ECLI:NL:RBNHO:2020:9422

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 november 2020
Publicatiedatum
12 november 2020
Zaaknummer
C/15/293941 / HA ZA 19-607
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake verkoop autogarage en verstrekking klantgegevens door verkoper aan importeur

In deze zaak, die zich afspeelt in de Rechtbank Noord-Holland, is er een geschil ontstaan tussen Autobedrijf Maarschalk B.V. en Parkodam Beheer B.V. over de verkoop van een autogarage en de verstrekking van klantgegevens aan Honda. De rechtbank heeft op 11 november 2020 uitspraak gedaan in de bodemzaak, waarin de vorderingen van de koper, Parkodam Beheer, zijn afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de verstrekking van klantgegevens door de verkoper aan de importeur, Honda, geen inbreuk maakte op de geheimhoudingsbedingen, omdat dit gebeurde in het kader van de normale bedrijfsuitoefening. De rechtbank concludeerde dat de verkoper niet verantwoordelijk was voor het gebruik van de klantgegevens door Honda en dat de vorderingen van de koper, die gebaseerd waren op een vermeende schending van de geheimhoudingsbedingen, niet voldoende waren onderbouwd. De rechtbank heeft de vordering van de verkoper tot betaling van de resterende koopsom toegewezen, terwijl de vorderingen van de koper in reconventie zijn afgewezen. Dit vonnis heeft belangrijke implicaties voor de interpretatie van geheimhoudingsbedingen in commerciële overeenkomsten, vooral in de autobezitsector, waar klantgegevens vaak worden gedeeld tussen dealers en importeurs.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
Vonnis in gevoegde zaken van 11 november 2020
in de zaak met zaaknummer / rolnummer C/15/293941 / HA ZA 19-607 (hierna:
de hoofdzaak) van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AUTOBEDRIJF MAARSCHALK B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MAARSCHALK BEHEER B.V.,
beiden gevestigd te Velsen,
eiseressen in conventie, verweersters in reconventie,
advocaat: mr. M.Th.S. van Gelder te Tilburg,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PARKODAM BEHEER B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
advocaat: voorheen mr. B.A.M. Cordemeyer, thans mr. G.P. Poiesz te Heemskerk,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/15/296267 / HA ZA 19-735 (hierna:
de gevoegde zaak) van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PARKODAM BEHEER B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PK AUTO VELSERBROEK B.V.,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PK AUTOSERVICE B.V.,
gevestigd danwel kantoorhoudende te Velserbroek, gemeente Velsen,
eiseressen,
advocaat: voorheen mr. B.A.M. Cordemeyer, thans mr. G.P. Poiesz te Heemskerk,
tegen

1.[gedaagde1],

2.
[gedaagde2],
beiden wonende te [woonplaats],
gedaagden,
advocaat: mr. M.Th.S. van Gelder te Tilburg,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer C/15/301703 / HA ZA 20-226 (hierna:
de vrijwaringszaak) van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MAARSCHALK BEHEER B.V.,
gevestigd te Velsen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AUTOBEDRIJF MAARSCHALK B.V.,
gevestigd te Velsen,
3.
[gedaagde1],
wonende te [woonplaats],
4.
[gedaagde2],
wonende te [woonplaats],
eisers,
advocaat: mr. M.Th.S. van Gelder te Tilburg,
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
HONDA MOTOR EUROPE LIMITED,
gevestigd te Berkshire (Verenigd Koninkrijk),
gedaagde,
advocaat: mr. W.B.J. van Overbeek te Amsterdam.
Partijen zullen hierna als volgt worden aangeduid:
  • eiseressen in de hoofdzaak in conventie, gedaagden in de gevoegde zaak, en eisers in de vrijwaringszaak: Autobedrijf Maarschalk, Maarschalk Beheer, [gedaagde1] en [gedaagde2] (gezamenlijk: Maarschalk c.s.);
  • gedaagden in de hoofdzaak in conventie, en eiseressen in de gevoegde zaak: Parkodam Beheer, PK Autoservice en PK Auto Velserbroek (gezamenlijk: Parkodam c.s.);
  • gedaagde in de vrijwaringszaak: Honda.

1.De procedure

in de hoofdzaak

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 27 november 2019 en het vonnis in incident van 4 maart 2020, en de daarin genoemde stukken;
  • de conclusie van antwoord in reconventie met producties 8 tot en met 15 van de zijde van Maarschalk c.s.;
  • de akte indienen nadere producties en wijziging van eis met producties 16 tot en met 19 van de zijde van Maarschalk c.s.;
  • de akte overlegging producties/nadere toelichting/wijziging van eis met producties A tot en met L van de zijde van Parkodam c.s.
in de gevoegde zaak
1.2.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de vonnissen in incident van 11 december 2019 en 4 maart 2020, en het tussenvonnis van 24 juni 2020, en de daarin genoemde stukken;
  • de akte indienen nadere producties en wijziging van eis met producties 16 tot en met 19 van de zijde van Maarschalk c.s.;
  • de akte overlegging producties/nadere toelichting/wijziging van eis met producties A tot en met L van de zijde van Parkodam c.s.
in de vrijwaringszaak
1.3.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis in incident van 4 maart 2020 en het tussenvonnis van 24 juni 2020, en de daarin genoemde stukken;
  • de akte indienen nadere producties en wijziging van eis met producties 16 tot en met 19 van de zijde van Maarschalk c.s.
in alle zaken
1.4.
Het verloop van de procedure blijkt tevens uit het proces-verbaal van comparitie van partijen van 15 september 2020 en de daarin genoemde stukken. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om opmerkingen te maken bij het met hun instemming buiten hun aanwezigheid opgemaakte proces-verbaal. Mr. Poiesz heeft hiervan bij e-mail van 9 oktober 2020 gebruik gemaakt.
1.5.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald in alle zaken.

2.De feiten

2.1.
Honda importeert Honda-auto’s en Honda-onderdelen van de Honda-fabrikant.
2.2.
[gedaagde2] en [gedaagde1] zijn beiden statutair bestuurder van Maarschalk Beheer. Maarschalk Beheer is op haar beurt statutair bestuurder en 100% aandeelhouder van Autobedrijf Maarschalk. Autobedrijf Maarschalk heeft tot 1 juli 2018 in een pand aan de [adres] (hierna: het bedrijfspand) een autogarage geëxploiteerd.
2.3.
Autobedrijf Maarschalk was tevens officieel Honda-dealer. Zij heeft daartoe met Honda een dealerovereenkomst gesloten. In de dealerovereenkomst is onder meer het navolgende bepaald:

ARTIKEL 37
PERSOONSGEGEVENS
37.1
De Dealer zal het INDI-Dataconvenant (en de daarbij behorende bijlagen), waarin afspraken worden gemaakt omtrent het uitwisselen van (persoons)gegevens teneinde die (persoons)gegevens aan te wenden in het kader van de wederverkoop van Producten en/of het verstrekken van onderhouds- en reparatiediensten, ondertekenen. (…)”
2.4.
Op 18 april 2011 heeft de heer [A.] (de administrateur/controller van Autobedrijf Maarschalk, hierna: [A.]) namens Autobedrijf Maarschalk de “
Bijlage bij overeenkomst INDI Dealer klantbeheer met importeur” ondertekend. Daarin is onder meer aangevinkt dat data aan de importeur (Honda) beschikbaar worden gesteld. In deze bijlage staat [A.] als contactpersoon vermeld, met als e-mailadres administratie@automaarschalk.nl. De overeenkomst is aangegaan met RDC, leverancier van INDI.
2.5.
Het klantenbestand van de onderneming van Autobedrijf Maarschalk bestond ongeveer voor 60% uit Honda-rijders, en voor 40% uit overige klanten.
2.6.
In de onderneming van Autobedrijf Maarschalk werd gewerkt met een dealermanagementsysteem (DMS), te weten EVA. Hierin werden onder meer alle gegevens van klanten en hun voertuigen bewaard, onder meer voor het bestellen van auto’s en auto-onderdelen bij Honda, en voor de facturatie aan klanten. Tevens gebruikte de onderneming van Autobedrijf Maarschalk twee klantrelatiesystemen (CRM), te weten CareMail (voor het uitvoeren van commerciële mailings aan klanten, onder meer berichten over APK-keuringen) en INDI (welke afkorting staat voor “Interface NAW Dealers en Importeurs platform”). INDI vormt het centrale verzamel-, validatie- en uitwisselpunt van NAW-gegevens voor importeurs en dealers binnen het merkkanaal. Vanuit EVA kunnen klantgegevens handmatig of automatisch via een softwareprogramma worden geüpload naar INDI voor opschoning van deze gegevens. De opgeschoonde gegevens worden vervolgens via INDI klaargezet, zodat ze handmatig of automatisch kunnen worden opgehaald en in het EVA-account van Autobedrijf Maarschalk kunnen worden ingelezen. Deze opgeschoonde gegevens worden vanuit INDI ook aan de importeur (Honda) gestuurd (althans, voor haar klaargezet). Ook CareMail wordt via INDI geoptimaliseerd. Honda heeft buiten INDI geen rechtstreekse toegang tot het door Autobedrijf Maarschalk gebruikte systeem EVA of CareMail.
2.7.
Eind 2016 heeft Honda de dealerovereenkomsten met alle dealers, waaronder dus ook met Autobedrijf Maarschalk, opgezegd tegen 31 december 2018.
2.8.
In 2017 is Maarschalk c.s. in overleg getreden met Parkodam c.s. over de verkoop van het bedrijfspand met grond en de vaste inventaris, alsmede de roerende zaken, het klantenbestand en de overige (roerende) inventaris aan Parkodam Beheer. Parkodam Beheer is een vennootschap van de heer [B.]. PK Auto Velserbroek en PK Autoservice zijn beide vennootschappen van de heer [C.], een zoon van [B.]. [C.] had reeds achttien jaren ervaring in de autobranche en wilde in het bedrijfspand een autogarage exploiteren.
2.9.
Per brief van 2 november 2017 heeft Maarschalk c.s. het pand aan [B.] (althans Vastgoed Beheer B.V.) aangeboden voor een koopprijs van € 1.365.000, waarbij Maarschalk c.s. heeft vermeld dat hij het belangrijk vindt dat het personeel ook overgenomen wordt. Op 29 december 2017 hebben Parkodam Beheer ([B.]), de nog op te richten BV ([C.]), Maarschalk Beheer ([gedaagde2] en [gedaagde1]) en Autobedrijf Maarschalk ([gedaagde2] en [gedaagde1]) een overeenstemmingsdocument ondertekend. Daarin is de koopsom voor het bedrijfspand met de grond (inclusief ‘vaste inventaris’ dat zich daarin of daarop bevindt) bepaald op € 1,2 miljoen, en de prijs voor de roerende zaken (waaronder het klantenbestand en overige ‘losse inventaris’) op € 55.750 en zijn verder afspraken gemaakt over de overname van het personeel van Maarschalk c.s. In artikel 16 van dit document staat dat het Maarschalk Beheer en Autobedrijf Maarschalk niet is toegestaan (delen van) het huidige klantenbestand te verkopen, over te dragen of door te verwijzen aan/naar andere partijen.
2.10.
Tussen Maarschalk c.s. en Parkodam c.s., en ook tussen Parkodam c.s. en Honda is gesproken over de mogelijkheden van het voortzetten van het Honda-dealerschap van Autobedrijf Maarschalk door Parkodam c.s. Tevens is besproken dat Parkodam c.s. erkend Honda-reparateur zou kunnen worden. In dat kader heeft Maarschalk c.s. op of rond
22 maart 2018 aan Parkodam c.s. een concept dealerovereenkomst van Honda toegestuurd.
2.11.
Per e-mail van 18 april 2018 heeft de heer [D.] van Honda aan Maarschalk c.s. gevraagd of het klopt dat Honda tot op dat moment nog geen formele schriftelijke opzegging van de dealerovereenkomst had ontvangen van Maarschalk c.s. Daarop heeft Maarschalk c.s. geantwoord dat hij pas zal opzeggen wanneer eind juni 2018 het bedrijfspand is geleverd aan de heren Koel (Parkodam c.s.) en dat de exploitatie van ‘AutoMaarschalk’ hierna nog een aantal maanden doordraait. Deze e-mail heeft Maarschalk c.s. tevens doorgestuurd aan Parkodam c.s. en daarbij aan Parkodam c.s. het volgende geschreven:

Vandaag kreeg ik een mailtje van [D.]. Deze vraag zou wel eens kunnen betekenen dat hij met eventuele kandidaten voor het Honda dealerschap wat zaken in de tijdlijn wil zetten.
Ik heb voor een tactiek gekozen om hun wat in het ongewisse te laten, d.w.z. aangegeven dat wij pas opzeggen indien wij de overdracht van het pand gehad hebben, en dit vervolgens wat ruim genomen ( maar niet gelogen ).
2.12.
Op enig moment heeft Parkodam c.s. besloten geen Honda-dealer te worden vanwege de hoge investeringskosten die daaraan zijn verbonden. Ook heeft zij niet gekozen voor het erkend Honda-reparateurschap. In plaats daarvan is hij een samenwerking aangegaan met Welman, een Honda-dealer in Heerhugowaard.
2.13.
Op 1 mei 2018 hebben partijen een nieuw overeenstemmingsdocument ondertekend (hierna: de overeenkomst van 1 mei 2018), dat het overeenstemmingsdocument van 29 december 2017 vervangt. Daarin zijn het pand, de grond, de vaste inventaris en de roerende zaken door Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer als verkopers, verkocht aan Parkodam Beheer als koper, waarbij ook het personeel is overgenomen. De koopsom voor het pand met de grond is bepaald op € 1,1 miljoen, en de prijs voor de roerende zaken (waaronder het klantenbestand) op € 230.750. De transportdatum van het pand is bepaald op 9 mei 2018, waarbij het personeel per 1 juli 2018 in dienst zou treden van PK Auto Velserbroek of PK Autoservice. Er zijn drie betalingstermijnen overeengekomen. De eerste termijn van € 155.750 was verschuldigd per 9 mei 2018 en de laatste termijn van € 25.000 diende uiterlijk op 31 december 2018 te zijn voldaan. Verder is in de artikelen 7, 9 en 18 van de overeenkomst van 1 mei 2018 - voor zover hier van belang - het navolgende bepaald:
“7. Verkoper[toevoeging rechtbank: te weten Maarschalk Beheer en Autobedrijf Maarschalk]
en de heren [gedaagde2] en [gedaagde1], verbinden zich tot 31 december 2019, zonder schriftelijke toestemming van PK Auto Velserbroek BV of PK Autoservice BV, zich ervan te onthouden contacten te (doen) leggen en/of te (doen) onderhouden, zowel direct als indirect, zowel voor zichzelf als voor derden, met (voormalige) klanten van Maarschalk Beheer BV en/of Autobedrijf Maarschalk BV. Een en ander voor zover het doel van het contact is om commerciële relaties te onderhouden of aan te gaan. Het is Verkoper en de heren [gedaagde2] en [gedaagde1] wel toegestaan contact met de klanten te hebben wanneer het doel hiervan een warme en soepele overdracht van de klanten ten behoeve van of serviceverlening namens PK Auto Velserbroek BV of PK Autoservice BV is.
Verkoper en de heren [gedaagde2] en [gedaagde1] erkennen dat zwaarwegende bedrijfsbelangen aan de zijde van PK Auto Velserbroek BV of PK Autoservice BV het overeenkomen van het relatiebeding noodzakelijk maken, waaronder het feit dat de heren [gedaagde2] en [gedaagde1] directeur-eigenaar zijn geweest van de garage, de Grond en het Pand.
Onder klanten in de zin van dit artikel worden verstaan die personen, bedrijven, ondernemingen en/of instellingen in wiens opdracht, al dan niet direct, Maarschalk Beheer BV en/of Autobedrijf Maarschalk BV vanaf 1 januari 2015 werkzaamheden voor hebben verricht, alsmede die klanten aan wie een offerte is uitgebracht en welke opgenomen zijn in het klantenbestand. Koper heeft reeds een kopie van het klantenbestand ontvangen, waarvan Verkoper garandeert dat deze up-to-date is. Het is Verkoper niet toegestaan (delen van) het huidige klantenbestand te verkopen, over te dragen of door te verwijzen aan/naar andere partijen.
(…)
9. Partijen zullen geheimhouding betrachten met betrekking tot alle bijzonderheden betreffende de onderneming van Verkoper, Koper, PK Auto Velserbroek BV en/of PK Autoservice BV en daarmee gelieerde ondernemingen, waarvan zij geacht worden te beseffen dat die gegevens van vertrouwelijke aard zijn.
(…)
18. Verkoper zal er zijn uiterste best voor doen om tot 31 december 2018 de normale gang van zaken binnen de verkopende entiteiten te handhaven en de bedrijfsvoering (inclusief potentiele samenwerkingen) soepel en in goede harmonie voort te zetten. De administratieve, CRM en DMS en andere essentiële bedrijfssystemen zullen volledig in de huidige staat met alle bestaande en benodigde data overgedragen worden. Dit zodat er een zo soepel mogelijke en voor de buitenwereld ongemerkte transitie kan plaatsvinden.
(…)”
In artikel 22 van het overeenstemmingsdocument is een boetebepaling opgenomen, inhoudende dat in geval van inbreuk door een van partijen op (onder meer) een of meer van de punten 5 tot en met 12 en 18 die partij aan de andere partij een direct opeisbare boete verbeurt van € 25.000 voor iedere overtreding. In plaats van de boete, hebben partijen de mogelijkheid vergoeding van de volledige schade te vorderen.
2.14.
De levering van het bedrijfspand met de grond heeft plaatsgevonden op 9 mei 2018 met het passeren van de notariële akte. Met de ondertekening van de arbeidsovereenkomsten (met ingangsdatum 1 juli 2018), heeft de levering van de overige activa (waaronder het klantenbestand) ook op die dag plaatsgevonden. De eerste twee betalingstermijnen voor de koopsom zijn door Parkodam Beheer voldaan.
2.15.
Op 17 mei 2018 heeft [gedaagde2] per brief aan Honda medegedeeld dat Autobedrijf Maarschalk haar onderneming heeft verkocht en dat de onderneming per 1 juli 2018 door PK Auto Velserbroek en PK Autoservice zal worden voortgezet en dat Autobedrijf Maarschalk per die datum haar fysieke activiteiten zal staken. Tevens heeft [gedaagde2] Honda in die brief verzocht de dealerovereenkomst te ontbinden per 1 juli 2018. Op 31 mei 2018 heeft Honda hierop per brief geantwoord dat zij bereid is de dealerovereenkomst per 1 juli 2018 te beëindigen, mits Autobedrijf Maarschalk (digitaal) het gehele Honda-klantenbestand overdraagt aan Honda, zodat Honda de Honda-rijders kan informeren over het einde van de relatie met Autobedrijf Maarschalk en over de alternatieven. Daarbij heeft Honda tevens voorgesteld dat zij bereid is om te overleggen met [gedaagde2] over een neutrale tekst van de mailing aan de klanten. Ten slotte stelt Honda als voorwaarde dat op voorhand overleg met Honda plaatsvindt over de inhoud van de berichtgeving, indien Autobedrijf Maarschalk haar klantenbestand informeert.
2.16.
[gedaagde2] en [gedaagde1] en PK Auto Velserbroek hebben elk in een afzonderlijke brief van 6 juni 2018 (die in één enveloppe verzonden is), de klanten gemeld dat Autobedrijf Maarschalk stopt met haar werkzaamheden en dat de onderneming per 1 juli 2018 wordt voortgezet door PK Auto Velserbroek. In de brief van PK Auto Velserbroek is vermeld dat de ervaren medewerkers van Autobedrijf Maarschalk hun werkzaamheden voortzetten bij PK Auto Velserbroek en dat zij (PK Auto Velserbroek) voor een hoog service niveau gaat door de samenwerking die is aangegaan met zowel een erkende Honda-dealer als Vakgarage.
2.17.
Per e-mail van 7 juni 2018 heeft Parkodam Beheer - naar aanleiding van de brief van Honda van 31 mei 2018 waarmee zij op 6 juni 2018 bekend werd - Maarschalk c.s. verboden het klantenbestand met Honda te delen omdat zij daarvan sinds 9 mei 2018 de eigenaar is. Per e-mail van dezelfde dag heeft [gedaagde2] hierop als volgt gereageerd:

Wij hebben absoluut een afspraak, vandaar dat ik deze brief direct naar jullie toe mailde.
Maar een beetje vertrouwen moet je wel hebben in ons, dit bestand is van jullie en gaat en is dus nergens heen gegaan.”
2.18.
Op 8 juni 2018 heeft [gedaagde2] aan Honda medegedeeld dat de brief van
31 mei 2018 ontvangen is op 6 juni 2018 en dat toen de klanten reeds op de hoogte waren gebracht van de voortzetting van de onderneming door PK Auto Velserbroek door de brieven van 6 juni 2018. Tevens heeft [gedaagde2] aan Honda gemeld dat hij niet zal voldoen aan het verzoek van Honda van 31 mei 2018 om het Honda-klantenbestand aan Honda over te dragen, omdat hen dat niet is toegestaan.
2.19.
Honda heeft op 15 juni 2018 per brief haar verzoek om toezending van het Honda- klantenbestand aan Maarschalk c.s. herhaald. Zij heeft daarbij aangegeven dat zij de Honda-klanten wil informeren dat Autobedrijf Maarschalk geen onderdeel meer uitmaakt van het Honda-netwerk, zodat de klanten weten dat zij voor campagnes of garantie uitsluitend terecht kunnen bij een ander lid van het Honda distributienetwerk.
2.20.
[gedaagde2] heeft na ontvangst van deze brief van Honda en na overleg met zijn rechtsbijstandsverzekeraar (BOVAG), telefonisch contact gehad met [D.] van Honda. Daarna heeft [gedaagde2] aan Parkodam c.s. medegedeeld dat het probleem rondom het Honda-klantenbestand was opgelost. [gedaagde2] heeft aan BOVAG per e-mail van 21 juni 2018 hierover het volgende geschreven:
“Zoals afgesproken tijdens ons telefonisch contact heb ik Dhr. [D.] van Honda Benelux dinsdag telefonisch gesproken en heb hem aangegeven dat ik in de veronderstelling was dat zij alle gegevens al hadden waarmee de klanten aangeschreven kunnen worden.
Ook aangegeven dat hun stelling in het aangetekend schrijven ons/mij in een zeer lastige positie brengt gezien het feit dat wij met koper een overeenkomst hebben dat het klantenbestand niet aan derden ter beschikking gesteld mag worden.
Het gesprek was kort en vriendelijk en dhr. [D.] ( niet op de hoogte van het feit dat zij de gegevens zelf uit hun systeem kunnen halen) ging kijken wat hij kon doen.
Vandaag omstreeks 16.15 uur belde hij terug dat inderdaad genoeg gegevens bij Honda aanwezig is om het klantenbestand op de hoogte te stellen.
Dus dit hoeven wij niet aan te leveren.”
2.21.
[gedaagde2] heeft in juni 2018 de INDI-licentie van Autobedrijf Maarschalk opgezegd met ingang van 1 juli 2018. De EVA-licenties zijn eveneens door [gedaagde2] opgezegd. Daarbij heeft hij verzocht één EVA-licentie te behouden tot januari/februari 2019, om daarin de lopende administratie van Maarschalk c.s. te kunnen bijhouden en af te sluiten ten behoeve van de belastingdienst.
2.22.
PK Autoservice en PK Auto Velserbroek zetten met ingang van 1 juli 2018 de exploitatie van de autogarage in het pand voort. De drie werknemers van Autobedrijf Maarschalk, onder wie administrateur/controller [A.], zijn met ingang van 1 juli 2018 in dienst getreden bij PK Autoservice althans PK Auto Velserbroek. Ook [gedaagde2] en [gedaagde1] hebben enige tijd (tot eind 2018) werkzaamheden verricht voor PK Autoservice en/of PK Auto Velserbroek.
2.23.
Honda heeft op 2 juli 2018 aan [gedaagde2] een e-mail gestuurd met daarin
- “
Zoals afgesproken…” - een tekstvoorstel voor de brief van Honda aan de Honda-klanten van Autobedrijf Maarschalk, met het verzoek aan [gedaagde2] om die tekst goed te keuren. Daarin is vermeld dat Autobedrijf Maarschalk per 1 juli 2018 geen onderdeel meer uitmaakt van het Honda dealer- en servicenetwerk en dat de klanten zich voor garantie gerelateerde werkzaamheden kunnen wenden tot één van de erkende Honda servicepunten (te vinden op de website honda.nl). [gedaagde2] heeft deze e-mail van Honda op 5 juli 2018 doorgestuurd aan Parkodam c.s. Daarna heeft [gedaagde2] op 6 juli 2018 per e-mail gereageerd aan Honda, en Honda dringend verzocht om geen brief te sturen naar de Honda-klanten, gelet op de omstandigheid dat het nieuwe garagebedrijf zo is ingericht dat alle garantie gerelateerde werkzaamheden, en uiteraard ook alle reguliere onderhoudswerkzaamheden, via het nieuwe garagebedrijf kunnen worden uitgevoerd. Tevens heeft [gedaagde2] meegedeeld dat is afgesproken dat Autobedrijf Maarschalk het klantenbestand niet aan derden zou overdragen, omdat het klantenbestand immers eigendom van de koper is geworden. Het klantenbestand mag dus niet met derden (waaronder een nieuwe Hondadealer) gedeeld worden.
2.24.
De heer [E.], een adviseur van Parkodam c.s. (hierna: [E.]), heeft op 5 juli 2018 geconstateerd dat op het bureaublad van de computer van [A.] (de voormalig administrateur/controller van Autobedrijf Maarschalk, die op dat moment inmiddels in dienst was van PK Auto Velserbroek), een Excel-bestand was opgeslagen met de naam “
Klanten 5Jr.xlsx”. Het bestand is aangemaakt op 20 juni 2018 en bevatte de gegevens van klanten die de laatste vijf jaar bij Autobedrijf Maarschalk een nieuwe Honda hadden gekocht.
2.25.
Tijdens een in augustus/september 2019 in opdracht van Parkodam c.s. verricht forensisch onderzoek door Schippers IT op de computers van [A.] en [gedaagde2], is gebleken dat het bestand “
Klanten 5Jr.xlsx” op 20 juni 2018 per e-mail is doorgestuurd naar de computer van [gedaagde2] (binnen het bedrijf). In het rapport van Schippers IT is over dit bestand verder het volgende opgemerkt:

Ik zag geen aanwijzingen dat dit bestand benaderd is vanaf een extern opslagmedium op het werkstation van Maarschalk.
Het is mogelijk dat dit bestand gekopieerd is naar een extern opslagmedium. Het kopiëren van bestanden naar een extern opslagmedium, wordt niet gelogd door het besturingssysteem.
2.26.
Tevens is toen door Schippers IT een bestand met de naam “
Selectie brief einde bedrijf 2.xlsx” aangetroffen op het werkstation van [A.], terwijl geen doorgestuurde of andere e-mails met dezelfde bijlage zijn aangetroffen. Evenmin zijn verwijzingen gezien dat dit bestand is benaderd vanaf een extern opslagmedium op het werkstation van Maarschalk, waarbij het wel mogelijk is dat dit bestand is gekopieerd naar een extern opslagmedium, maar dit wordt niet gelogd door het besturingssysteem. Op het werkstation van [gedaagde2] zijn twee e-mails aangetroffen met bijlagen met de naam “
kopie van selectie brief einde bedrijf” (verzonden door [gedaagde2] op 31 mei 2018 aan administratie@automaarschalk.nl) en “
Definitieve lijst klantenrelaties einde bedrijf.xlsx” (verzonden op 4 juni 2018 door [gedaagde2] aan info@koelvastgoed.nl). Door Schippers IT zijn geen sporen aangetroffen die wijzen op het gebruik van het INDI-systeem in de periode vanaf maart 2017 tot en met juni 2018.
2.27.
Op 17 juli 2018 zijn vanuit het EVA account van Autobedrijf Maarschalk klantgegevens geüpload naar INDI. RDC (de leverancier van INDI) heeft op 18 juli 2018 per e-mail aan administratie@automaarschalk.nl van Autobedrijf Maarschalk een rapportage gestuurd van “
het IMSII proces van 18-07-2018” . Dit is een rapportage van de opschoning van gegevens door INDI. Deze e-mail is door Schippers IT aangetroffen tussen verwijderde e-mails op de computer van [A.].
2.28.
Op 30 november 2018 heeft Honda aan 863 Honda-klanten een brief gestuurd met de navolgende inhoud:

Beste Honda klant,
Wij delen u mede dat Auto Maarschalk B.V. ([adres]) geen deel meer uitmaakt van het Honda dealer- en servicenetwerk.
Voor garantie-gerelateerde werkzaamheden kunt u zich in het vervolg wenden tot één van de erkend Honda servicepunten die u kunt vinden op honda.nl.
Met vriendelijke groeten, (…)
2.29.
Parkodam c.s. heeft Maarschalk c.s. per brief van 7 december 2018 aansprakelijk gesteld. Tevens heeft PK Autoservice op 10 december 2018 een brief gestuurd aan de klanten, waarin zij herhaalt dat de Honda-klanten bij haar garage terecht kunnen, ook voor garantie gerelateerde werkzaamheden omdat samengewerkt wordt met een officieel Honda-dealer en servicebedrijf.
2.30.
Op 12 december 2018 heeft Autobedrijf Maarschalk aan Parkodam Beheer een factuur gestuurd voor de betaling van de laatste termijn van de koopsom ter hoogte van
€ 25.000 exclusief btw, zijnde € 30.250 inclusief btw, te betalen uiterlijk op 31 december 2018. Autobedrijf Maarschalk heeft op 20 juni 2019 een incassobrief gestuurd. Parkodam Beheer heeft de factuur niet voldaan.
2.31.
In november 2019 heeft Parkodam c.s. ten laste van Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer diverse conservatoire (derden)beslagen gelegd.

3.Het geschil

in de hoofdzaak in conventie

3.1.
Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer vorderen - samengevat en na wijziging/aanvulling van eis - dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht verklaart dat Parkodam Beheer tekort is geschoten in de nakoming van haar betalingsverplichting uit hoofde van de koopovereenkomst van 1 mei 2018;
Parkodam Beheer veroordeelt tot betaling aan Autobedrijf Maarschalk, althans aan Maarschalk Beheer, althans aan hen gezamenlijk, van een bedrag van € 30.250, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a althans artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek (BW) vanaf 31 december 2018;
Parkodam Beheer veroordeelt tot betaling aan Autobedrijf Maarschalk, althans aan Maarschalk Beheer, althans aan hen gezamenlijk, van een bedrag van € 2.727,10 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW althans artikel 6:119 BW vanaf de dag der dagvaarding;
een en ander met veroordeling van Parkodam Beheer in de werkelijke proceskosten, althans de gebruikelijke proceskosten, te vermeerderen met de nakosten, en de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Hieraan leggen Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer ten grondslag, dat Parkodam Beheer op grond van de overeenkomst van 1 mei 2018 verplicht is de laatste termijn van de koopsom aan Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer te voldoen, te vermeerderen met de btw en de handelsrente. De buitengerechtelijke kosten moeten primair worden begroot op de werkelijke kosten, subsidiair op 15% van de hoofdsom en meer subsidiair op grond van het Besluit BIK, aldus Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer.
3.3.
Parkodam Beheer voert verweer, dat hierna - voor zover van belang - zal worden besproken.
in de hoofdzaak in reconventie
3.4.
Parkodam Beheer vordert - samengevat en na wijziging van eis - dat de rechtbank, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht verklaart dat Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit de koopovereenkomst van 1 mei 2018 met Parkodam Beheer, en dat Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer onrechtmatig jegens Parkodam Beheer hebben gehandeld;
Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer hoofdelijk veroordeelt om aan Parkodam Beheer te voldoen een bedrag van € 1.045.000, althans tot betaling van een nader bij staat op te maken bedrag, indien en voor zover dit bedrag niet reeds uit hoofde van de gevoegde zaak is voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente;
de koopovereenkomst van 1 mei 2018 gedeeltelijk ontbindt waar het gaat om de betaling door Parkodam Beheer van een bedrag van € 30.250 (inclusief btw);
een en ander met veroordeling van Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer in de proceskosten, te vermeerderen met de beslagkosten, de nakosten en de wettelijke rente.
3.5.
Parkodam Beheer legt hieraan - zakelijk weergegeven - ten grondslag dat Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer het relatiebeding en het geheimhoudingsbeding in de artikelen 7 en 9 van de overeenkomst van 1 mei 2018 hebben geschonden door (met behulp van [A.] en via INDI) het klantenbestand van 18 juli 2018 aan Honda ter beschikking te stellen. Hierdoor zijn zij toerekenbaar te kort geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst, althans hebben zij ieder voor zich en gezamenlijk tegenover Parkodam Beheer onrechtmatig gehandeld. Bovendien hebben zij hierdoor het onrechtmatig handelen van Honda, die een commercieel doel nastreefde en onder meer mededingingsrechtelijke regels heeft overtreden, gefaciliteerd. Ook levert dit een inbreuk op de Wet bescherming Bedrijfsgegevens op. Parkodam Beheer stelt hierdoor schade te hebben geleden, omdat een groot deel van het klantenbestand is vertrokken. Daarnaast hebben Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer ten onrechte hun websites opgezegd, aldus Parkodam Beheer. Omdat Maarschalk Beheer de enige bestuurder is van Autobedrijf Maarschalk en als zo danig bekend is geweest met de gang van zaken en daarin via haar bestuurders de heren Maarschalk een leidende rol heeft gespeeld, kan haar een ernstig verwijt gemaakt worden en heeft zij onrechtmatig gehandeld.
3.6.
Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer voeren verweer, dat hierna - voor zover van belang - zal worden besproken.
in de gevoegde zaak
3.7.
Parkodam c.s. vordert (na eisvermindering) dat de rechtbank, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde2] en [gedaagde1] hoofdelijk veroordeelt om aan Parkodam c.s. te voldoen een bedrag van € 1.045.000, althans tot betaling van een nader bij staat op te maken bedrag, indien en voor zover dit bedrag niet reeds uit hoofde van de hoofdzaak is voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente, een en ander met veroordeling van [gedaagde2] en [gedaagde1] in de proceskosten, te vermeerderen met de beslagkosten, de nakosten en de wettelijke rente.
3.8.
Parkodam c.s. legt hieraan - zakelijk weergegeven en in aanvulling op de stellingen in de hoofdzaak in reconventie - ten grondslag dat de overeenkomst van 1 mei 2018 tevens door [gedaagde2] en [gedaagde1] in privé is ondertekend.
3.9.
[gedaagde2] en [gedaagde1] voeren verweer, dat hierna - voor zover van belang - zal worden besproken.
in de vrijwaringszaak
3.10.
Maarschalk c.s. vordert - zakelijk weergegeven - dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Honda veroordeelt om aan Maarschalk c.s. te betalen al hetgeen waartoe Maarschalk c.s. jegens Parkodam c.s. mocht worden veroordeeld in de hoofdzaak en in de gevoegde zaak, met inbegrip van een eventuele kostenveroordeling, een en ander met veroordeling van Honda in de kosten van deze procedure.
3.11.
Hieraan legt Maarschalk c.s. - zakelijk weergegeven - ten grondslag dat indien de vorderingen van Parkodam c.s. op Maarschalk c.s. worden toegewezen dit inhoudt dat Maarschalk c.s. gezamenlijk met Honda onrechtmatig heeft gehandeld en Maarschalk c.s. dus op grond van de artikelen 6:102, 6:10 en 6:101 BW een regresvordering heeft op Honda. In de onderlinge verhouding tussen Maarschalk c.s. en Honda moet de schade voorts volledig voor rekening van Honda komen omdat de schade niet is ontstaan door het verstrekken van de klantgegevens aan Honda, maar volledig door de brief van Honda van
30 november 2018, waarop Maarschalk c.s. geen enkele invloed heeft gehad. Tevens voert Maarschalk c.s. aan dat Honda tekort is geschoten in de nakoming van de dealerovereenkomst (zo nodig op grond van de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid), althans dat Honda onrechtmatig heeft gehandeld door onvoldoende rekening te houden met de gerechtvaardigde belangen van Maarschalk c.s.
3.12.
Honda voert verweer, dat hierna - voor zover van belang - zal worden besproken.

4.De beoordeling

in de hoofdzaak in reconventie

4.1.
De rechtbank ziet aanleiding in de hoofdzaak eerst de reconventionele vorderingen ingesteld door Parkodam Beheer te bespreken.
Uitleg overeenkomst: relatie- en geheimhoudingsbeding
4.2.
Aan de rechtbank ligt in de hoofdzaak in reconventie in de kern de vraag voor of Autobedrijf Maarschalk en/of Maarschalk Beheer tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit de overeenkomst van 1 mei 2018, althans onrechtmatig hebben gehandeld tegenover Parkodam Beheer, door klantgegevens te verstrekken aan Honda. De rechtbank zal eerst het beroep van Parkodam Beheer op de tekortkoming van Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer in de nakoming van de overeenkomst van 1 mei 2018 bespreken.
4.3.
Om dit beroep op een tekortkoming te kunnen beoordelen, moet worden vastgesteld wat partijen zijn overeengekomen. Voor de beantwoording van die vraag komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de overeenkomst mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (vgl. het standaardarrest HR 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG4158 (
Haviltex)). Daarbij is niet alleen de letterlijke tekst van de overeenkomst van 1 mei 2018 (en het overeenstemmingsdocument van 29 december 2017) van belang, maar ook wat partijen hebben besproken voorafgaand aan/bij het sluiten van die overeenkomsten. Hierbij kan onder meer een rol spelen de maatschappelijke positie van partijen en welke kennis bij hen mag worden verwacht. Dit is bijvoorbeeld afhankelijk van de ervaring van partijen.
4.4.
Partijen zijn het erover eens dat zij met de artikelen 7 en 9 van de overeenkomst van 1 mei 2018 de bedoeling hadden om het klantenbestand vanaf 1 mei 2018 exclusief in eigendom van Parkodam Beheer te laten komen. Dit volgt ook uit de e-mail van 7 juni 2018 van [gedaagde2] aan Parkodam Beheer, waarin hij schrijft dat het klantenbestand van Parkodam Beheer is en nergens heen is gegaan. Echter, partijen zijn in de overeenkomst van 1 mei 2018 ook overeengekomen dat de door Autobedrijf Maarschalk gedreven onderneming nog tot 1 juli 2018 op de gebruikelijke wijze wordt voortgezet. Onderdeel van het drijven van die onderneming was dat Autobedrijf Maarschalk als Honda-dealer klantgegevens uitwisselde met Honda en daartoe ook contractuele verplichtingen jegens Honda had op grond van de met Honda gesloten dealerovereenkomst. Voor deze gegevensuitwisseling werd gebruik gemaakt van INDI (zie rov. 2.6). Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer hebben voorts aangevoerd dat het bij iedere auto-importeur, en dus ook bij Honda, onmogelijk is om nieuwe merkauto’s of originele merkauto-onderdelen voor een klant te bestellen, zonder daarbij de NAW- en kentekengegevens van die klant aan de importeur te verstrekken en hebben tevens aangevoerd dat de uitwisseling van klantgegevens een standaardprocedure is in de autobranche, waarmee Parkodam Beheer door de jarenlange ervaring van [C.] in de branche bekend is of behoort te zijn. Nu Parkodam Beheer deze stellingen niet, althans niet voldoende concreet heeft weersproken, gaat de rechtbank uit van de juistheid van de stellingen van Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer. Dit betekent dat de rechtbank ervan uitgaat dat er tot 1 juli 2018 (buiten INDI om) óók klantgegevens met Honda werden uitgewisseld voor het doen van bestellingen (van nieuwe auto’s en originele Honda-onderdelen). Hierbij is niet relevant of Parkodam Beheer exact wist op welke wijze de gegevens werden uitgewisseld en evenmin wat de exacte tekst is van de dealerovereenkomst op dit punt.
4.5.
De rechtbank concludeert dan ook dat de reikwijdte van het relatie- en geheimhoudingsbeding niet zover strekt, dat de uitwisseling van klantgegevens met Honda in de normale uitoefening van de door Autobedrijf Maarschalk gedreven onderneming in de periode 1 mei 2018 tot 1 juli 2018 een inbreuk op deze bedingen oplevert.
4.6.
De vragen die vervolgens nog moeten worden beantwoord zijn de volgende: (i) zijn er in de periode 1 mei – 1 juli 2018 op ongebruikelijke wijze klantgegevens verstrekt aan Honda en (ii) zijn er na 1 juli 2018 aanvullende klantgegevens aan Honda verstrekt waarover Honda niet al voor deze datum beschikte. Als één van beide vragen bevestigend kan worden beantwoord, dan is alsnog sprake van een inbreuk op het relatie- en geheimhoudingsbeding.
Met betrekking tot vraag (i): zijn er in de periode 1 mei - 1 juli 2018 op ongebruikelijke wijze klantgegevens verstrekt aan Honda?
4.7.
Parkodam Beheer stelt dat het uiterst verdacht is dat [A.] op 20 juni 2018 (vlak na een telefoongesprek tussen [gedaagde2] en [D.] van Honda) een Excel-bestand heeft aangemaakt met daarin klantgegevens. Het gaat volgens Parkodam Beheer om gegevens van de klanten die de afgelopen vijf jaar een nieuwe Honda auto bij Autobedrijf Maarschalk hebben gekocht (het bestand met de naam “
Klanten 5Jr.xlsx”). Daarnaast zijn andere bestanden met een klantenoverzicht op de computers van [A.] en [gedaagde2] aangetroffen, te weten: (“
Selectie brief einde bedrijf 2.xlsx”,
kopie van selectie brief einde bedrijf.xlsx”, verzonden door [gedaagde2] op 31 mei 2018 aan administratie@automaarschalk.nl, en “
Definitieve lijst klantenrelaties einde bedrijf.xlsx”, verzonden op 4 juni 2018 door [gedaagde2] aan info@koelvastgoed.nl). Parkodam Beheer vermoedt dat deze Excel-bestanden door Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer aan Honda zijn verstrekt en dat daarvan de sporen zijn gewist. Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer hebben dit betwist.
4.8.
De rechtbank overweegt dat geenszins aannemelijk is geworden dat deze Excel-bestanden zijn gedeeld met Honda, nu er - anders dan Parkodam Beheer betoogt - wel degelijk een andere en legitieme aanleiding lijkt te bestaan voor het aanmaken van de Excel-bestanden. De bestanden “
Selectie brief einde bedrijf 2.xlsx”,
kopie van selectie brief einde bedrijf.xlsx”, en “
Definitieve lijst klantenrelaties einde bedrijf.xlsx”lijken (ook gelet op de aanmaakdata van die bestanden in mei en begin juni 2018) vervaardigd te zijn ten behoeve van het verzenden van de brieven van 6 juni 2018, waarmee de klanten door partijen werden geïnformeerd over het voortzetten van de onderneming van Autobedrijf Maarschalk door PK Auto Velserbroek. Ten aanzien van het bestand “
Klanten 5Jr.xlxs” hebben Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer voorts toegelicht dat Autobedrijf Maarschalk dit bestand nodig had om een totaaloverzicht te verkrijgen van alle lopende potentiële garantieaanspraken. Door Honda werd namelijk drie jaar garantie gegeven op nieuwe auto’s, welke garantietermijn Autobedrijf Maarschalk verlengde met twee jaar. Concrete aanwijzingen dat deze bestanden zijn verstrekt aan Honda ontbreken bovendien. Schippers IT schrijft dat ook met zoveel woorden in haar rapport (vgl. rov. 2.25 en 2.26 van dit vonnis).
4.9.
De tussenconclusie is dan ook dat Parkodam Beheer onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat in de periode 1 mei 2018 – 1 juli 2018 buiten de normale bedrijfsuitoefening klantgegevens zijn gedeeld met Honda, zodat de vraag of er in deze periode in strijd is gehandeld met het relatie- en/of geheimhoudingsbeding ontkennend moet worden beantwoord.
Met betrekking tot vraag (ii): zijn er na 1 juli 2018 aanvullende klantgegevens aan Honda verstrekt waarover Honda niet al voor deze datum beschikte?
4.10.
Parkodam Beheer stelt dat vanaf maart 2017 via INDI geen gegevensuitwisseling tussen Autobedrijf Maarschalk en Honda heeft plaatsgevonden. Vervolgens zijn er volgens Parkodam Beheer op 17 juli 2018 voor het eerst weer bestanden geüpload in INDI door ([A.] namens) Autobedrijf Maarschalk, die vervolgens via INDI beschikbaar zijn gesteld aan Honda. Parkodam Beheer heeft dit betoog onderbouwd met het rapport van Schippers IT, en het afschrift van de e-mail van 18 juli 2018 met de IMSII rapportage, waaruit volgens Parkodam Beheer blijkt dat bij de opschoning van het klantenbestand een ongebruikelijk hoog percentage mutaties heeft plaatsgevonden (33% ten opzichte van een volgens Parkodam Beheer gebruikelijke 5%). Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer hebben deze gang van zaken, evenals de daaraan door Parkodam Beheer verbonden gevolgtrekkingen, betwist.
4.11.
De rechtbank stelt voorop dat van een inbreuk van het relatie- en geheimhoudingsbeding alleen sprake kan zijn als Honda door de gestelde gegevensuitwisseling die op 17 juli 2018 heeft plaatsgevonden, over extra klantgegevens de beschikking kreeg, in aanvulling op de klantgegevens waarover Honda in de normale bedrijfsuitoefening tot 1 juli 2018 al de beschikking had gekregen. De rechtbank is van oordeel dat Parkodam Beheer onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat hiervan sprake is en overweegt hiertoe als volgt. Parkodam Beheer miskent dat Honda tot 1 juli 2018 ook buiten INDI voorzien werd van klantgegevens in de gebruikelijke bedrijfsuitvoering en dat het dus onjuist is dat Honda uitsluitend over een verouderd klantenbestand uit maart 2017 zou kunnen beschikken. Honda had buiten INDI in elk geval de beschikking over klantgegevens van Honda-rijders die voor 1 juli 2018 bij Autobedrijf Maarschalk een nieuwe auto hadden gekocht of originele Honda-onderdelen hadden besteld. Niet gesteld of gebleken is dat Honda op 30 november 2018 klanten heeft aangeschreven die zij uitsluitend zou kunnen kennen uit de gestelde gegevensuitwisseling die op 17 juli 2018 via INDI heeft plaatsgevonden. Dit is ook daarom niet aannemelijk omdat partijen het erover eens zijn dat door Honda ook klanten zijn aangeschreven die al enige tijd geen Honda-rijder meer waren. Daarbij lag de door Auto Maarschalk gedreven onderneming per 1 juli 2018 stil en werd EVA vanaf 1 juli 2018 niet meer gebruikt voor het invoeren van klantgegevens (Parkodam Beheer had haar eigen systeem).
4.12.
De tussenconclusie is dan ook dat Parkodam Beheer onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat op 17 juli 2018 in strijd is gehandeld met het relatie- en/of geheimhoudingsbeding.
rol Honda / faciliteren van onrechtmatig handelen van Honda
4.13.
Voorts bepleit Parkodam Beheer dat de handelwijze van Honda ook aan Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer kan worden verweten. Volgens Parkodam Beheer hebben Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer namelijk met Honda samengespannen, althans het handelen van Honda gefaciliteerd, en de inhoud van de brief van 30 november 2018 met Honda afgestemd. Honda heeft immers op 2 juli 2018 aan [gedaagde2] een concepttekst van een brief aan klanten toegestuurd, en daarbij vermeld “
Zoals afgesproken…”, en gevraagd om de goedkeuring van [gedaagde2]. De brief van 30 november 2018 aan de klanten stemt - behalve het weglaten van de datum 1 juli 2018 - volledig overeen met de tekst die Honda op 2 juli 2018 aan [gedaagde2] toezond. Bovendien heeft [gedaagde2] Honda er op gewezen dat Honda al beschikte over de klantgegevens, terwijl Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer wisten dat Parkodam Beheer er bezwaar tegen maakte dat Honda de klanten zou aanschrijven, aldus nog steeds Parkodam Beheer. Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer hebben ook deze verwijten weersproken.
4.14.
De rechtbank stelt ook hier voorop dat Parkodam Beheer rekening moest houden met het feit dat Honda op grond van de dealerovereenkomst en de normale bedrijfsuitvoering kon beschikken (en ook daadwerkelijk beschikte) over de Honda-klantgegevens van Autobedrijf Maarschalk. Honda had dus de verdere hulp van Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer niet nodig om de brief van 30 november 2018 te sturen naar de Honda-klanten van Autobedrijf Maarschalk (terwijl Honda overigens stelt dat dit zonder overleg met Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer is gebeurd). In zoverre is daarom niet relevant of Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer met Honda hebben afgestemd, of dat Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer Honda hebben gefaciliteerd in het (gestelde) onrechtmatige handelen van Honda. Om die reden is (in het kader van deze procedure tussen Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer enerzijds, en Parkodam Beheer anderzijds) ook niet van belang of Parkodam Beheer wist of kon verwachten dat Honda een brief naar de Honda-klanten van Autobedrijf Maarschalk zou sturen. Dit is immers een handeling van Honda geweest, waarvoor zij de verdere medewerking van Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer niet nodig had. Daarom kan dit handelen van Honda (voor zover dat al onrechtmatig was tegenover Parkodam Beheer, hetgeen niet ter beoordeling voorligt in deze procedure) niet voor rekening van Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer worden gebracht. De rechtbank ziet met andere woorden geen aanleiding om Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer verantwoordelijk te houden voor het handelen van Honda. De vraag of Honda onrechtmatig heeft gehandeld jegens Parkodam Beheer en/of in strijd heeft gehandeld met bepalingen van het mededingingsrecht, behoeft daarom verder in deze procedure niet te worden beoordeeld. Parkodam Beheer (althans PK Auto Velserbroek en/of PK Autoservice) heeft (hebben) immers geen vorderingen ingesteld tegen Honda (noch in de hoofdzaak, noch in de gevoegde zaak of de vrijwaringzaak).
4.15.
Het feit dat Honda in haar e-mail van 2 juli 2018 aan [gedaagde2] schrijft dat zij heeft afgesproken dat Honda aan [gedaagde2] de concepttekst voor de brief aan de klanten zou toesturen, kan reeds gezien het voorgaande niet worden aangemerkt als tekortkoming van Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer. Daarbij komt nog dat [gedaagde2] de e-mail van Honda van 2 juli 2018 vrijwel direct (op 5 juli 2018) heeft doorgestuurd aan Parkodam c.s., en vervolgens op 6 juli 2018 in een uitgebreide e-mail aan Honda heeft verzocht om (juist) géén brief aan de klanten te sturen.
slotsom in de hoofdzaak in reconventie
4.16.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat geen sprake is van een tekortkoming van Autobedrijf Maarschalk of Maarschalk Beheer in de nakoming van hun verplichtingen uit de overeenkomst met Parkodam Beheer van 1 mei 2018. Derhalve bestaat ook geen grond voor de door Parkodam Beheer gevorderde gedeeltelijke ontbinding.
4.17.
Aan de beoordeling van de vraag of Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer hun verplichtingen ten aanzien van de websites hebben geschonden, zoals Parkodam Beheer eveneens stelt, wordt niet toegekomen. Parkodam Beheer heeft aan deze stellingen namelijk geen rechtsgevolgen of (schadevergoedings-)vorderingen verbonden. Ook heeft zij geen betaling van de daaraan verbonden boete geëist.
4.18.
Aan het beroep op een onrechtmatige daad heeft Parkodam Beheer voorts dezelfde feiten en omstandigheden ten grondslag gelegd als aan de tekortkoming, zodat ook dit betoog Parkodam Beheer niet kan baten.
4.19.
De vorderingen van Parkodam Beheer in de hoofdzaak in reconventie zullen daarom worden afgewezen.
4.20.
Voor zover Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer in de hoofdzaak in reconventie vorderen dat de ten laste van hen gelegde beslagen worden opgeheven (vgl. conclusie van antwoord in reconventie, in het petitum op pagina 18), is die vordering niet toewijsbaar. De enkele omstandigheid dat de vorderingen waarvoor de conservatoire beslagen zijn gelegd in dit vonnis worden afgewezen, vormt daarvoor onvoldoende grond. Hoger beroep staat immers nog open, zie artikel 704 lid 2 Rv. In een dergelijk geval moeten bij de beoordeling van een vordering tot opheffing van een conservatoir beslag de wederzijdse belangen van partijen worden afgewogen (vgl. HR 30 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AV1559). Nu over de belangen bij het opheffen van de beslagen niets is gesteld, wordt aan deze vordering verder voorbij gegaan.
4.21.
Parkodam Beheer zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten in de hoofdzaak in reconventie. Vergoeding van de werkelijk gemaakte advocaatkosten (in afwijking van het toepasselijke liquidatietarief), zoals door Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer gevorderd, is niet aan de orde. Daarvan is pas sprake als het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven (misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen). Hiervan kan eerst sprake zijn als eiser zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden (vgl. HR 6 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7828). Een dergelijke situatie doet zich naar het oordeel van de rechtbank niet voor. Daarom worden de kosten aan de zijde van Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer in de hoofdzaak in reconventie begroot conform het liquidatietarief op een bedrag € 7.712 aan salaris advocaat (2 punten x tarief € 3.856).
in de hoofdzaak in conventie
4.22.
In de hoofdzaak in conventie vorderen Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer betaling van de factuur van 12 december 2018 voor de laatste termijn van de koopprijs (€ 25.000 excl. btw, € 30.250 incl. btw), (primair) te voldoen aan Autobedrijf Maarschalk. Parkodam Beheer heeft de verschuldigdheid van de factuur niet weersproken, behalve door zich te beroepen op een tekortkoming dan wel onrechtmatige daad van Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer. Nu deze verweren niet worden gevolgd gelet op hetgeen in reconventie is overwogen, zullen vorderingen 1 en 2 in conventie in de hoofdzaak (verklaring voor recht en betaling van de factuur aan Autobedrijf Maarschalk) worden toegewezen; de vordering onder 2 te vermeerderen met de onweersproken wettelijke handelsrente tegen de gevraagde ingangsdatum (31 december 2018).
4.23.
Tevens maken Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer aanspraak op vergoeding van hun buitengerechtelijke incassokosten op grond van artikel 6:96 lid 2 sub c BW, (primair) te betalen aan Autobedrijf Maarschalk. Primair begroten zij die vergoeding op de daadwerkelijke gemaakte kosten, en subsidiair op 15% van de hoofdsom. De rechtbank overweegt dat alleen redelijke kosten toewijsbaar zijn. Op de vordering is het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing. De tarieven die zijn weergegeven in dat Besluit worden geacht redelijk te zijn. Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer hebben onvoldoende toegelicht waarom in dit geval moet worden afgeweken van het Besluit. De buitengerechtelijke kosten zullen daarom tot het tarief van het Besluit worden toegewezen, te weten € 1.077,50. Over de buitengerechtelijke kosten is geen handelsrente verschuldigd, omdat sprake is van een schadevergoeding. De subsidiair gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen met ingang van de dag van dagvaarding.
4.24.
Parkodam Beheer zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten in de hoofdzaak in conventie, die aan de zijde van Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer worden begroot op € 81,83 aan dagvaardingskosten, € 1.992 aan griffierecht, en € 1.390 aan salaris advocaat (2 punten x tarief € 695), derhalve in totaal € 3.463,83. Voor toewijzing van de werkelijke advocaatkosten bestaat ook in conventie geen aanleiding, gelet op hetgeen hierover in reconventie is overwogen. De gevorderde nakosten zullen eveneens conform het liquidatietarief worden toegewezen. Ook de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten is toewijsbaar.
in de gevoegde zaak
4.25.
Parkodam c.s. heeft in de gevoegde zaak betoogd dat [gedaagde2] en [gedaagde1] (de bestuurders van Maarschalk Beheer) ook in privé de verplichtingen uit de overeenkomst van 1 mei 2018 zijn aangegaan. Verder heeft Parkodam c.s. aan de vorderingen tegen [gedaagde2] en [gedaagde1] dezelfde feiten ten grondslag gelegd, als in de hoofdzaak in reconventie tegen Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer. Uit het voorgaande volgt dat de door Parkodam c.s. aangevoerde feiten en stellingen niet kunnen leiden tot het oordeel dat sprake is van een tekortkoming of onrechtmatige daad. Dit geldt daarom eveneens voor [gedaagde2] en [gedaagde1]. Het betoog over ‘kwaadsprekerij’ door [gedaagde2] en [gedaagde1] is niet geconcretiseerd of onderbouwd. Ook de vorderingen in de gevoegde zaak zullen om die reden worden afgewezen.
4.26.
Parkodam c.s. wordt als de in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk in de proceskosten veroordeeld, die aan de zijde van [gedaagde2] en [gedaagde1] in de gevoegde zaak tot op heden worden begroot op € 1.599 aan griffierecht en € 7.712 aan salaris advocaat (2 punten x tarief € 3.856), derhalve in totaal € 9.311. De enkele omstandigheid dat aan de vorderingen van Parkodam c.s. in de gevoegde zaak volgens [gedaagde2] en [gedaagde1] geen andere omstandigheden ten grondslag zijn gelegd dan in de hoofdzaak, levert geen misbruik van recht op, en rechtvaardigt daarom ook in de gevoegde zaak geen veroordeling in de daadwerkelijke advocaatkosten.
in de vrijwaringszaak
4.27.
De afwijzing van de vorderingen van Parkodam c.s. tegen Maarschalk c.s., betekent dat de vorderingen van Maarschalk c.s. tegen Honda in de vrijwaringszaak niet voor toewijzing in aanmerking komen.
4.28.
Maarschalk c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk worden veroordeeld in de proceskosten in de vrijwaringszaak, die tot op heden aan de zijde van Honda worden begroot op € 4.131 aan griffierecht en € 7.712 aan salaris advocaat (2 punten x tarief € 3.856), derhalve in totaal € 11.843. De gevorderde nakosten en wettelijke rente zullen worden toegewezen op de wijze als in de beslissing vermeld.

5.De rechtbank

in de hoofdzaak (C/15/293941 / HA ZA 19-607)

in conventie
5.1.
verklaart voor recht dat Parkodam Beheer tekort is geschoten in de nakoming van haar betalingsverplichting uit hoofde van de koopovereenkomst van 1 mei 2018;
5.2.
veroordeelt Parkodam Beheer tot betaling aan Autobedrijf Maarschalk van een bedrag van € 30.250, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf 31 december 2018 tot de dag der algehele voldoening;
5.3.
veroordeelt Parkodam Beheer tot betaling aan Autobedrijf Maarschalk van een bedrag van € 1.077,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
5.4.
veroordeelt Parkodam Beheer in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer begroot op € 3.463,83, te vermeerderen met de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Parkodam Beheer niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de proceskosten en de nakosten met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
5.5.
verklaart dit vonnis in de hoofdzaak in conventie wat betreft de veroordelingen in 5.2, 5.3 en 5.4 uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst af het anders of meer gevorderde in de hoofdzaak in conventie;
in reconventie
5.7.
wijst de vorderingen af;
5.8.
veroordeelt Parkodam Beheer in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Autobedrijf Maarschalk en Maarschalk Beheer begroot op € 7.712;
5.9.
verklaart dit vonnis in de hoofdzaak in reconventie wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in de gevoegde zaak (C/15/296267 / HA ZA 19-735)
5.10.
wijst de vorderingen af;
5.11.
veroordeelt Parkodam c.s. hoofdelijk in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [gedaagde2] en [gedaagde1] begroot op € 9.311;
5.12.
verklaart dit vonnis in de gevoegde zaak wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in de vrijwaringszaak (C/15/301703 / HA ZA 20-226)
5.13.
wijst de vorderingen af;
5.14.
veroordeelt Maarschalk c.s. hoofdelijk in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Honda begroot op € 11.843, te vermeerderen met de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Maarschalk c.s. niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de proceskosten en de nakosten met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
5.15.
verklaart dit vonnis in de vrijwaringszaak wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J. Bellaart, mr. A.K. Korteweg en mr. N.B.F. Telders en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door mr. A.K. Korteweg op 11 november 2020.