Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 24 juni 2016 in de zaak tussen
de stichting Stichting Dunamare Onderwijsgroep, te Haarlem, eiseres
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
“De heer [naam 5] begeleidde mij naar het techniek lokaal waar ik zag dat een deel van de ladder op de grond lag. (…) Ik zag dat aan de ene kant van de ladderbomen geen antislipinrichting zat. Aan de andere kant was deze er wel, echter was deze deels versleten. Andere voorzieningen om de ladder te borgen waren niet aanwezig. (…) Ik vroeg de heer [naam 5] naar het onderhoud. Hij vertelde mij dat er geen onderhoud op de ladder was gepleegd en dat de ladder ook nooit gekeurd werd. (…) Ik werd vervolgens begeleid naar het lokaal waar het ongeval was gebeurd. (…) Ik zag dat er op de vloer linoleum lag en ik voelde dat de vloer glad was. Ik vroeg naar de risico-inventarisatie en –evaluatie. (…) Hierin zag ik niet dat het gebruik van draagbare trappen en ladders als risico was opgenomen.”
“Aangekomen in het lokaal plaatste ik de ladder tegen de muur. Ik weet dat de vloer erg glad is dus zorgde ik ervoor dat de voeten met de rubbers op de grond stonden, want aan de andere kant zitten er geen rubbers op de ladder, maar hout. (…) Boven aangekomen wilde ik de luxaflex laten zakken, voordat ik dit deed voelde ik de ladder onder mij vandaan glijden. Ik plaatste mijn handen aan de raamrand en liet de trap verder glijden en ik bleef hangen totdat de trap vlak op de grond lag en sprong toen naar beneden. (…) Ik hoorde krak en voelde gelijk pijn. Mijn voet zwol direct op. De ambulance kwam heel snel en ik werd afgevoerd naar het ziekenhuis.