Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 2 mei 2019 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
de korpschef van politie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Vanuit mijn onderzoek zie ik geen duidelijke aanwijzingen dat betrokkene absoluut het ontoelaatbare niet heeft kunnen inzien, nog op enige andere wijze heeft kunnen handelen.
Immers tijdens de gedragingen ontbreekt het aan ernstige psychiatrische symptomen die inzicht in, of de wilsvrijheid tot handelen volledig hinderen”. Eiser is er niet geslaagd om voldoende aannemelijk te maken dat het plichtsverzuim hem niet kan worden toegerekend. Eiser heeft geen nadere medische stukken of een contra-expertise ingebracht, die aanleiding geven tot twijfel aan deze conclusie. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat de verweten gedragingen eiser kunnen worden toegerekend. Verweerder was dan ook bevoegd tot het nemen van een disciplinaire maatregel.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, voor zover het betreft het onvoorwaardelijk strafontslag;