ECLI:NL:RBNHO:2016:8834
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Dwangsom als loon in het kader van de Wet op de loonbelasting 1964
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 28 oktober 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een militair ambtenaar, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de inhouding van loonheffing over een dwangsom die hem was verbeurd wegens het niet tijdig beslissen door de Commandant Zeestrijdkrachten op zijn verzoek om vliegpunten. De rechtbank oordeelde dat de dwangsom moet worden aangemerkt als loon waarover loonbelasting moet worden ingehouden. Eiser had een bedrag aan loonheffing ingehouden over het tijdvak van 1 december 2014 tot en met 31 december 2014, waarvan een deel betrekking had op de verbeurde dwangsom van € 120. De rechtbank overwoog dat de dwangsom voortvloeit uit de rechtspositie van eiser als militair ambtenaar en dat deze niet kan worden aangemerkt als een vergoeding voor immateriële schade. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, waarbij zij geen aanleiding zag voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam.