomst wordt aangegaan onder de ontbindende voorwaarden dat de resultaten van het antecedentenonderzoek van de Konink. Marechaussee aanleiding zullen zijn de Schipholpas te weigeren aan Medewerker.3. Bij intreding van de ontbindende voorwaarde zal de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang zijn beëindigd. Partijen komen overeen dat over en weer geen ongedaanmakingsverplichting bestaat voor reeds verrichte prestaties en betalingen.4. Medewerker ontvangt de Schipholpas. Deze overeenkomst eindigt met onmiddellijke ingang van rechtswege indien en zodra aan de Werknemer door de daartoe bevoegde instantie geen Schipholpas, nodig voor de uitoefening van zijn werkzaamheden, meer wordt verstrekt dan wel de Schipholpas wordt ingetrokken of ingenomen’.
Naar aanleiding van de e-mail die wij hebben ontvangen van de bedrijfsrecherche van de Schiphol Group waarin zij aangeven dat uw Schipholpas is ingevorderd, is per 28 juli 2021 uw arbeidsovereenkomst van rechtswege beëindigd. Onder artikel 7 van uw arbeidsovereenkomst kunt u terugvinden dat dit geldt als een ontbindende voorwaarde. (…)’.
[verzoeker] heeft deze brief voor akkoord getekend.
Op 26 juli 2021 is door toezichthouder een brief ontvangen van het Openbaar Ministerie, Arrondissementsparket te Haarlem. In deze bief wordt aangegeven dat [verzoeker] , geboortedatum: [geboortedatum] werkzaam voor of namens uw bedrijf verdachte is inzake een onderzoek naar de invoer van verdovende middelen op de luchthaven Schiphol.Naar aanleiding van het bovenstaande, wordt er door de overheid een onderzoek opgestart. Conform de voor het gebruik van de Schipholpas geldende voorwaarden, zal gedurende dit onderzoek van voornoemd persoon geen enkele Schipholpas verstrekt worden; (…)’
als verdachte worden aangemerkt wegens (het treffen van voorbereidingshandelingen voor) de invoer van verdovende middelen via de luchthaven Schiphol ex art. 2abc en/of art 10a Opiumwet.
(…) Middels deze brief wordt aan u een korte omschrijving van het onderzoek en de NAW gegevens van de betrokken werknemers verstrekt, zodat Menzies Aviation Freighter Handling in staat wordt gesteld om te beoordelen of er noodzaak is tot het nemen van maatregelen ten opzichte van de werknemers. (…) Op de vrachtvlucht met nummer [vluchtnummer] werden oor het onderzoeksteam vijf (5) bloemendozen aangetroffen met ruim 320 kilo cocaïne. (…) Indien er noodzaak bestaat tot het ontvangen van aanvullende informatie, verzoek ik u dit gemotiveerd aan te geven. (…) Graag verneem ik welke maatregelen worden genomen ten aanzien van de hierboven vermelde personen. (…).
3.Het verzoek
primair:
subsidiair(althans alternatief):
Het ontslag op staande voet is niet rechtsgeldig gegeven wegens het ontbreken van een dringende reden ( [verzoeker] heeft zich niet schuldig gemaakt aan een strafbaar feit), omdat niet is voldaan aan de onverwijldheidseis en vanwege de persoonlijke omstandigheden van [verzoeker] (goed functioneren tijdens 17-jarig dienstverband). Het intreden van een ontbindende voorwaarde kan bovendien niet worden gezien als dringende reden die een ontslag op staande voet rechtvaardigt.
De arbeidsovereenkomst is ook niet van rechtswege geëindigd door de ontbindende voorwaarde. Menzies heeft de ontbindende voorwaarde namelijk ten onrechte ingeroepen, nu de inname van de Schipholpas slechts tijdelijk van aard is, waardoor de arbeidsovereenkomst niet inhoudsloos is geworden.
4.Het verweer en het tegenverzoek
Het verzoek tot immateriële schadevergoeding moet worden afgewezen, omdat er geen ontslag op staande voet is geweest, [verzoeker] geen ernstig leed is berokkend en hij zijn schade niet heeft onderbouwd.
De voorlopige voorzieningen moet worden afgewezen. [verzoeker] heeft op grond van artikel 7:628 BW geen recht op loon, omdat de reden dat hij niet kan werken (het intrekken van de Schipholpas) een omstandigheid is die redelijkerwijs voor zijn rekening komt.
Ook de subsidiaire vorderingen moeten worden afgewezen.
5.De beoordeling
van rechtswege– dat wil zeggen: zonder voorafgaande opzeggingshandeling – is geëindigd op grond van de in de arbeidsovereenkomst opgenomen ontbindende voorwaarde. Gelet hierop wordt de (subsidiaire, onder punt 4 van de pleitnota ingenomen) stelling van [verzoeker] , dat sprake is van een opzegging met onmiddellijke ingang, ook verworpen.