In deze zaak heeft de verzoeker, een non-binair persoon, verzocht om wijziging van haar voornaam en verbetering van haar geboorteakte. De verzoeker heeft verzocht om haar geslacht te wijzigen van 'vrouwelijk' naar 'het geslacht is niet kunnen worden vastgesteld'. De ambtenaar van de Burgerlijke Stand heeft geadviseerd om prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad en heeft subsidiair geadviseerd om het verzoek af te wijzen. De rechtbank heeft de verzoeker verzocht om een deskundigenverklaring over te leggen, aangezien artikel 1:28a BW naar analogie moet worden toegepast. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen wettelijke basis is voor de geslachtswijziging, maar heeft de verzoeker in de gelegenheid gesteld om een deskundigenverklaring te overleggen die de duurzame overtuiging van de genderidentiteit bevestigt.
De verzoeker heeft ook verzocht om wijziging van haar voornaam van 'voornaam' naar 'voornaam', omdat de huidige naam overwegend vrouwelijk is en zij een meer genderneutrale naam wenst. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, omdat de aangevoerde gronden voldoende gewichtig zijn en er geen redenen van openbaar belang zijn die zich tegen de wijziging verzetten. De rechtbank heeft de beslissing over de geslachtswijziging aangehouden in afwachting van de deskundigenverklaring en heeft de ambtenaar van de Burgerlijke Stand gelast om de wijziging van de voornaam door te voeren.
De beschikking is gegeven op 6 mei 2021 door mr. P.W.M. de Wolf MSM, in tegenwoordigheid van mr. A.E.J. van Schie, griffier. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.