ECLI:NL:RBNHO:2015:9448

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 oktober 2015
Publicatiedatum
2 november 2015
Zaaknummer
15/860130-14
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte voor meerdere overvallen en straatroof met geweld

In deze strafzaak is de verdachte beschuldigd van het plegen van meerdere overvallen op Hi telefoonwinkels en een straatroof. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 7 juli 2014, samen met medeverdachten, de Hi winkel te Zaandam heeft overvallen. Hierbij bedreigde hij het aanwezige personeel met een mes en dwong hen tot het afgeven van mobiele telefoons en geld. Eerder, op 10 maart 2014, heeft de verdachte een poging tot overval gedaan op dezelfde winkel, maar deze poging mislukte doordat het personeel de winkel kon ontvluchten. Daarnaast heeft de verdachte op 12 mei 2014 in Amsterdam een straatroof gepleegd waarbij hij samen met een ander slachtoffer heeft beroofd van een tas met geld. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan afpersing, poging tot afpersing en diefstal met geweld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar en heeft schadevergoedingsmaatregelen opgelegd aan de benadeelde partijen, waaronder KPN B.V. en de slachtoffers van de straatroof.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummers: 15/860130-14 en 15/810414-14 (TTZ GEV) (P, onderzoek HI)
Uitspraakdatum: 30 oktober 2015
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 7 en 16 oktober 2015 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Almere te Almere.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. van Oosten en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. T.G.M. Houben, advocaat te Koog aan de Zaan, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering en na wijziging van de tenlastelegging ex artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
feit 1
hij op of omstreeks 07 juli 2014 te Zaandam, gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van 70, althans meerdere
telefoontoestellen en/of Euro 700,-, althans een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan KPN en/of de Hi Winkel (gevestigd aan de Gedempte Gracht 16 A), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s),
- een (groot) mes, althans een scherp voorwerp, aan die [slachtoffer 1] heeft/hebben getoond en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben geschreeuwd/geroepen dat die [slachtoffer 1] mee moest werken en/of dat die [slachtoffer 1] mee moest lopen en/of waarbij hij, verdachte, met dat mes, althans dat scherpe voorwerp, in de richting van die [slachtoffer 1] heeft gewezen en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben geschreeuwd/gezegd dat die [slachtoffer 1] op de grond moest gaan liggen en/of dat die [slachtoffer 1] zijn handen op zijn rug moest plaatsen en/of
- de voeten en de handen van [slachtoffer 1] met tie-rips heeft/hebben vastgebonden en/of
- heeft/hebben geschreeuwd/gezegd dat de (door hem, verdachte meegebrachte) tassen gevuld moesten worden met de telefoons uit de kluis en/of
- heeft/hebben geschreeuwd/gezegd dat het geld uit de kassalade gehaald moest gaan worden;
(zaak Uiver)
feit 2
hij op of omstreeks 10 maart 2014 te Zaandam, gemeente Zaanstad, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen telefoon(s) en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan KPN/Hi (filiaal zaandam), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
hij, verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s)
- de HI-winkel gelegen aan de gedempte gracht 16a te Zaandam is/zijn binnengegaan (terwijl de overvaller vermomd was, althans een muts met flappen op had en/of een grote bril droeg en/of handschoenen droeg en/of een sporttas met zich meevoerde)
waarna hij, verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s)
- tegen die [slachtoffer 1] (op dreigende en/of commanderende toon) heeft/hebben gezegd. “loop naar achteren” en/of “naar achteren toe” en/of
- de rits van een sporttas heeft/hebben geopend, althans een beweging heeft/hebben gemaakt alsof hij, verdachte en/of zijn mededader(s) deze tas wilde openen en/of een voorwerp uit de tas wilde(n) halen en/of
- ( op dreigen en/of commanderende toon) heeft/hebben gezegd, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) voor de deur van de backoffice/magazijn stond(en): “doe die deur open” en/of –
- vervolgens de ruimte van de backoffice/het magazijn is/zijn binnengegaan
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
(zaak Struis)
feit 3
hij op of omstreeks 12 mei 2014 te Amsterdam op de openbare weg Oosterdokstraat tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 8225,00 Euro, althans een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- met kracht heeft/hebben getrokken aan een tas (met daarin het geldbedrag) welke aan de schouder van die [slachtoffer 4] hing, en/of
- ( vervolgens) (met kracht) is/zijn blijven trekken aan die tas die [slachtoffer 4] vasthield, waardoor die [slachtoffer 4] met haar (hoofd) op de grond is gevallen en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 4] met haar tas over de grond heeft/hebben meegesleurd en/of
- met kracht heeft/hebben getrokken aan een tas (met daarin geld) die [slachtoffer 5] in zijn hand had;
(zaak IJskruid)
feit 4
hij op of omstreeks 16 oktober 2013 te Haarlem, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van 37, althans meerdere telefoontoestellen, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan KPN/de Hi Winkel (gevestigd aan de Mentonpassage 13A), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke
bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s),
- een (groot) mes, althans een scherp voorwerp, aan die [slachtoffer 2] heeft/hebben getoond en/of
- de handen van [slachtoffer 2] met tie-rips heeft/hebben vastgebonden en/of
- tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij op zijn buik moest gaan liggen en/of
- heeft/hebben geschreeuwd/gezegd dat de (meegebrachte) tassen gevuld moesten worden met de
telefoons uit de kluis;
(zaak Yonkers)

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.2.
Bewijsmiddelverweren
3.2.1.
Bewijsmiddelverweer feit 2
Door de raadsman van verdachte is aangevoerd dat de herkenning van medewerker [slachtoffer 1] van de Hi winkel te Zaandam op 10 maart 2014 onbetrouwbaar is. De raadsman heeft daartoe onder meer opgemerkt dat [slachtoffer 1] vrijwel direct na de binnenkomst van de dader is weggerend uit de winkel. Het is niet mogelijk geweest voor [slachtoffer 1] om in dit korte tijdsbestek de dader te herkennen als zijnde verdachte, nu de dader slechts 3 woorden heeft gesproken en [slachtoffer 1] onder lastige omstandigheden (het betreft een voor hem onbekende, er is sprake van een vermomming, van stress, een snelheid van gebeurtenissen) zijn herkenning moet hebben gedaan. Daar komt bij dat [slachtoffer 1] behoort tot een ander ras dan verdachte, en gegeven de
cross racial theoryminder goed in staat is om de dader te kunnen herkennen dan iemand van hetzelfde ras dan verdachte. De herkenning van [slachtoffer 1] dient daarom buiten het bewijs te worden gehouden, zo begrijpt de rechtbank het verweer van de raadsman.
De rechtbank verwerpt dit verweer, dat zijn weerlegging vindt in de bewijsmiddelen, en overweegt daartoe voorts als volgt. [slachtoffer 1] heeft zijn herkenning onmiddellijk geuit naar aanleiding van de onder feit 1 ten laste gelegde overval op de Hi winkel te Zaandam op 7 juli 2014, welk feit verdachte heeft bekend, en heeft gesteld dat de dader van de poging tot overval op de Hi winkel te Zaandam op 10 maart 2014 met zekerheid dezelfde persoon is. Daarbij acht de rechtbank het in dit geval van belang dat [slachtoffer 1] bij beide overvallen de overvaller van dichtbij heeft gezien en heeft zien optreden. [slachtoffer 1] verklaart dat deze persoon dezelfde huidskleur en lengte had en dat hij deze persoon ook herkende aan zijn stem. [slachtoffer 1] heeft weliswaar de overvaller op 10 maart 2014 kortstondig gezien, maar het is een gebeurtenis die diepe indruk heeft gemaakt op [slachtoffer 1], die heeft verklaard dat hij het op een rennen zette en voor zijn gevoel in zijn leven nog nooit zo hard heeft gerend.
Voorts heeft de rechtbank geen aanleiding aan te nemen dat [slachtoffer 1], die bij beide overvallen bijzonder oplettend en alert heeft gereageerd, enig belang kan hebben gehad bij het afleggen van de verklaring dat hij verdachte bij de overval op 7 juli 2014 herkende van de poging tot overval op 10 maart 2014.
Ook overweegt de rechtbank dat de herkenning van verdachte niet op zichzelf staat, maar steun vindt in de door de rechtbank hieronder te bezigen bewijsmiddelen.
De rechtbank heeft gelet op het voorgaande geen redenen te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van de herkenning door [slachtoffer 1] en er staat naar het oordeel van de rechtbank niets in de weg aan het gebruik tot het bewijs van de stukken die betrekking hebben op de herkenning door [slachtoffer 1].
3.2.2.
Bewijsmiddelverweer feit 3
Door de raadsman van verdachte is aangevoerd dat de herkenning van verdachte op de stills van de camerabeelden door [getuige 23] als onbetrouwbaar moet worden aangemerkt, nu deze herkenning gekleurd is doordat [getuige 23] wist van de financiële problemen van verdachte en hij eerder verdachte al eens had bestraft voor het verdwijnen van een sealbag met geld. Daar komt bij dat [getuige 23] eveneens behoort tot een ander ras dan verdachte, en gegeven de
cross racial theoryminder goed in staat is om de dader te kunnen herkennen. Daarnaast is sprake van
collaborative story telling, nu [getuige 23] met andere getuigen heeft gesproken en er sprake is van tijdsverloop, zodat de interpretaties van de getuigen kunnen zijn samengesmolten tot één verhaal. Alle andere getuigen hebben hun twijfels. De herkenning van verdachte door [getuige 23] moet daarom worden uitgesloten van het bewijs, aldus de raadsman.
De rechtbank verwerpt het verweer, dat zijn weerlegging vindt in de bewijsmiddelen, en overweegt daaromtrent voorts als volgt. [getuige 23] heeft de herkenning van zijn voormalig medewerker pas geuit nadat hij is aangeslagen op de beelden uit het Parool die hem door zijn vrouw zijn getoond. Toen [getuige 23] de foto op een groot scherm zag was hij voor 100% zeker dat het verdachte was. Daarbij acht de rechtbank het van belang dat [getuige 23] verdachte heeft herkend als de persoon die hij met grote regelmaat heeft gezien. De financiële problemen van verdachte en het incident met de verdwenen sealbag heeft [getuige 23] daarvoor tegenover de politie niet geuit. Evenmin is aannemelijk geworden dat [getuige 23] enig belang heeft gehad bij het aanwijzen van verdachte, nu verdachte ten tijde van de herkenning niet meer voor [bedrijf] werkte, de buit van de straatroof is teruggegeven en verdachte reeds uit andere hoofde gedetineerd zat.
Ook overweegt de rechtbank dat de herkenning van verdachte niet op zichzelf staat, maar steun vindt in de door de rechtbank hieronder te bezigen bewijsmiddelen.
De rechtbank heeft gelet op deze omstandigheden geen redenen te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van de herkenning en oordeelt dat deze herkenning tot het bewijs mag worden gebezigd.
3.3.
Redengevende feiten en omstandigheden [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten op grond van het volgende.
3.3.1.
Inleidende opmerkingen
Vanaf juni 2013 hebben er in totaal zeven overvallen en twee inbraken plaatsgevonden op/in Hi telefoonwinkels, een dochteronderneming van telecombedrijf KPN. Elk van deze incidenten is eerst afzonderlijk onderzocht. Naar aanleiding van bevindingen in het onderzoek Uiver, de overval op de Hi winkel te Zaandam op 7 juli 2014, is vervolgens een overkoepelend onderzoek gestart onder de onderzoeksnaam Hi, dat zich heeft gericht op het onderzoek naar de betrokkenheid van verschillende personen bij de overval op de Hi winkel te Zaandam op 7 juli 2014 en de eerdere overvallen en inbraken op andere Hi telefoonwinkels. [2]
Omwille van de leesbaarheid van het vonnis wordt hieronder opgesomd van welke telefoonnummers de verschillende personen in het onderzoek gebruik maken, alsmede wordt vermeld hoe in dit vonnis naar deze telefoonnummers wordt verwezen:
- verdachte maakt gebruik van de telefoonnummers [telefoonnummer 14] (hierna: [telefoonnummer 14]) [3] , [telefoonnummer 15] (hierna: [telefoonnummer 15]) [4] , [telefoonnummer 16] (hierna [telefoonnummer 16]) [5] en [telefoonnummer 17] (hierna: [telefoonnummer 17]) [6] ;
- [medeverdachte 2] maakt onder meer gebruik van de telefoonnummers [telefoonnummer 1] (hierna: [telefoonnummer 1]) [7] , [telefoonnummer 2] (hierna [telefoonnummer 2]) [8] , [telefoonnummer 3] (hierna: [telefoonnummer 3]) [9] , [telefoonnummer 4] (hierna: [telefoonnummer 4]) [10] , [telefoonnummer 5] (hierna: [telefoonnummer 5]) [11] , [telefoonnummer 6] (hierna: [telefoonnummer 6]) [12] , [telefoonnummer 7] (hierna: [telefoonnummer 7]) [13] , [telefoonnummer 8] (hierna: [telefoonnummer 8]) [14] ;
- [medeverdachte 1] maakt onder meer gebruik van de telefoonnummers [telefoonnummer 12] (hierna [telefoonnummer 12]) [15] , [telefoonnummer 13] (hierna: [telefoonnummer 13]) [16]
- [medeverdachte 3] maakt gebruik van telefoonnummer [telefoonnummer 18] (hierna: [telefoonnummer 18]) [17] ;
- het telefoonnummer [telefoonnummer 19] (hierna: [telefoonnummer 19]) wordt gebruikt door een persoon die zich uitgeeft als zijnde medewerker van afvalverwerkingsbedrijf [afvalverwerkingsbedrijf]. [18]
3.3.2.
Redengevende feiten en omstandigheden feit 1 (zaaksdossier 01, Uiver)
Op 21 juni 2014 wordt in de [winkel] in Utrecht een mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 1] aangeschaft. Het telefoontoestel wordt in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 2] geactiveerd en door hem in gebruik genomen. Tussen 28 juni 2014 en 7 juli 2014 heeft [medeverdachte 2] met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] diverse malen contact met het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1]. [19]
Op 1 juli 2014 worden in de [winkel] de simkaarten en telefoontoestellen behorend bij telefoonnummers [telefoonnummer 12] en [telefoonnummer 2] door middel van een twee in één koop aangeschaft. Het telefoonnummer [telefoonnummer 12] wordt door [medeverdachte 1] in gebruik genomen, het telefoonnummer [telefoonnummer 2] wordt door [medeverdachte 2] in gebruik genomen. Beide telefoons zijn op 2 juli 2014 omstreeks 01:30 uur opgewaardeerd in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 2]. Het telefoonnummer [telefoonnummer 2] van [medeverdachte 2] heeft enkel telefonisch contact met het telefoonnummer [telefoonnummer 12] van [medeverdachte 1] en is slechts actief in de periode van 2 juli tot en met 9 juli 2014. [20]
[medeverdachte 2] heeft met telefoonnummer [telefoonnummer 1] in totaal 14 keer contact onderhouden met verdachte op het telefoonnummer [telefoonnummer 14]. Op 28 juni 2014 belt [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 1] om 21:09 uur gedurende 314 seconden uit naar het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1]. Om 21:15 en 21:17 uur belt [medeverdachte 2] gedurende 4 en 157 seconden met verdachte.
Op 29 juni 2014 belt [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 1] om 12:37 uur uit naar [medeverdachte 1]. Om 12:41 uur belt [medeverdachte 2] gedurende 318 seconden uit naar verdachte. Om 13:06 uur belt [medeverdachte 2] gedurende 306 seconden uit naar [medeverdachte 1] en om 13:15 uur belt [medeverdachte 2] gedurende 118 seconden uit naar verdachte. [21]
Het telefoontoestel en de simkaart behorend bij telefoonnummer [telefoonnummer 19] is op 6 juli 2014 om 15:39 uur aangeschaft bij de [winkel] in Utrecht door een licht getinte man, gelijkend op [medeverdachte 2]. De [winkel] ligt op 1,4 kilometer afstand van de woning van [medeverdachte 2]. [22] Het telefoonnummer [telefoonnummer 1] van [medeverdachte 2] straalt om 15:59 uur een zendmast aan gelegen aan Hoog Catharijne 57, in de omgeving van het [winkel] filiaal. [23]
Op 6 juli 2014 om 15:44 uur belt [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 2] naar [medeverdachte 1] op telefoonnummer [telefoonnummer 12]. Bij dit gesprek wordt een zendmast aangestraald in Utrecht. Het gesprek duurt slechts 4 seconden. Om 16:02 uur belt [medeverdachte 1] met telefoonnummer [telefoonnummer 12] naar [medeverdachte 2] op telefoonnummer [telefoonnummer 2], welk gesprek 32 seconden duurt. Tijdens dit gesprek wordt door beide mobiele telefoons een zendmast aangestraald in de omgeving van de woning van [medeverdachte 2]. [24] Om 17:11 uur belt [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 1] naar verdachte op telefoonnummer [telefoonnummer 14]. Dit gesprek duurt 232 seconden. [25] Om 18:35 en 18:41 uur straalt telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1] zendmasten aan in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 2]. [26]
Op 7 juli 2014 om 00:31, 00:58, 08:20 en 09:37 uur hebben [medeverdachte 2] (telefoonnummer [telefoonnummer 1]) en verdachte (telefoonnummer [telefoonnummer 14]) telefonisch contact. [27]
[medeverdachte 2] maakt gebruik van een Opel Vectra met het kenteken [kenteken] (hierna: de Opel Vectra). [28] Om 10:07 uur rijdt de Opel Vectra op de Zuiderzeeweg te Amsterdam. [29] Om 10:28 uur belt [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 1] naar verdachte op telefoonnummer [telefoonnummer 14] en straalt daarbij een zendmast aan in de directe omgeving van de woning van verdachte. [30] Om 10:32 uur is de Opel Vectra in de directe omgeving van de woning van verdachte. [31] Het telefoonnummer [telefoonnummer 19] wordt in de directe omgeving van de woning van verdachte geactiveerd. [32] Uit onderzoek naar de in beslag genomen TomTom, aangetroffen in de Opel Vectra, blijkt dat het adres Gedempte Gracht 10 te Zaandam als
deletedadres is opgeslagen. De TomTom is fysiek aanwezig geweest in de omgeving van dit adres in Zaandam evenals van het adres [adres] te Amsterdam, zijnde het woonadres van verdachte. [33]
Vanaf 10 uur zijn [medeverdachte 1] (zijnde [medeverdachte 1]) en [slachtoffer 1] aanwezig in de Hi Winkel, gevestigd aan de Gedempte Gracht 16A te Zaandam, gemeente Zaanstad. De winkel opent die dag om 13:00 uur voor publiek. [medeverdachte 1] is winkelmanager en voert deze ochtend om 10:15 uur een
conference callmet andere winkelmanagers. Omstreeks 10:45 uur is de conference call afgelopen. [slachtoffer 1] is ondertussen bezig met het tellen van de telefoontoestellen in de kluis. [34] Om 11:08 uur belt telefoonnummer [telefoonnummer 19] naar de vaste telefoonlijn van de Hi Winkel in Zaandam. [medeverdachte 1] neemt de telefoon aan. In dit telefoongesprek wordt medegedeeld dat gebeld wordt namens [afvalverwerkingsbedrijf] en dat het vuilnis van de Hi Winkel te Zaandam buiten gezet dient te worden. Het telefoontoestel met telefoonnummer [telefoonnummer 19] bevindt zich dan in de buurt van de zendmast aan de Krimp in Zaandam. [35] Hierna zegt [medeverdachte 1] tegen [slachtoffer 1] dat hij is gebeld door [afvalverwerkingsbedrijf] en dat zij nu het vuilnis komt ophalen en de containers buiten gezet moeten worden. [36]
Uit nader onderzoek van de camerabeelden rond de Hi Winkel blijkt dat verdachte ten tijde van dit telefoongesprek geen telefoontoestel aan zijn hand heeft. Verdachte droeg bij zijn aanhouding geen telefoontoestel bij zich. [37]
[medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] zetten vervolgens twee containers en een aantal zakken afval via de achterdeur buiten. [slachtoffer 1] ziet ineens een persoon (hierna: de overvaller) binnen staan. De overvaller draagt twee tassen in zijn hand, een sporttas en een gitaartas. De overvaller heeft een mes in zijn hand en staat voor [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1]. Hij wijst met het mes in de richting van [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1]. De overvaller schreeuwt tegen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] dat zij moeten meewerken. De overvaller schreeuwt dat [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] daarheen moeten en wijst naar de backoffice. Hij houdt daarbij het mes op [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] gericht. In de backoffice zegt de overvaller tegen [slachtoffer 1] dat hij op de grond moet gaan liggen en zijn handen op zijn rug moet plaatsen. Vervolgens draagt de overvaller [medeverdachte 1] op om de handen en voeten van [slachtoffer 1] met tiewraps vast te binden. [slachtoffer 1] wordt door [medeverdachte 1] met tiewraps vastgebonden. Hierna zegt de overvaller tegen [medeverdachte 1] dat hij de (door hem, verdachte meegebrachte) tassen moest vullen met de telefoons uit de kluis. [medeverdachte 1] doet de telefoons uit de kluis in de tassen. De overvaller zegt tegen [medeverdachte 1] dat hij het geld uit de kassa-lade moet halen. De overvaller vraagt hoeveel geld er in de kassa zit, waarop [medeverdachte 1] antwoordt dat er 350 euro in de kassa zit. [medeverdachte 1] gaat naar de frontoffice en haalt het geld. De overvaller pakt het geld aan en vouwt de biljetten samen. De overvaller stopt ze in zijn linker broekzak. [slachtoffer 1] weet dat het 7 biljetten van 50 euro moeten zijn, omdat hij de dagopbrengst in de kassa-lade heeft gedaan. De overvaller draagt [medeverdachte 1] op ook op de grond te gaan liggen en bindt de voeten en handen van [medeverdachte 1] vast met tiewraps. Hierna pakt de overvaller de tassen en loopt via de achterzijde het pand uit. [slachtoffer 1] weet snel los te komen en bevrijdt ook [medeverdachte 1]. [slachtoffer 1] belt de politie. [slachtoffer 1] verlaat ook via de achterzijde het pand en ziet de overvaller lopen met twee tassen in zijn hand. [slachtoffer 1] ziet de overvaller naar hem kijken en de overvaller begint te rennen. [slachtoffer 1] achtervolgt de overvaller tot in de Zeemansstraat. De overvaller laat een van de tassen vallen. Vervolgens laat de overvaller de tweede tas vallen. [slachtoffer 1] pakt de overvaller bij zijn vest en geeft hem een vuistslag. [slachtoffer 1] houdt de overvaller vast. [38] Een aantal getuigen staan rond de overvaller en hij blijft zitten totdat de politie arriveert. [39]
Om 11:30 uur komen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] ter plaatse in de Zeemansstraat. Op aangeven van [slachtoffer 1] en diverse omstanders houden zij de overvaller, zijnde verdachte, aan. Op de grond bij verdachte worden twee zwarte sporttassen aangetroffen. De tassen zijn open en de verbalisanten zien dat er in de tassen diverse doosjes van mobiele telefoons zitten. Ook zien zij onder de tassen een mes liggen met een snijvlak van ongeveer 15 centimeter. [40] Een van de tassen is een gitaartas. [41] Verdachte wordt aangehouden naast/achter de Opel Vectra, die geparkeerd staat in een parkeervak in de Zeemanstraat. [42] Verdachte wordt door verbalisant [verbalisant 3] op de Zeemansstraat gefouilleerd. In zijn linkerbroekzak worden meerdere briefjes van 50 euro aangetroffen. Verdachte zegt: ‘
Dat is kasgeld van die jongens in de winkel’. In de rechterbroekzak worden twee doorzichtige latex handschoenen aangetroffen. Verdachte zegt: ‘
Die heb ik gebruikt in de winkel’. Verdachte draagt een zwarte stoffen band rond zijn nek en zegt ‘
Dat is een panty en die heb ik net gebruikt’. [43] In totaal worden bij verdachte 7 biljetten van 50 euro aangetroffen. [44]
Om 11:38 uur komen verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] ter plaatse bij de HI winkel. De voordeur wordt geopend door [medeverdachte 1]. Hij verklaart ten overstaan van verbalisant [verbalisant 4] ‘
Ik ben zojuist overvallen, mijn collega is achter de man aan’ en ‘
Ik was samen met mijn collega in het magazijn. Vlak voor de overval belde “[afvalverwerkingsbedrijf]
” naar de winkel toe met de vraag of wij het vuilnis buiten wilde zetten omdat ze in de buurt waren”. [45]
Het totaal aantal weggenomen telefoontoestellen uit de Hi Winkel bedraagt 106. [46]
Om 12:38 uur wordt het telefoonnummer [telefoonnummer 3] geactiveerd en straalt daarbij een zendmast aan in de directe omgeving van de Hi winkel te Zaandam. Het eerste telefonisch contact is met het telefoonnummer van de vriendin van [medeverdachte 2], [getuige 4]. Er vinden diverse gesprekken plaats tussen 12:40 en 13:12 uur. Om 13:13 uur wordt het telefoonnummer [telefoonnummer 3] gebeld door het telefoonnummer op naam van [getuige 5], de moeder van [medeverdachte 2]. Om 13:24, 13:33 en 14:05 uur belt [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 3] naar [getuige 6]. [47]
Getuige [getuige 6] verklaart dat hij op 7 juli 2014 is gebeld door [medeverdachte 2] die hem zei dat hij in Zaandam was. [medeverdachte 2] heeft [getuige 6] gevraagd of hij hem wilde ophalen. [getuige 6] heeft [medeverdachte 2] op de grens van Amsterdam Noord en Zaandam opgehaald. [medeverdachte 2] was te voet. [48]
Op 7 juli 2014 om 15:15 uur wordt voor de Opel Vectra een parkeerboete uitgeschreven voor het parkeren bij een kaartautomaat zonder het aanbrengen van een kaart op de voorgeschreven wijze. De Opel Vectra staat geparkeerd in de Zeemansstraat. [49]
Om 16:31 uur wordt in de [winkel] in Utrecht het telefoontoestel met telefoonnummer [telefoonnummer 4] gekocht. [50] Om 16:55 uur wordt het telefoonnummer [telefoonnummer 4] in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 2] geactiveerd. [medeverdachte 2] belt met telefoonnummer [telefoonnummer 4] om 17:02 uur naar het telefoonnummer [telefoonnummer 18] van [medeverdachte 3].
Om 23:02 uur belt [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 4] met zijn vriendin [getuige 4] en straalt tijdens dit telefoongesprek een zendmast aan in de omgeving van de Hi winkel te Zaandam. [51] Om 23:09 uur wordt de Opel Vectra ter zake van een snelheidsovertreding gefotografeerd op de Dr. J.M. den Uylweg ter hoogte van de Wibautstraat te Zaandam. Om vanuit de omgeving van de Hi winkel aan de Gedempte Gracht Zaandam te verlaten is het passeren van voornoemde kruising de meest logische route, nu in het verlengde van deze kruising de oprit van de rijksweg A8 is gelegen welke de Zaanstreek verbindt met Amsterdam. [52]
Het telefoonnummer [telefoonnummer 4] van [medeverdachte 2] straalt op 8 juli 2014 om 00:41 uur een zendmast aan in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 2]. [medeverdachte 2] belt met telefoonnummer [telefoonnummer 4] om 00:41 en 02:24 uur naar [medeverdachte 1], maar er komen geen gesprekken tot stand. [53]
Om 10:07 uur wordt het telefoontoestel met telefoonnummer [telefoonnummer 5] gekocht bij de [winkel] in Utrecht. [54] Om 11:02 en 13:44 uur probeert [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 4] contact te leggen met [medeverdachte 1] op telefoonnummer [telefoonnummer 13], zonder resultaat. [55]
Tussen 13:35 en 19:34 uur belt [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 5] zes keer naar [getuige 1]. [56] Getuige [getuige 1] verklaart dat hij op 8 juli 2014 is gebeld door [medeverdachte 2] die met hem wilde afspreken. [medeverdachte 2] is bij [getuige 1] langsgekomen en [medeverdachte 2] vertelde hem dat verdachte een overval had gepleegd. [medeverdachte 2] gaf [getuige 1] een tas met daarin spullen, onder andere het paspoort en een mobiele telefoon van verdachte. [getuige 1] moest deze tas bij zich houden. [medeverdachte 2] vertelt [getuige 1] verder dat verdachte naar binnen is gegaan en dat de man die werkte in de winkel verdachte van de vorige keer herkende. De man wilde de held uithangen en was niet goed vastgemaakt door verdachte. De man heeft verdachte gepakt. [57] Het telefoontoestel van telefoonnummer [telefoonnummer 5] van [medeverdachte 2] straalt in de avond zendmasten aan in Almere. [58]
Om 23:36 uur belt [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 4] wederom naar het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1], ook nu komt geen gesprek tot stand. [59]
Op 9 juli 2014 om 01:31 uur stuurt [getuige 1] een sms-bericht naar [medeverdachte 2] op telefoonnummer [telefoonnummer 5]. [60] Om 12:30 uur wordt de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1] aan hem teruggegeven. [61] Om 12:44 uur stuurt het telefoonnummer [telefoonnummer 4] van [medeverdachte 2] een sms-bericht naar telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1]. [62] Tussen 19:56 uur en 23:56 uur belt telefoonnummer [telefoonnummer 12] van [medeverdachte 1] zes keer naar het telefoonnummer [telefoonnummer 4] van [medeverdachte 2]. [63]
Op 10 juli 2014 wordt om 01:43 en 01:57 uur met telefoonnummer [telefoonnummer 12] van [medeverdachte 1] uitgebeld naar het telefoonnummer [telefoonnummer 4] van [medeverdachte 2]. [64]
3.3.3.
Redengevende feiten en omstandigheden feit 2 (zaaksdossier 04, Struis)
De simkaarten en telefoontoestellen behorend bij telefoonnummers [telefoonnummer 6] en [telefoonnummer 7] zijn aangeschaft op 26 februari 2014 bij de [winkel] in Utrecht. [65]
Op 5 maart 2014 om 0:29 uur belt het telefoonnummer [telefoonnummer 8] van [medeverdachte 2] met het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1]. Om 0:59 uur belt [medeverdachte 2] met het telefoonnummer [telefoonnummer 7] naar het telefoonnummer [telefoonnummer 16] van verdachte. Die dag belt [medeverdachte 2] nog drie keer naar verdachte. Tussen 23:02 en 23:46 uur belt [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 8] tien keer met [medeverdachte 1] op telefoonnummer [telefoonnummer 13]. [66]
Op 6 maart 2014 om 15:33 uur belt het telefoonnummer [telefoonnummer 6] van [medeverdachte 2] naar het telefoonnummer [telefoonnummer 15] van verdachte gedurende 100 seconden. [67] Om 12:37, 17:19, 17:23 en 17:49 uur belt [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 8] naar [medeverdachte 1]. [68] Om 22:17 uur belt [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 6] gedurende 51 seconden naar telefoonnummer [telefoonnummer 15] van verdachte. [69]
Op 8 maart 2014 om 19:54 uur belt het telefoonnummer [telefoonnummer 6] van [medeverdachte 2] gedurende 54 seconden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 15] van verdachte. Door het telefoonnummer [telefoonnummer 6] wordt een zendmast aangestraald in Utrecht. Om 20:33 uur wordt met het telefoonnummer [telefoonnummer 6] van [medeverdachte 2] gebeld naar het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1]. Er vindt een gesprek plaats van 42 seconden. Om 21:23 en 21:32 uur belt het telefoonnummer [telefoonnummer 6] van [medeverdachte 2] nogmaals naar het telefoonnummer [telefoonnummer 15] van verdachte. Tijdens deze contacten straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 6] van [medeverdachte 2] zendmasten aan in de directe omgeving van de woning van verdachte. [70]
Op 9 maart 2014 om 02:33 uur belt [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 8] naar [medeverdachte 1] op telefoonnummer [telefoonnummer 13]. Gedurende de hele dag straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1] zendmasten aan in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 2]. [71] Om 20:33 uur belt het telefoonnummer [telefoonnummer 6] van [medeverdachte 2] gedurende 42 seconden naar telefoonnummer [telefoonnummer 15] van verdachte. [72] [medeverdachte 2] belt met telefoonnummer [telefoonnummer 6] drie keer naar [getuige 2] met het telefoonnummer 5810. Om 22:22 uur stuurt [getuige 2] een sms-bericht naar het telefoonnummer [telefoonnummer 6] van verdachte met de tekst ‘
Hee kerel ik koop ze allemaal maar onder Ong 40 precent vd officiële waarde’. [73]
Op maandag 10 maart 2014 zijn in de Hi winkel gevestigd aan de Gedempte Gracht 16a te Zaandam, gemeente Zaanstad, aanwezig medewerker [slachtoffer 1] en winkelmanager [medeverdachte 1] (zijnde [medeverdachte 1]). [74]
Om 13:16 uur belt [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 6] naar verdachte op het telefoonnummer [telefoonnummer 15]. Op dat moment is [medeverdachte 2] in de directe omgeving van zijn woning in Utrecht en verdachte in de directe omgeving van zijn woning in Amsterdam. Om 15:02 uur belt [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 7] naar verdachte op het telefoonnummer [telefoonnummer 15]. Op dat moment bevinden [medeverdachte 2] en verdachte zich in de directe omgeving van de woning van verdachte. [75] Om 15:49 uur straalt de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 16] van verdachte een zendmast in de directe omgeving van de woning van verdachte in Amsterdam aan. [76]
Om 16:58 uur loopt een man (hierna: de overvaller) voor de winkel langs. De overvaller draagt een muts met flappen over de oren, een grote bril, een donkere trainingsjas met groene strepen van het merk Adidas en een blauwe spijkerbroek. De overvaller draagt aan zijn rechterhand een donkere handschoen. De overvaller draagt aan zijn linkerhand geen handschoen. Om 16:59 uur loopt de overvaller nogmaals langs. Om 17:01 uur loopt de overvaller de winkel binnen. [medeverdachte 1] staat naast [slachtoffer 1] aan de balie van de winkel en heeft in zijn linkerhand het toegangspasje voor de backoffice. [77] De overvaller zet een zwarte sporttas op één van de krukken in de winkel en zegt: ‘
Loop naar achteren’.De overvaller opent de rits van zijn sporttas. [78] Om 17:01:33 uur rent [slachtoffer 1] de winkel uit. [79] De overvaller en [medeverdachte 1] blijven even staan bij de balie terwijl zij [slachtoffer 1] nakijken. [80] De overvaller loopt om de balie heen en loopt in de richting van [medeverdachte 1]. Hij zegt tegen [medeverdachte 1] “
Doe die deur open’.[medeverdachte 1] opent de deur naar de backoffice. [81] Om 17:01:39 uur komen de overvaller en [medeverdachte 1] de backoffice binnen. [82] Beiden lopen de backoffice in en het lijkt alsof zij nog iets tegen elkaar zeggen. Dan loopt de overvaller naar de voor hem niet zichtbare achterdeur en verdwijnt. [medeverdachte 1] kijkt de overvaller niet na, blijft kort bij de deur van de backoffice staan en loopt daarna de winkel in. Hij loopt rustig door de winkel heen en blijft bij de voordeur staan. [medeverdachte 1] maakt geen aanstalten om te bellen, maar houdt wel een mobiele telefoon in zijn hand. [83] [medeverdachte 1] loopt om 17:01:55 uur de winkel aan de voorzijde uit. [84] [medeverdachte 1] loopt naar de brug tegenover de winkel en loopt deze op. Hierna kijkt hij op zijn telefoon, en loopt verder. Zeer kort daarna loopt [medeverdachte 1] weer terug en draagt zijn mobiele telefoon bij zich. Ongeveer 1 minuut en 30 seconden nadat de overvaller via de achterzijde de backoffice verliet is te zien dat [medeverdachte 1] zijn telefoon tegen zijn oor zet. Vervolgens staat [medeverdachte 1] bij de brug en kijkt hij op zijn mobiele telefoon. Hij houdt zijn vinger op de telefoon. [85] [medeverdachte 1] ziet [slachtoffer 1] staan. [slachtoffer 1] zegt dat hij de politie heeft gebeld. [86] De overvaller heeft de winkel via de achterzijde, gelegen aan de Vinkenstraat, verlaten. De overvaller heeft niets meegenomen uit de winkel. [87]
[medeverdachte 1] heeft de achterdeur naar de Vinkenstraat niet samen met de overvaller geopend. Uit onderzoek blijkt dat [medeverdachte 1] 10 minuten voordat de overvaller binnenkomt naar de achterdeur loopt en weer terugkeert naar de winkel. De achterdeur moet worden ontgrendeld om naar buiten te kunnen komen. [88]
[slachtoffer 1] herkent verdachte als de overvaller. [slachtoffer 1] herkent hem aan zijn postuur, huidskleur en lengte. Ook herkent hij de stem van de overvaller. [89] Verdachte is in het bezit van een trainingsjack van het merk Adidas, kleur zwart met groene strepen. Dit trainingsjack komt overeen met het trainingsjack dat is gebruikt bij de poging overval op de Hi winkel in Zaandam op 10 maart 2014. [90] Voorts is verdachte in het bezit van een zwarte muts/pet welke qua model en kleur gelijkend is aan de pet die is gebruikt bij deze poging tot overval. [91]
Om 17:04 uur belt [medeverdachte 1] met telefoonnummer [telefoonnummer 13] naar [getuige 11]. [92] Om 17:13 uur straalt de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 16] van verdachte een zendmast aan de Zuiddijk in Zaandam aan. [93] Om 17:20 uur checkt verdachte met zijn OV-chipkaart in op de Connexxion bus bij de halte ‘Hotels Vijfhoek’ te Zaandam. Deze bushalte ligt op ongeveer 2 kilometer afstand van de Hi winkel te Zaandam. [94] Om 17:22 uur wordt het telefoonnummer [telefoonnummer 16] van verdachte gebeld door de huistelefoon van de familie [familie] en straalt daarbij een zendmast aan de Sluispolderweg in Zaandam aan. [95] Om 17:41 en 17:43 uur belt [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 7] naar [getuige 2] op telefoonnummer 5810. De mobiele telefoon van [medeverdachte 2] straalt een zendmast aan gelegen langs de rijksweg A2 ter hoogte van Loenen aan de Vecht. Om 17:47 uur stuurt [medeverdachte 2] een sms-bericht naar [getuige 2]. [96] Om 17:47 uur is verdachte met de OV-chipkaart uitgecheckt op het Centraal Station in Amsterdam. [97] Om 17:48 uur straalt de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 16] van verdachte een zendmast aan de De Ruyterkade in Amsterdam aan, zijnde in de directe woonomgeving van de woning van verdachte. [98]
Om 19:45 en 19:49 uur belt [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 7] naar [getuige 2] op telefoonnummer 5810. [99]
Om 19:50 en 20:10 uur wordt [medeverdachte 1] op telefoonnummer [telefoonnummer 13] gebeld door het telefoonnummer [telefoonnummer 7] van [medeverdachte 2]. Er komt geen gesprek tot stand. Om 21:11 uur belt [medeverdachte 1] met telefoonnummer [telefoonnummer 13] naar [medeverdachte 2] op telefoonnummer [telefoonnummer 7]. Bij dit telefoongesprek dat 54 seconden duurt straalt de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1] een zendmast aan in Zaandam. [100]
Om 22:46 uur belt [medeverdachte 2] met het telefoonnummer [telefoonnummer 7] naar verdachte op het telefoonnummer [telefoonnummer 15] gedurende 248 seconden. Op dat moment is [medeverdachte 2] in de directe omgeving van zijn woning in Utrecht en verdachte in de directe omgeving van zijn woning in Amsterdam. [101]
Om 23:10 uur belt [medeverdachte 1] met telefoonnummer [telefoonnummer 13] naar het telefoonnummer [telefoonnummer 7] van [medeverdachte 2]. Bij het telefoongesprek dat 10 seconden duurt straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 13] een zendmast aan in Utrecht, in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 2]. Ook de volgende dag straalt de telefoon van [medeverdachte 1] verscheidene zendmasten in Utrecht aan. [102]
3.3.4.
Redengevende feiten en omstandigheden feit 3 (zaaksdossier 09, IJskruid)
Verdachte is werknemer geweest van [bedrijf]. [103] Verdachte werkte tussen 17 juni 2013 en 17 december 2013 in de vestiging [bedrijf] aan de De Ruyterkade te Amsterdam. [104] Verdachte weet dat de weekomzet van deze vestiging door een medewerker van het hoofdkantoor elke maandag wordt opgehaald. [105]
Op 12 mei 2014 werken [getuige 23]en [getuige 24] in de [bedrijf]. Om 15:04 uur stuurt verdachte aan [getuige 24] via Whatsapp het bericht ‘
Jij nog aan werk voor je weggaat’ en ‘
Of dat ook niet?’. [106]
Omstreeks 15:30 uur lopen [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] van [bedrijf] aan het Stationsplein te Amsterdam naar de vestiging [bedrijf] aan de De Ruyterkade te Amsterdam. [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] gaan de weekomzet van de vestiging [bedrijf] ophalen. [107]
Om 15:37 uur heeft het telefoontoestel met telefoonnummer [telefoonnummer 14] van verdachte gedurende 9 seconden contact met het telefoontoestel van [getuige 24]. Het telefoontoestel van verdachte straalt daarbij een zendmast aan in de buurt van [bedrijf] te Amsterdam. [108]
[getuige 24] reageert om 15:44 uur op voornoemd Whatsapp bericht van verdachte met het bericht ‘
Nu ja’, ‘
Haha’en
´Sorry stond net iemand voor me neus’. Verdachte reageert om 15:45 uur met het bericht ‘
Haha okok’en
‘Met wie werk je?’. [getuige 24] stuurt om 15:45 uur het bericht
‘[getuige 23]´. Om 15:46 uur stuurt verdachte het bericht ‘
Okok to Hoelaat moet je? Sluit gewoon?’ terug. [109]
Omstreeks 16:00 uur wordt de weekomzet door [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] uit de kluis gehaald en verpakt in sealbags van de bank. Vervolgens wordt de weekomzet in een plastic tas gedaan. Deze plastic tas draagt [slachtoffer 4] bij zich. [slachtoffer 5] krijgt van de bedrijfsleider een plastic tas met papieren, post en kleingeld overhandigd en draagt deze plastic tas bij zich. Zij lopen dezelfde route als op de heenweg. [110]
Even na 16:15 uur lopen [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] over de Oosterdokstraat te Amsterdam. [slachtoffer 4] draagt de plastic tas over haar linker schouder. Plotseling wordt [slachtoffer 4] van achteren aangelopen en wordt er met kracht aan de plastic tas getrokken. [111] [slachtoffer 5] ziet dat een man aan de tas van [slachtoffer 4]s blijft trekken en dat [slachtoffer 4]s daardoor omver wordt getrokken. [112] [slachtoffer 4]s valt met haar achterhoofd op de grond en loopt hierdoor een zwelling op het hoofd op. [113] De man blijft aan de plastic tas trekken zodat [slachtoffer 4] over de grond wordt meegesleurd. [slachtoffer 5] voelt dat een andere man ook aan de tas die hij in zijn hand draagt trekt. [114] [slachtoffer 4] laat de tas die zij bij zich draagt los. [115] De tas van [slachtoffer 4] wordt vervolgens meegenomen. [116] Op camerabeelden is te zien dat beide daders in de richting van het Oosterdokeiland rennen. [117] Getuige [getuige 25] achtervolgt de beide daders op de scooter. Een van de daders laat de plastic tas vallen en [getuige 25] brengt de tas terug naar [slachtoffer 4]. [118] Van de camerabeelden zijn afdrukken gemaakt die onder meer in dagblad Het Parool hebben gestaan. [119]
In de plastic tas die [slachtoffer 4] bij zich droeg zat 8.225 euro. [120] De weekomzet wordt normaliter elke week opgehaald bij [bedrijf]. De maandag voor de week voor 12 mei 2014 was er in verband met de feestdag 5 mei niemand op het kantoor om de sleutels van de kluis op te halen en werd een week overgeslagen. [121] Het ophalen van het geld gebeurt altijd tussen de opening van het pand om 15:00 uur en het sluiten van de boekhoudafdeling van [bedrijf] om 17:00 uur. [122]
Getuige [getuige 26] herkent verdachte als zijnde één van de twee personen die op de camerabeelden staat. [getuige 26] herkent verdachte aan zijn postuur en licht getinte huidskleur, zijn gezicht en mond. [getuige 26] zag verdachte ongeveer één keer in de week omdat hij werkzaam voor [bedrijf] was. [123] Getuige [getuige 23]herkent verdachte voor 100% zeker als zijnde één van de twee personen op de camerabeelden. [getuige 23]herkent verdachte aan zijn uiterlijke kenmerken en zijn pose. [getuige 23]heeft veel met verdachte gewerkt en zag hem met grote regelmaat. [getuige 23]toont de foto’s van de camerabeelden aan collega [getuige 24]. [124] [getuige 24] krijgt het vermoeden dat hij verdachte herkent. Eén van de getoonde foto’s doet [getuige 24] denken aan verdachte. [125] [getuige 23] toonde de foto’s ook aan collega [getuige 27], die denkt dat het verdachte zou kunnen zijn. [126]
3.3.5.
Redengevende feiten en omstandigheden feit 4 (zaaksdossier 08, Yonkers)
Op 13 oktober 2013 belt [medeverdachte 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 8] twee keer naar het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1]. [127]
Op woensdag 16 oktober 2013 zijn in de Hi winkel gevestigd aan de Menton Passage 13a te Haarlem aanwezig [slachtoffer 2] en winkelmanager [medeverdachte 1] (zijnde [medeverdachte 1]). [128]
Om 14:27 uur wordt met de OV-chipkaart op naam van verdachte ingecheckt op het Centraal Station Amsterdam en om 14:53 uur wordt uitgecheckt op station Holendrecht te Amsterdam. Er wordt gebruik gemaakt van vervoerder GVB. [129]
Om 15:11 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 17] van verdachte een zendmast aan in de omgeving van de Meiberglaan te Amsterdam, gelegen nabij station Holendrecht. [130]
De Opel Vectra wordt op 16 oktober 2013 om 15:50 uur geregistreerd op een kentekenregistratiepunt langs een provinciale weg, waarbij de bestuurder vanuit de richting van de rijksweg A9 komt en het voor de bestuurder op dat moment alleen mogelijk is de N205 richting Haarlem of richting Vijfhuizen op te rijden dan wel de N232 (Schipholweg) richting Haarlem of richting Badhoevedorp op te rijden. [131]
Om 17:20 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 17] van verdachte een zendmast aan in de Floris van Adrichemlaan in Haarlem, zijnde in de omgeving van de Hi winkel in Haarlem. [132]
Om 17:36:24 uur loopt een man (hierna: de overvaller) langs de winkel en kijkt naar binnen. [medeverdachte 1] staat om 17:36:30 uur naast de toegangsdeur. Er is een vrouwelijke klant in de winkel. [medeverdachte 1] kijkt de passage van het winkelcentrum in. De overvaller loopt langs de winkel. Om 17:36:49 uur verlaat de vrouwelijke klant de winkel. [medeverdachte 1] staat bij de ingang van de winkel en kijkt naar buiten. Om 17:36:57 uur staan [slachtoffer 2] en [medeverdachte 1] samen aan de balie van de winkel. Om 17:38:57 uur loopt [slachtoffer 2] naar het magazijn en om 17:39:03 uur opent [slachtoffer 2] de deur van het magazijn. De deur van het magazijn blijft open staan. [medeverdachte 1] loopt om 17:39:11 uur in de richting van het magazijn. Om 17:39:14 uur loopt de overvaller voor de tweede keer richting de winkel. [medeverdachte 1] staat dan bij het magazijn en de magazijndeur is open. Om 17:39:30 uur staat [medeverdachte 1] in de deuropening van de magazijndeur en staat met zijn borst in de richting van de ingang van de winkel. De overvaller komt om 17:39:30 uur de winkel binnen. De overvaller loopt in de richting van [medeverdachte 1]. [133] [medeverdachte 1] ziet dat de overvaller een mes uit zijn rechterjaszak haalt en het mes richt op [medeverdachte 1]. [134]
[slachtoffer 2] ziet dat zijn collega [medeverdachte 1] achterwaarts door de toegangsdeur van de backoffice komt lopen. De overvaller loopt dicht bij [medeverdachte 1]. [slachtoffer 2] ziet dat de overvaller een groot mes bij zich heeft. [135] [medeverdachte 1] moet de rolluiken van de toegangsdeur half dicht doen. [136] Om 17:39:57 uur gaat de deur van het magazijn dicht en enkele seconden daarna wordt het rolluik van de winkel half gesloten. [137]
[medeverdachte 1] moet [slachtoffer 2] vastbinden met tiewraps. [medeverdachte 1] bindt de handen van [slachtoffer 2] achter op de rug met tiewraps. [slachtoffer 2] moet van de overvaller op zijn buik gaan liggen. Vervolgens moet [medeverdachte 1] de telefoontoestellen uit de kluis pakken. [medeverdachte 1] vult de tassen van de overvaller met zoveel mogelijk telefoons. [138] In totaal zijn 37 telefoontoestellen weggenomen. De mobiele telefoons behoorden toe aan Hi / KPN B.V. [139]
[slachtoffer 2] valt op dat de overvaller zich twee of drie keer tegenover hem verontschuldigt. Hij richt zich daarbij alleen tot hem en niet tot [medeverdachte 1]. [140] Vervolgens is [medeverdachte 1] vastgebonden door de overvaller en moet naast [slachtoffer 2] liggen. [141] Om 17:46:25 uur verlaat de overvaller de winkel via de uitgang. [142] De overvaller draagt daarbij een rode tas om zijn linkerschouder. [143]
[slachtoffer 2] wil opstaan. [medeverdachte 1] zegt tegen [slachtoffer 2] ‘
Nee, laten we een paar minuten wachten’. [144] Om 17:48:20 uur komt [slachtoffer 2] uit de backoffice en rent naar de toonbank. Om 17:48:57 uur staat [medeverdachte 1] in de openstaande deur van het magazijn. [145]
Om 17:49:08 uur wordt gebeld naar het alarmnummer 112. Het gesprek duurt 11 seconden en de melder zegt daarbij niets. Hierna wordt de verbinding verbroken. [146] Om 17:49:28 uur staat [medeverdachte 1] in de winkel achter de toonbank. [147] Om 17:49:27 uur wordt nogmaals gebeld met het alarmnummer 112, wederom wordt niet gesproken door de melder. [148] Direct hierna loopt [medeverdachte 1] terug naar de backoffice en sluit de deur. [149]
Om 17:50:14 uur wordt het alarmnummer 112 gebeld door een medewerker van [alarmcentrale], die aan de centralist van politie doorgeeft dat er zojuist gemeld is door een medewerker van de Hi winkel dat er een dreiging in de winkel is. [150] Vervolgens belt de centralist van de meldkamer van politie om 17:50 uur naar het telefoonnummer van de Hi winkel. De beveiliging van het winkelcentrum is in de winkel gearriveerd. [151] Uit onderzoek blijkt dat er in totaal 3 minuten en 48 seconden zijn verstreken vanaf het moment dat de overvaller de winkel verlaat en de eerste melding bij het alarmnummer 112 wordt gedaan. [152]
Getuige [slachtoffer 2] heeft met zijn mobiele telefoon geprobeerd te bellen naar alarmnummer 112, maar heeft dat gesprek afgebroken omdat [medeverdachte 1] tegen hem zei dat hij de politie al had gebeld. [153]
Omstreeks 18:00 uur komen verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 7] ter plaatse in de Hi winkel. [154] In de winkel zijn drie witkleurige tiewraps aangetroffen. [155] In de woning van verdachte worden in de hal op de gangkast vier witkleurige tie-rips aangetroffen. Voorts wordt een zwarte muts met flappen bij de oren aangetroffen in de slaapkamer van de moeder van verdachte. De broer en de moeder van verdachte verklaren dat deze muts van verdachte is. [156] Deze zwarte muts is qua model en kleur gelijkend aan de pet die is gebruikt bij deze poging tot overval. Ook is de zwarte muts voorzien van een diagonaal stiksel, soortgelijk aan de zwarte muts gebruikt bij deze poging tot overval. [157]
Om 18:05 uur straalt telefoonnummer [telefoonnummer 17] van verdachte een zendmast aan in de Floris van Adrichemlaan in Haarlem, zijnde in de omgeving van de Hi winkel in Haarlem. [158]
Om 18:10 uur wordt met het telefoonnummer [telefoonnummer 16] van verdachte naar een taxicentrale in Haarlem gebeld. De zendmast die tijdens dit gesprek wordt aangestraald staat ook aan de Floris van Adrichemlaan te Haarlem. [159] Uit onderzoek onder medewerkers van de taxicentrale blijkt dat er geen rit is uitgevoerd door deze taxicentrale in verband met onderbezetting vanwege het slachtfeest. [160]
Om 18:11 uur wordt de Opel Vectra opnieuw geregistreerd wanneer de bestuurder van de auto over de N205 richting de rijksweg A9 rijdt. [161] Om 18:19 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 16] van verdachte de zendmast in de Floris van Adrichemlaan te Haarlem aan. [162]
Bij doorzoeking van de Opel Vectra met kenteken [kenteken] wordt een navigatiesysteem van het merk TomTom aangetroffen. Uit onderzoek blijkt dat het adres Menton Passage 13 te Haarlem als
deletedadres is opgeslagen. [163] Voorts blijkt dat de TomTom fysiek aanwezig is geweest op onder meer de Nice Passage, winkelcentrum Schalkwijk, te Haarlem. [164]
Om 18:28 uur wordt ingecheckt met de OV-chipkaart van verdachte in een Connexxion bus bij de bushalte Wamstekerstraat te Haarlem. De bushalte Wamstekerstraat te Haarlem ligt in de directe omgeving van het winkelcentrum Schalkwijk. [165] Om 18:37 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 16] van verdachte een zendmast in de Grote Houtstraat in Haarlem aan. [166] Om 18:44 uur wordt uitgecheckt op het Centraal Station Haarlem. Vervolgens wordt ingecheckt om 18:45 uur bij de Nederlandse Spoorwegen op het Centraal Station Haarlem. [167] Om 18:58 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 16] een zendmast in Amsterdam. [168] Om 19:47 uur wordt uitgecheckt op het Centraal Station Utrecht. [169] Om 18:58 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 16] een zendmast in Utrecht. [170]
In de periode van 20:46 tot 22:22 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 17] van verdachte zendmasten aan in de omgeving van het centrum van Utrecht. Hierna beweegt het telefoonnummer [telefoonnummer 17] in de richting van Amsterdam. [171]
Om 21:27 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 16] van verdachte een zendmast aan in de Nobelstraat te Utrecht. Om 21:57 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 8] een zendmast aan in de Lauwerhof te Utrecht, zijnde in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 2]. [172]
Op 17 oktober 2013 om 23:49 uur belt [medeverdachte 1] met telefoonnummer [telefoonnummer 13] gedurende 907 seconden naar [medeverdachte 2] op telefoonnummer [telefoonnummer 8]. Ook op 18 oktober 2013 hebben [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] driemaal telefonisch contact met elkaar. Op 19 oktober 2013 tussen 16:21 en 17:02 uur straalt de telefoon van [medeverdachte 1] met telefoonnummer [telefoonnummer 13] een zendmast aan in de omgeving van de woning van [medeverdachte 2]. [173]
Op 18 oktober 2013 wordt het telefoonnummer [telefoonnummer 8] van [medeverdachte 2] drie keer gebeld door het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1]. Er vinden gesprekken plaats om 13:07 uur (375 seconden), 13:15 uur (97 seconden) en 19:08 uur (66 seconden).
Op 19 oktober 2013 bevindt het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1] zich vanaf 16:21 tot 17:02 uur in Utrecht, in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 2]. [174]
Uit vergelijkend onderzoek naar de camerabeelden gemaakt bij de poging tot overval op de Hi winkel te Zaandam op 10 maart 2014 en de camerabeelden gemaakt bij de overval op de Hi winkel in Haarlem op 16 oktober 2013 komt naar voren dat de huidskleur, de vorm van het gezicht en de baardgroei van de afgebeelde personen hetzelfde is. Tijdens het lopen hebben beide afgebeelde personen het hoofd iets naar voren, niet recht boven de romp. Het postuur is eveneens gelijk. [175] Getuige [slachtoffer 1] heeft verklaard dat de overvaller die op 10 maart 2014 de Hi winkel in Zaandam gepoogd heeft te overvallen dezelfde persoon is als de overvaller van diezelfde winkel op 7 juli 2014, zijnde verdachte. [176]
3.4.
Bewijsoverwegingen
ten aanzien van feit 1 (zaaksdossier 01, Uiver)
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat slechts kan worden vastgesteld dat de weggenomen geldelijke buit 350 euro bedraagt.
Door de raadsman is aangevoerd dat verdachte de overval alleen heeft gepleegd en derhalve moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde medeplegen van het feit. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt. De stelling dat verdachte alleen betrokken is geweest bij de overval op de Hi winkel te Zaandam op 7 juli 2014 wordt weerlegd door de bewijsmiddelen. Immers, de overval vond plaats op een tijdstip waarop de winkel nog niet voor het publiek was geopend en het aanwezige personeel op dat moment nog in de backoffice aanwezig was. De achterdeur van de winkel is altijd gesloten en is slechts geopend nadat een telefoontje binnenkwam waarin volgens [medeverdachte 1] werd medegedeeld dat afvalverwerkingsbedrijf [afvalverwerkingsbedrijf] zou komen om het afval op te halen en werd verzocht om het afval buiten te zetten. Uit het onderzoek naar de telecomgegevens blijkt dat dit telefoontje niet is gepleegd door [afvalverwerkingsbedrijf] en niet kan zijn gepleegd door verdachte, nu hij op het tijdstip van het gesprek te zien is op camerabeelden en hij niet telefoneert. Voorts is hij bij zijn aanhouding niet in het bezit van een mobiele telefoon. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte de overval tezamen en in vereniging met anderen heeft gepleegd.
ten aanzien van feit 2 (zaaksdossier 02, Struis)
Door de raadsman van verdachte is erop gewezen dat verdachte op 10 maart 2014 heeft gewerkt in Zaandam bij [bedrijf 2]. Verdachte had regelmatig gesprekken met zijn leidinggevenden in Zaandam.
Dit verweer van de raadsman wordt eveneens verworpen. Nog daargelaten dat dit verweer op geen enkele wijze wordt ondersteund, noch door getuigen, noch door stukken, wordt dit alternatief scenario door de inhoud van de bewijsmiddelen weerlegd. Immers, om 15:49 uur straalt de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 16] van verdachte een zendmast in de directe omgeving van zijn woning in Amsterdam aan. Om 17:20 uur checkt verdachte met zijn OV-chipkaart in op de Connexxion bus bij de halte ‘Hotels Vijfhoek’ te Zaandam en reist hij terug naar Amsterdam. Het door de raadsman naar voren gebrachte alternatief scenario van verdachte, dat hij gewerkt zou hebben in Zaandam voor het project [bedrijf 2], acht de rechtbank dan ook ongeloofwaardig gezien voorgaande gegevens omdat daaruit volgt dat verdachte niet langer dan een uur kan hebben gewerkt in Zaandam.
Voorts heeft de raadsman er, als subsidiair verweer, op gewezen dat de handelingen van verdachte naar hun uiterlijke verschijningsvorm niet kunnen worden aangemerkt als te zijn gericht op het plegen van diefstal met geweld. De raadsman heeft er op gewezen dat er geen wapen is getoond en dat er alleen is gezegd ‘jongens, naar achteren’.
Ook dit verweer verwerpt de rechtbank. Verdachte is de Hi winkel te Zaandam binnen gelopen en droeg een vermomming. Verdachte zet een sporttas op de kruk voor de balie en begint hierin te rommelen. Terwijl hij dat doet zegt hij tegen de aanwezigen in de winkel ‘Jongens, naar achteren’. Getuige [slachtoffer 1] loopt naar de zijkant van de balie en op een onbewaakt ogenblik rent hij snel de winkel uit. Getuige [slachtoffer 1] verklaart achteraf dat hij meteen dacht ‘het is zover’, dat hij de keuze had om hulp te halen of mee naar achteren te gaan en dat hij in zijn leven nog nooit zo hard heeft gerend.
Deze gedragingen zijn aan te merken als een begin van uitvoering van het voorgenomen misdrijf, nu zij naar haar uiterlijke verschijningsvorm mede gezien het effect op de aanwezige [slachtoffer 1] moeten worden beschouwd als te zijn gericht op voltooiing van het misdrijf. Nu het voornemen van verdachte zich door dit begin van uitvoering heeft geopenbaard is aldus sprake van een strafbare poging tot misdrijf.
Ten aanzien van feit 4 (zaaksdossier 04, Yonkers)
Het gevoerde bewijsverweer van de raadsman ten aanzien van dit feit geeft geen aanleiding tot een bespreking daarvan. Het verweer vindt zijn weerlegging in de hierboven weergegeven bewijsmiddelen.
3.5.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
feit 1 (zaaksdossier 01, Uiver)
hij op 7 juli 2014 te Zaandam, gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van telefoontoestellen en euro 350,-, toebehorende aan KPN en/of de Hi Winkel (gevestigd aan de Gedempte Gracht 16 A), welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader,
- een groot mes aan die [slachtoffer 1] heeft getoond en
- tegen die [slachtoffer 1] heeft geschreeuwd dat die [slachtoffer 1] mee moest werken en dat die [slachtoffer 1] mee moest lopen en waarbij hij, verdachte, met dat mes in de richting van die [slachtoffer 1] heeft gewezen en
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat die [slachtoffer 1] op de grond moest gaan liggen en dat die [slachtoffer 1] zijn handen op zijn rug moest plaatsen en
- de voeten en de handen van [slachtoffer 1] met tiewraps heeft vastgebonden en
- heeft gezegd dat de (door hem, verdachte meegebrachte) tassen gevuld moesten worden met de telefoons uit de kluis en
- heeft gezegd dat het geld uit de kassa lade gehaald moest gaan worden;
feit 2 (zaaksdossier 04, Struis)
hij op 10 maart 2014 te Zaandam, gemeente Zaanstad, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen telefoons en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan KPN/Hi (filiaal Zaandam), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen vergezellen van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], te plegen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken,
hij, verdachte
- de HI-winkel gelegen aan de Gedempte Gracht 16a te Zaandam is binnengegaan (terwijl hij een muts met flappen op had en een grote bril droeg en een handschoen droeg en een sporttas met zich meevoerde)
waarna hij, verdachte
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd “loop naar achteren” en
- de rits van een sporttas heeft geopend en
- heeft gezegd, terwijl hij, verdachte voor de deur van de backoffice stond: “doe die deur open” en
- vervolgens de ruimte van de backoffice is binnengegaan
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
feit 3 (zaaksdossier 09, IJskruid)
hij op 12 mei 2014 te Amsterdam op de openbare weg Oosterdokstraat tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 8225,00 euro toebehorende aan [bedrijf], welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader:
- met kracht heeft/hebben getrokken aan een tas (met daarin het geldbedrag) welke aan de schouder van die [slachtoffer 4] hing, en
- vervolgens (met kracht) is/zijn blijven trekken aan die tas die [slachtoffer 4] vasthield, waardoor die [slachtoffer 4] met haar hoofd op de grond is gevallen en
- vervolgens die [slachtoffer 4] met haar tas over de grond heeft/hebben meegesleurd en
- met kracht heeft/hebben getrokken aan een tas (met daarin geld) die [slachtoffer 5] in zijn hand had;
feit 4 (zaaksdossier 08, Yonkers)
hij op 16 oktober 2013 te Haarlem, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van 37 telefoontoestellen, toebehorende aan KPN/de Hi Winkel (gevestigd aan de Mentonpassage 13A), welke
bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader,
- een groot mes aan die [slachtoffer 2] heeft getoond en
- de handen van [slachtoffer 2] met tiewrapss heeft vastgebonden en
- tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij op zijn buik moest gaan liggen en
- heeft gezegd dat de (meegebrachte) tassen gevuld moesten worden met de telefoons uit de kluis.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van feiten 1 en 4
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van feit 2
poging tot afpersing
ten aanzien van feit 3
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Er is derhalve geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Door de raadsman van verdachte is naar voren gebracht dat verdachte voor feit 2 dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging, nu sprake is van vrijwillige terugtred. Verdachte is, nadat [slachtoffer 1] uit de winkel is gerend, via de achterdeur de winkel uitgelopen. De gelegenheid tot het wegnemen van goederen bestond nog altijd, maar verdachte koos ervoor om de winkel te verlaten. Dit handelen was naar aard en tijdstip ook geschikt om het gevolg, de diefstal, te beletten.
De rechtbank stelt voorop dat van vrijwillige terugtred in de zin van art. 46b Sr sprake is, indien de verdachte vrijwillig is teruggetreden voordat het misdrijf is voltooid. Of gedragingen van de verdachte toereikend zijn om de gevolgtrekking te wettigen dat het misdrijf niet is voltooid ten gevolge van omstandigheden die van zijn wil afhankelijk zijn, hangt - mede gelet op de aard van het misdrijf - af van de concrete omstandigheden van het geval. Daarbij verdient opmerking dat voor het aannemen van vrijwillige terugtred in geval van een voltooide poging veelal een zodanig optreden van de verdachte is vereist dat dit naar aard en tijdstip geschikt is het intreden van het gevolg te beletten (HR 19 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ2169; HR 13 maart 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6709 HR 3 maart 2009, ECLI:NL:HR:2009:BF8844; HR 12 april 2011, ECLI:NL:HR:2011:BN4351; HR 3 juli 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9976).
De rechtbank stelt mede aan de hand van het onderzoek ter terechtzitting het volgende vast. Verdachte is de Hi winkel te Zaandam binnengelopen en heeft een grote sporttas op een van de krukken voor de balie van de winkel neergezet. Verdachte droeg daarbij een pet met flappen langs de oren en een grote bril. Verdachte heeft tegen de aanwezige medewerkers, [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1], gezegd dat zij naar achteren moesten gaan. Deze situatie is voor [slachtoffer 1] dusdanig bedreigend geweest dat hij de winkel snel heeft verlaten door op een onbewaakt ogenblik – verdachte was in zijn tas aan het rommelen – snel weg te rennen.
De rechtbank is van oordeel dat het voorgenomen misdrijf slechts niet is voltooid ten gevolge van, niet van de wil van de verdachte afhankelijke, omstandigheden, te weten het wegrennen van [slachtoffer 1], nu voor verdachte toen duidelijk moet zijn geweest dat de politie snel gewaarschuwd zou worden en zodoende de beschikbare tijd voor voltooiing van de overval sterk was afgenomen. Het beroep op vrijwillige terugtred wordt daarom verworpen.
Nu evenmin andere gronden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit dan wel de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten, betekent dit dat de verdachte strafbaar is.

6.Motivering van de straf

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven (7) jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
6.2.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan het plegen van twee overvallen op Hi telefoonwinkels en een poging daartoe. Verdachte heeft zich op 7 juli 2014 vermomd en via de achterdeur de toegang verschaft tot de Hi winkel te Zaandam en het aldaar aanwezige personeelslid [slachtoffer 1] bedreigd met een mes en door de medeverdachte laten vastbinden met tiewraps. Vervolgens heeft hij, samen met de medeverdachte, de telefoons uit de kluis gepakt en deze in twee tassen meegenomen. Eerder, op 10 maart 2014, heeft verdachte zich vermomd en is hij tijdens openingstijden de Hi winkel te Zaandam binnengelopen en heeft gepoogd deze winkel te overvallen, hetgeen niet is gelukt nu het ook toen aanwezige personeelslid [slachtoffer 1] de winkel is ontvlucht.
Op 16 oktober 2013 is verdachte vermomd kort voor sluitingstijd de Hi winkel te Haarlem binnengelopen en heeft hier het aanwezige personeelslid [slachtoffer 2] met een mes bedreigd en door een mededader laten vastbinden met tiewraps. Uit de kluis heeft verdachte eveneens een hoeveelheid mobiele telefoons weggenomen.
Het personeel van de verschillende Hi winkels werd telkens door verdachte onder bedreiging van een mes gedwongen mobiele telefoons en geld te geven. Het aanwezige personeelslid werd gedurende de overval met geweld bedreigd en vastgebonden met tiewraps door de mededader, die als winkelmanager in de winkel aanwezig was en vooraf wist dat de overval plaats zou vinden en hieraan meewerkte. De gevolgen van dergelijke overvallen zijn over het algemeen zeer traumatiserend voor de slachtoffers. De impact op hun gewone leven is groot. Dit blijkt ook uit de ingebrachte slachtofferverklaringen. Op geen enkele wijze heeft verdachte zich bekommerd om de gevolgen voor de slachtoffers. Dat deze gevolgen, ook op de langere termijn, ernstig kunnen zijn heeft verdachte ook op voorhand kunnen beseffen. Toch heeft verdachte zich hierdoor niet laten weerhouden en heeft hij enkel om het financiële gewin (om zijn schulden af te lossen) hen ernstige en aanzienlijke schade berokkend. Deze feiten rekent de rechtbank verdachte dan ook ernstig aan.
Voorts heeft verdachte zich met een ander schuldig gemaakt aan een straatroof met geweld, door de slachtoffers [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5], werkzaam voor [bedrijf], op klaarlichte dag op straat te beroven van een tas met daarin geld. Verdachte wist dat deze slachtoffers elke maandag de weekomzet vervoerden en maakte misbruik van die informatie. Verdachte heeft geweld gebruikt, waardoor een van de slachtoffers letsel en pijn heeft bekomen. Ook dit feit rekent de rechtbank verdachte ernstig aan.
De door de officier van justitie geëiste straf is in overeenstemming met hetgeen volgens de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht in soortgelijke gevallen pleegt te worden opgelegd en de officier van justitie heeft met de persoonlijke omstandigheden van verdachte rekening gehouden. Voorts is de officier van justitie uitgegaan van een gelijke bewezenverklaring. De rechtbank ziet daarom in beginsel geen aanleiding om af te wijken van deze strafeis, maar zal gezien de straffen die zij oplegt voor de mededaders van verdachte, die eveneens een zeer kwalijke rol hebben gespeeld in dit samenwerkingsverband, ten aanzien van de feiten die betrekking hebben op de overvallen en de poging daartoe op en de inbraken bij de Hi winkels, de op te leggen straf iets matigen.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.

7.Vorderingen benadeelde partijen

7.1.
Vordering benadeelde partij KPN B.V. en schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij KPN B.V. heeft een vordering tot schadevergoeding van € 114.928,40 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder feiten 1, 2 en 4 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De gestelde schade bestaat uit de schade als gevolg van de weggenomen telefoontoestellen ter waarde van € 16.092,88 alsmede beveiligingskosten gemaakt naar aanleiding van de overval op de winkel.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van € 16.092,88 rechtstreeks voortvloeit uit het onder 4. bewezen verklaarde feit. Dat geldt niet voor de beveiligingskosten voor aangescherpte videobewaking van de Hi winkels, welke schadepost in een verder verwijderd verband staat omdat er een keuze van het slachtoffer aan ten grondslag ligt om deze kosten te maken. In zoverre zal de vordering dan ook deels worden toegewezen.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien een van de medeverdachten dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 4. bewezen verklaarde handelen (kort gezegd: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen) aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
7.2.
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 1] en schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 900,-ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die hij als gevolg van het onder feit 1 en 2 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 maart 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien een van medeverdachten dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder feit 1 en 2 bewezen verklaarde handelen (kort gezegd: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en een poging daartoe) aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
7.3.
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 4] en schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer 4] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 770,-ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van het onder feit 3 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook worden toegewezen,.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder feit 3 bewezen verklaarde handelen (kort gezegd: diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen) aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
7.4.
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 5] en schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer 5] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 300,-ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die hij als gevolg van het onder feit 3 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 mei 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder feit 3 bewezen verklaarde handelen (kort gezegd: diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen) aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
7.5.
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 2] en schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 2.260,80 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het onder feit 4 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde materiële schade bestaat uit reiskosten.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit het onder feit 4 bewezen verklaarde feit. Vergoeding van de immateriële schade tot een bedrag van € 1.500,- komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal in zoverre dan ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 oktober 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien een van medeverdachten dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder feit 4 bewezen verklaarde handelen (kort gezegd: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen) aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
36f, 45, 57, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.5. weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
ZES (6) JAREN;
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
KPN B.V.geleden schade tot een bedrag van
€ 16.092,88, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan KPN B.V. voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een van de medeverdachten is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer
KPN B.V.de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 16.092,88, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
honderdenvijftien (115) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 900,-bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 maart 2014 tot aan de dag der algehele voldoening en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan G.N. [slachtoffer 1] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een van de medeverdachten is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer
[slachtoffer 1]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 900,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 maart 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
achttien (18) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 4]geleden schade tot een bedrag van
€ 770,-bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 mei 2014 tot aan de dag der algehele voldoening en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan [slachtoffer 4] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer
[slachtoffer 4]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 770,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 mei 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
vijftien (15) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 5]geleden schade tot een bedrag van
€ 300,-bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 mei 2014 tot aan de dag der algehele voldoening en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan [slachtoffer 5] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer
[slachtoffer 5]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 300,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 mei 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
zes (6) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.500,-bestaande uit immateriële schade
en € 100,80aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 oktober 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan V.N. [slachtoffer 2] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een van de medeverdachten is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer
[slachtoffer 2]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.600,80, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 oktober 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
zesentwintig (26) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. W.J. van Andel, voorzitter,
mr. A.S. van Leeuwen en mr. R.A. Otter, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.J. de Vries, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van vrijdag 30 oktober 2015.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Het proces-verbaal van algemeen dossierrelaas onderzoek overvallen Hi d.d. 9 april 2015 (ZD01, map 01, pagina 1 e.v.).
3.Het proces-verbaal van bevindingen gebruiker [telefoonnummer 14] (ZD01, map 04, pagina 1314-midden).
4.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 15] d.d. 17 februari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1431).
5.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] d.d. 22 augustus 2014 (ZD01, map 04, pagina 1339).
6.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 17] d.d. 21 augustus 2014 (ZD01, map 04, pagina 1331).
7.Het proces-verbaal van bevindingen printlijst [telefoonnummer 1] (ZD01, map 04, pagina’s 1325-boven en 1326-1327) en het proces-verbaal van bevindingen imei-nummer (ZD01, map 04, pagina’s 1562 en 1563).
8.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 2] d.d. 10 februari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1438).
9.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 3] d.d. 27 november 2014 (ZD01, map 04, pagina 1398).
10.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 4] d.d. 28 november 2014 (ZD01, map 04, pagina 1379).
11.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 5] d.d. 9 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1412).
12.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 6] d.d. 2 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1418).
13.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 7] d.d. 8 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1374).
14.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 15] d.d. 2 april 2015 (ZD07, pagina 120-onder).
15.Het proces-verbaal van onderzoek printlijsten d.d. 17 december 2014 (ZD01, map 04, pagina 1404-onder).
16.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] d.d. 19 februari 2015 (ZD01, map 01, pagina 1365).
17.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 18] d.d. 7 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1512-boven)
18.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 19] d.d. 14 juli 2014 (ZD01, map 04, pagina 1297 e.v.).
19.Het proces-verbaal van bevindingen printlijst [telefoonnummer 1] (ZD01, map 04, pagina’s 1325-boven en 1326-1327) en het proces-verbaal van bevindingen imei-nummer (ZD01, map 04, pagina’s 1562 en 1563).
20.Het proces-verbaal van overzicht [winkel] B.V. d.d. 8 april 2015 (ZD04, pagina 268).
21.Het proces-verbaal van bevindingen printlijst [telefoonnummer 1] (ZD01, map 04, pagina 1326-midden).
22.Het proces-verbaal van overzicht [winkel] B.V. d.d. 8 april 2015 (ZD01, map 04, pagina’s 1539-boven en 1543).
23.Het proces-verbaal van bevindingen printlijst [telefoonnummer 1] (ZD01, map 04, pagina 1325-boven).
24.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 2] (ZD01, map 04, pagina 1437-midden).
25.Het proces-verbaal van bevindingen printlijst [telefoonnummer 1] (ZD01, map 04, pagina 1326-onder).
26.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD01, map 04, pagina 1359-boven).
27.Het proces-verbaal van bevindingen printlijst [telefoonnummer 1] (ZD01, map 04, pagina’s 1326-onder en 1327-boven).
28.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5] d.d. 3 december 2014 (ZD01, map 02, pagina 415) en het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3] d.d. 3 december 2014 (PD01-04, pagina 33-onder).
29.Het proces-verbaal van bevindingen ARS/Vialis d.d. 20 november 2014 (ZD01, map 01, pagina 371-onder).
30.Het proces-verbaal van bevindingen printlijst [telefoonnummer 1] (ZD01, map 04, pagina 1327-boven).
31.Het proces-verbaal van bevindingen ARS/Vialis d.d. 20 november 2014 (ZD01, map 01, pagina 371-onder) en het proces-verbaal van telecom en kentekenregistraties totaal d.d. 10 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1293-boven).
32.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 19] (ZD01, map 04, pagina 1298-boven).
33.Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek TOMTOM d.d. 6 april 2015 (ZD01, map 02, pagina 497- boven, 501-onder en 502-boven).
34.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 1] d.d. 16 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 171 en 172) en het proces-verbaal van aangifte van [medeverdachte 1] d.d. 7 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 174-midden).
35.Het proces-verbaal van verhoor van benadeelde [getuige 16] d.d. 18 augustus 2014 (ZD01, map 01, pagina 184-midden en 185-boven) en het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 19] (ZD01, map 04, pagina 1298-onder).
36.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 1] d.d. 16 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 171 en 172) en het proces-verbaal van aangifte van [medeverdachte 1] d.d. 7 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 174-midden).
37.Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 28 augustus 2014 (ZD01, map 01, pagina’s 329-332).
38.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 7 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina’s 158-163) en het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 16 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina’s 117-147).
39.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 17] d.d. 31 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 199-onder).
40.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 59-midden/onder).
41.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 61-onder).
42.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 oktober 2014 (ZD01, map 01, pagina 388-onder).
43.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 57-midden).
44.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 60-midden).
45.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 63-onder en 64-boven).
46.Het proces-verbaal van bevindingen aantreffen telefoons d.d. 20 februari 2015 (ZD01, map 01, pagina 188).
47.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 3] d.d. 27 november 2014 (ZD01, map 04, pagina 1397).
48.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 6] d.d. 31 maart 2015 (ZD01, map 01, pagina’s 347-349).
49.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 november 2014 (ZD01, map 01, pagina 395-onder).
50.Het proces-verbaal van overzicht [winkel] B.V. d.d. 8 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1539-onder).
51.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 4] (ZD01, map 04, pagina 1376-midden).
52.Het proces-verbaal van bevindingen [kenteken] d.d. 20 oktober 2014 (ZD02, map 02, pagina 358-onder).
53.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 4] (ZD01, map 04, pagina 1377-boven).
54.Het proces-verbaal van overzicht [winkel] B.V. d.d. 8 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1540).
55.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 4] (ZD01, map 04, pagina 1377-midden).
56.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 5] d.d. 9 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1410).
57.Het proces-verbaal van uitwerking verhoor [getuige 1] d.d. 11 juni 2015 (los opgenomen, pagina’s 13-15, 18).
58.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 5] d.d. 9 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1410-boven).
59.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD01, map 04, pagina 1360-boven).
60.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 5] d.d. 9 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1410-midden).
61.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD01, map 04, pagina 1359-onder).
62.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD01, map 04, pagina 1360-boven).
63.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 12] (ZD01, map 04, pagina 1405-onder).
64.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 12] (ZD01, map 04, pagina 1406-boven).
65.Het proces-verbaal van overzicht [winkel] B.V. d.d. 8 april 2015 (ZD04, pagina 265).
66.Het proces-verbaal van telecom en kentekenregistraties totaal d.d. 10 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1285-boven).
67.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens gebruiker [telefoonnummer 15] d.d. 17 februari 2015 (ZD04, pagina 190-boven)
68.Het proces-verbaal van telecom en kentekenregistraties totaal d.d. 10 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1285-boven).
69.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens gebruiker [telefoonnummer 15] d.d. 17 februari 2015 (ZD04, pagina 190-boven)
70.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens gebruiker [telefoonnummer 6] d.d. 2 januari 2015 (ZD04, pagina 208).
71.Het proces-verbaal van telecom en kentekenregistraties totaal d.d. 10 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1285-midden).
72.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens gebruiker [telefoonnummer 6] d.d. 2 januari 2015 (ZD04, rpagina 208).
73.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 6] d.d. 2 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina’s 1417 en 1418).
74.Het proces-verbaal van aangifte van [medeverdachte 1] d.d. 10 maart 2014 (ZD04, pagina 21-midden).
75.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens gebruiker [telefoonnummer 15] d.d. 17 februari 2015 (ZD04, pagina 190-midden).
76.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] d.d. 22 augustus 2014 (ZD01, map 04, pagina 1337-midden).
77.Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 18 maart 2014 (ZD04, pagina’s 39-onder, 40 en 41).
78.Het proces-verbaal van aangifte van [medeverdachte 1] d.d. 10 maart 2014 (ZD04, pagina 22-boven).
79.Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 18 maart 2014 (ZD04, pagina 42).
80.Het proces-verbaal van bevindingen 112 bellen en gedragingen van manager [medeverdachte 1] (ZD04, pagina 121).
81.Het proces-verbaal van aangifte van [medeverdachte 1] d.d. 10 maart 2014 (ZD04, pagina 22-boven).
82.Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 18 maart 2014 (ZD04, pagina 43-onder).
83.Het proces-verbaal van bevindingen 112 bellen en gedragingen van manager [medeverdachte 1] (ZD04, pagina 121).
84.Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 18 maart 2014 (ZD04, pagina’s 32-46).
85.Het proces-verbaal van bevindingen 112 bellen en gedragingen van manager [medeverdachte 1] (ZD04, pagina 121).
86.Het proces-verbaal van aangifte van [medeverdachte 1] d.d. 10 maart 2014 (ZD04, pagina 22-midden).
87.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 1] d.d. 10 maart 2014 (ZD04, pagina 30-boven).
88.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] d.d. 4 december 2014 (ZD04, pagina 320-onder).
89.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 1] d.d. 21 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 160-midden en 169-midden).
90.Het proces-verbaal van aantreffen foto’s Adidas jack d.d. 24 juli 2014 (ZD04, pagina’s 87-91).
91.Het proces-verbaal van aantreffen muts d.d. 28 juli 2014 (ZD04, pagina’s 92-96).
92.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD01, map 04, pagina 1362-midden).
93.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] d.d. 22 augustus 2014 (ZD04, pagina 240-midden).
94.Het proces-verbaal van bevindingen reizen openbaar vervoer d.d. 24 november 2014 (ZD04, pagina 115-onder).
95.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] d.d. 22 augustus 2014 (ZD04, pagina 240-midden).
96.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 7] d.d. 8 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1371-onder).
97.Het proces-verbaal van bevindingen reizen openbaar vervoer d.d. 24 november 2014 (ZD04, pagina 115-onder).
98.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] d.d. 22 augustus 2014 (ZD04, pagina 240-midden).
99.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 7] d.d. 8 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1371-onder).
100.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD01, map 04, pagina 1362-midden).
101.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 15] d.d. 17 februari 2015 (ZD04, pagina 190).
102.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD01, map 04, pagina 1362-midden).
103.Het proces-verbaal van aantreffen documenten van [verdachte] in desktop d.d. 24 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 257).
104.Het proces-verbaal van bevindingen herkenning verdachte d.d. 12 juni 2014 (ZD09, paragraaf A05, pagina 001-midden).
105.Het proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 7 oktober 2015 (los opgenomen, pagina 7-midden) alsmede het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 23]d.d. 16 juni 2014 (ZD09, paragraaf B05, pagina 002-onder).
106.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 24] d.d. 22 juli 2014 (ZD09, paragraaf B08, pagina 003).
107.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] d.d. 15 mei 2014 (ZD09, paragraaf A13, pagina’s 003-onder en 004-boven).
108.Het proces-verbaal van overzicht historische gegevens d.d. 29 juli 2014 (ZD09, paragraaf H02, pagina 001-onder).
109.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 24] d.d. 22 juli 2014 (ZD09, paragraaf B08, pagina 003-onder).
110.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] d.d. 15 mei 2014 (ZD09, paragraaf A13, pagina’s 003-onder en 004-boven).
111.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] d.d. 12 mei 2014 (ZD09, paragraaf A12, pagina’s 001-onder en 002-boven).
112.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] d.d. 15 mei 2014 (ZD09, paragraaf A13, pagina 004).
113.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] d.d. 12 mei 2014 (ZD09, paragraaf A12, pagina 002-boven) en een schriftelijk bescheid, te weten het ingevuld aanvraagformulier medische informatie betreffende [slachtoffer 4] d.d. 8 augustus 2014 (ZD09, paragraaf A12, pagina 003).
114.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] d.d. 15 mei 2014 (ZD09, paragraaf A13, pagina 004).
115.Het proces-verbaal van gesprek aangever [slachtoffer 4] d.d. 21 juli 2014 (ZD09, paragraaf A12, pagina 004-onder).
116.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 25] d.d. 12 mei 2014 (ZD09, paragraaf B01, pagina 001-midden).
117.Het proces-verbaal van bevindingen beschrijving camerabeelden d.d. 20 mei 2014 (ZD09, paragraaf A06, pagina’s 001 en 002).
118.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 25] d.d. 12 mei 2014 (ZD09, paragraaf B01, pagina 001-midden).
119.Het proces-verbaal van bevindingen herkenning verdachte d.d. 12 juni 2014 (ZD09, paragraaf A05, pagina 001).
120.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 juli 2014 (ZD09, paragraaf A11, pagina 002-boven).
121.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] d.d. 15 mei 2014 (ZD09, paragraaf A13, pagina 003) en het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 26] d.d. 7 juli 2014 (ZD09, paragraaf A14, pagina 002-midden).
122.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 23] d.d. 30 juli 2014 (ZD09, paragraaf B05, pagina 006-midden).
123.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 26] d.d. 23 juni 2014 (ZD09, paragraaf B04, pagina’s 001-onder en 002-boven).
124.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 23]bij de R.C. d.d. 11 december 2014 (los opgenomen, blad 4-midden).
125.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 24] d.d. 22 juli 2014 (ZD09, paragraaf B08, pagina 002-midden).
126.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 27] d.d. 8 september 2014 (ZD09, paragraaf B06, pagina 004).
127.Het proces-verbaal van telecom en kentekenregistraties totaal d.d. 10 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1275-onder).
128.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 16 oktober 2013 (ZD08, pagina’s 37 tot 40).
129.Het proces-verbaal van bevindingen reizen openbaar vervoer d.d. 24 november 2014 (ZD04, pagina’s 171-173 en 176).
130.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 17] (ZD08, pagina’s 328-midden en 329-onder).
131.Het proces-verbaal van bevindingen ARS en Vialis d.d. 20 november 2014 (ZD08, pagina’s 219-onder en 220-boven).
132.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 17] (ZD08, pagina’s 328-midden en 329-onder).
133.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 november 2014 (ZD08, pagina’s 260-271).
134.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [medeverdachte 1] d.d. 16 oktober 2013 (ZD08, pagina 48-boven).
135.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 16 oktober 2013 (ZD08, pagina’s 37 tot 40).
136.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [medeverdachte 1] d.d. 16 oktober 2013 (ZD08, pagina 48-midden).
137.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 november 2014 (ZD08, pagina 273).
138.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 16 oktober 2013 (ZD08, pagina’s 37 tot 40) en het proces-verbaal van verhoor van getuige [medeverdachte 1] d.d. 16 oktober 2013 (ZD08, pagina 48-midden).
139.Het proces-verbaal van bevindingen lijst weggenomen Imeinummers d.d. 3 december 2013 (ZD08, pagina’s 57 en 60-61).
140.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 2] d.d. 9 maart 2015 (ZD08, pagina 280-midden/onder).
141.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 16 oktober 2013 (ZD08, pagina’s 37 tot 40).
142.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 november 2014 (ZD08, pagina 275).
143.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 oktober 2013 (ZD08, pagina 95).
144.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 16 oktober 2013 (ZD08, pagina 39-boven).
145.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 november 2014 (ZD08, pagina 277).
146.Het proces-verbaal van bevindingen 112 melding d.d. 21 oktober 2013 (ZD08, pagina 30).
147.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 november 2014 (ZD08, pagina 277).
148.Het proces-verbaal van bevindingen 2e 112 melding d.d. 24 oktober 2013 (ZD08, pagina 31).
149.Het proces-verbaal van bevindingen 112-bellen/gedragingen van manager [medeverdachte 1] d.d. 24 november 2014 (ZD08, pagina 240).
150.Het proces-verbaal van bevindingen 3e 112 melding d.d. 24 oktober 2013 (ZD08, pagina 32).
151.Het proces-verbaal van bevindingen 4e 112 melding d.d. 24 oktober 2013 (ZD08, pagina 34).
152.Het proces-verbaal van bevindingen 112-bellen/gedragingen van manager [medeverdachte 1] d.d. 24 november 2014 (ZD08, pagina 240).
153.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 2] d.d. 9 maart 2015 (ZD08, pagina 280-281 en 285-onder).
154.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 oktober 2013 (ZD08, pagina 22-onder).
155.Het proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 31 oktober 2013 (ZD08, pagina 106-midden).
156.Het proces-verbaal van doorzoeking woning [adres] te Amsterdam d.d. 10 juli 2014 (ZD08, pagina 110).
157.Het proces-verbaal van aantreffen muts d.d. 28 juli 2014 (ZD08, pagina 153 en 154).
158.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 17] (ZD08, pagina 328-onder).
159.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] (ZD08, pagina 332-onder).
160.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 20] d.d. 12 september 2014 (ZD08, pagina 195-onder) en het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 21] d.d. 24 juli 2014 (ZD08, pagina 183-onder).
161.Het proces-verbaal van bevindingen ARS en Vialis d.d. 20 november 2014 (ZD08, pagina’s 219-onder en 220-boven).
162.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] (ZD08, pagina 333-boven).
163.Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek TOMTOM d.d. 6 april 2015 (ZD01, map 02, pagina 495-onder).
164.Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek TOMTOM d.d. 6 april 2015 (ZD01, map 02, pagina’s 498, 499 en 503-onder).
165.Het proces-verbaal van bevindingen reizen openbaar vervoer d.d. 24 november 2014 (ZD04, pagina’s 171-173 en 176).
166.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] (ZD08, pagina 333-midden).
167.Het proces-verbaal van bevindingen reizen openbaar vervoer d.d. 24 november 2014 (ZD04, pagina’s 171-173 en 176).
168.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] (ZD08, pagina 333-midden).
169.Het proces-verbaal van bevindingen reizen openbaar vervoer d.d. 24 november 2014 (ZD04, pagina’s 171-173 en 176).
170.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] (ZD08, pagina’s 331 en 333).
171.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 17] (ZD08, pagina’s 327 en 328).
172.Het proces-verbaal van bevindingen telefoonnummers [telefoonnummers 8/24] d.d. 5 maart 2014 (ZD08, pagina 317 en 319).
173.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD08, pagina 340).
174.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD01, map 04, pagina 1360-onder).
175.Het proces-verbaal van uiterlijke vergelijking dader 12Yonkers en 11Struis d.d. 26 september 2014 (ZD04, pagina 166).
176.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 1] d.d. 21 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 169-midden).