Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met 19 producties;
- de conclusie van antwoord met 7 producties;
- het tussenvonnis van 25 januari 2017;
- het proces-verbaal van comparitie van 20 november 2017 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
heeft een vordering op JoKu B.V. (…) De bestuurder van JoKu B.V. is de echtgenote van de bestuurder van de Stichting. Deze vordering per 1 februari 2016 op JoKu B.V. blijkt uit de concept cijfers van de Vennootschap. De vordering van de Vennootschap op JoKu zal door de Vennootschap voor levering worden kwijtgescholden. Op JoKu valt deze vordering niet te verhalen. Koper is hiermee bekend en heeft daarom ingestemd met de kwijtschelding tot een maximum bedrag van € 300.000,- (zegge: driehonderdduizend euro). Indien en voor zover de rekening courant vordering/schuld van JoKu uitkomt boven het bedrag ad € 300.000,- is JoKu gehouden het overschrijdende bedrag te voldoen aan Koper.(…)”
3.Het geschil
4.De beoordeling
T.a.v. vordering sub 5
hierbij onherroepelijk afstand[doet]
van de vordering die zij heeft op JoKu B.V”.Uitgaande van de datum van kwijtschelding van 1 april 2016, op welk moment er reeds een faillissementsaanvraag was ingediend jegens Chica’s en deze onderneming een zeer grote schuldenlast had, valt de rechtshandeling waarbij het bedrag van € 300.000,- is kwijtgescholden als onverplicht en paulianeus in de zin van artikel 42 Fw te kwalificeren, zodat de curator terecht de vernietiging van deze rechtshandeling heeft ingeroepen en ook het gevorderde sub 4 voor toewijzing gereed ligt.
5.160,00(2,0 punten × € 2.580,00)