Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft het volgende aangevoerd:
(...)
Purmerend
10) Het is niet boven redelijke twijfel verheven dat de verdachte daarbij aanwezig was. Daarnaast is er geen sprake van een strafbare poging, omdat er nog geen begin was van een uitvoering. [Betrokkene 2] heeft niet aangebeld. Er bestaan grote discrepanties in de verklaringen van [betrokkene 3], [betrokkene 2] en [betrokkene 8].
[Betrokkene 2] spreekt aanvankelijk over een woning in Zaandam in plaats van Purmerend en [betrokkene 2] heeft verklaard dat hij niet heeft aangebeld. Voorts bestaat er onduidelijkheid over het doel. Was het de bedoeling om iemand in elkaar te slaan of was een beroving het doel? Zowel [betrokkene 8] als [betrokkene 12] en [betrokkene 2] spreken over het geven van een pak slaag aan [slachtoffer 3].
[Betrokkene 2] belde niet aan omdat hij de mensen geen pijn wilde doen. [Betrokkene 2] heeft uit eigen beweging besloten niet aan te bellen om geen slachtoffers te maken, derhalve een besluit van zijn wil afhankelijk, waardoor er ten aanzien van [betrokkene 2] sprake was van vrijwillige terugtred. Deze beslissing is geen persoonlijke strafuitsluitingsgrond, maar een daderschapsuitsluitingsgrond die derdenwerking heeft voor deelnemers. Aan verdachte komt dus ook een beroep toe op vrijwillige terugtred van [betrokkene 2]. De subsidiair ten laste gelegde voorbereidingshandelingen zijn niet als strafbaar feit te kwalificeren, zodat verdachte, indien het hof tot bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde zou komen, zou moeten worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
(...)
Criminele organisatie13) Voor zover verdachte al betrokken zou zijn geweest bij de ten laste gelegde feiten, dan heeft een verband van voldoende organisatorische substantie ontbroken en was er meer sprake van een ongestructureerd optreden in verschillende samenstellingen, waarbij verdachten achter elkaars rug om betrokken waren bij verschillende strafbare feiten.
(...)
Verklaringen afgelegd in de zaken met parketnummer 14.700821.07 feit 2 (Purmerend) en feit 5 (criminele organisatie).
[Betrokkene 8] heeft verklaard dat hij op 2 maart 2006 is vrijgekomen en bij [betrokkene 2] (het hof begrijpt: [betrokkene 2]) is gaan wonen. Twee dagen later ontmoette hij bij [betrokkene 2] een Pool genaamd [medeverdachte]. Een paar dagen daarna bracht [medeverdachte] twee andere Polen mee; een korte Pool en een lange Pool. [Medeverdachte] had [betrokkene 2] nodig om als postbode ergens aan te bellen (bladzijde 294). [Betrokkene 2] wilde dat hij, [betrokkene 8], met hem meeging. De opdracht van [betrokkene 2] was een postbodepak aantrekken, een doos vasthouden terwijl onder die doos een elektrisch wapen zat.
Het adres was van een man in Purmerend. [Betrokkene 2] moest dat pak aantrekken, aanbellen en als iemand opendeed dan takke takke tak, het elektrische wapen (schietpistool met stroom eronder) gebruiken en dan zouden die twee Polen vanaf de zijkant komen. [Betrokkene 2] zou met de twee Polen naar binnen gaan en [medeverdachte] zou later komen. Ze hadden de spullen bij zich, een elektrisch wapen, walkietalkies, en een PTT-jasje. De volgende dag werden ze wakker gemaakt. [Betrokkene 2] kreeg zijn PTT-jas en een doos (bladzijde 295). [Betrokkene 2] had het elektrische wapen onder die doos. [Medeverdachte] stapte in een Opel Calibra, waar zijn zoon en vrouw inzaten. De twee Polen gingen in een grijze auto. [Betrokkene 2] kreeg de sleutels van een Renault. Ze reden naar Purmerend en konden met de walkietalkies communiceren. [Medeverdachte] heeft een rondje gemaakt bij de woning van die man. [Medeverdachte] zei via de walkietalkie: "is good, is good". [Medeverdachte] kwam aanrijden. [Betrokkene 2] moest achterin de Renault zitten. [Medeverdachte] is achter het stuur gaan zitten. [Medeverdachte] is met [betrokkene 2], die twee Polen en met hem naar dat huis gereden. Ze hebben een rondje langs dat huis gereden. Daarna heeft [medeverdachte] de Renault bij een speelterrein neergezet. [Betrokkene 2] en de twee Polen stapten uit. [Betrokkene 2] is gaan aanbellen. Dat kon [betrokkene 8] vanuit de auto zien. De bewoner deed niet open. Ze reden weg. [Medeverdachte] zei: "Weet je wat, we gaan naar de stad toe, naar die tipgever". [Betrokkene 2], [medeverdachte] en de lange Pool zijn naar de tipgever in Amsterdam gegaan (bladzijde 297). De buit van de overvallen op woningen zou gaan naar iemand in Amsterdam waar ze hun sieraden konden wegdoen. Over die twee Polen zei [medeverdachte] dat zij voor hem werkten (bladzijde 299).
[Betrokkene 2] heeft verklaard dat die twee Polen en [medeverdachte] walkietalkies bij zich hadden (bladzijde 46). Na het tonen van een foto van verdachte heeft [betrokkene 2] verklaard dat de man op die foto een van de twee Polen uit Alkmaar (het hof begrijpt hier en elders: Sint Maarten) is. [Betrokkene 2] noemt hem de lange Pool. In de woning van die twee Polen uit Alkmaar heeft hij een PTT-jasje zien liggen. Hij moest bij een huis aanbellen met die PTT-jas aan. Hij had ook een elektrisch pistool bij zich. Hij moest aanbellen en als er werd opengedaan moest hij naar binnen gaan. Hij liep ook met een doosje. [medeverdachte] wilde die man pakken. [Medeverdachte] zou weten dat die man een hoop geld had. [Medeverdachte] en die twee Polen hadden ook tape nodig om mensen vast te binden (bladzijde 47). [Betrokkene 2] heeft verklaard dat het idee om zich als PTT'er uit te geven van [medeverdachte] was. Hij moest de man in bedwang houden met het elektrische pistool als hij de deur open zou doen (bladzijde 94).
[Betrokkene 2] heeft voorts verklaard dat de man [slachtoffer 3] heette en dat [medeverdachte] het had over miljoenen. Met een Peugeot, een Renault en de Calibra gingen ze erheen.
[Betrokkene 8] en [betrokkene 2] in de Renault, [medeverdachte] in de Calibra en de twee Polen in de Peugeot. Ook de vriendin van [medeverdachte] en hun zoontje gingen mee. Het was een villa in een woonwijk, waar andere woningen aan vast zaten. Er was een rotonde. Bij de deur van de woning was een camera (bladzijde 77). Daarna zijn ze weggereden, naar een McDonalds bij de snelweg. [medeverdachte] had de tip gekregen van een oude man. Daarna zijn ze naar de tipgever gereden. [Betrokkene 2] was toen samen met [medeverdachte], de lange en de korte Pool (bladzijde 78). Samen met verbalisanten is [betrokkene 2] in de auto naar de afrit Purmerend-Zuid gereden. Die afrit zijn ze afgegaan in de richting van de Verzetslaan. Daar herkende [betrokkene 2] de McDonalds waar hij en de anderen hadden gezeten. Ze zijn ten slotte terechtgekomen op een gedeelte van de [b-straat] dat gesitueerd is als een soort pleintje. [Betrokkene 2] wees naar een woning met het huisnummer [1] en een camera. Verbalisanten zagen dat boven de voordeur van de [b-straat 1] een kastje hing.
[Betrokkene 2] heeft voorts nog verklaard, zakelijk weergegeven, dat hij het huis waar hij voor de deur heeft gestaan heeft herkend, toen hij samen met verbalisanten in Purmerend was. Toen hij voor de deur stond, stonden de twee Polen op een hoek te wachten. [Betrokkene 8] zat met [medeverdachte] in de auto. Hij is toen in een PTT-jasje naar de deur gelopen. Hij deed alsof hij aanbelde. De dag daarvoor was hij ook al bij die woning geweest. Ze waren toen met hetzelfde groepje. Dat was een soort voorverkenning.
Tijdens het verhoor van [betrokkene 2] is aan hem de foto getoond van [betrokkene 12]. [Betrokkene 2] heeft verklaard dat de man op de foto de tipgever was. Hij heeft de tipgever van Purmerend maar een keer gezien. De tipgever had gezegd dat er bij [slachtoffer 3] meer dan twee miljoen te halen was (bladzijde 149).
[Betrokkene 3] heeft verklaard dat zij met [betrokkene 2] (het hof begrijpt: [betrokkene 2]), de vriend van [betrokkene 2] (het hof begrijpt: [betrokkene 8]), [medeverdachte] en die twee Poolse mannen naar Purmerend is gegaan. Daar gingen ze naar toe om een huis te observeren (bladzijde 213). Ze kwam er later achter dat ze gingen inbreken. Ze weet dat het niet is gelukt (bladzijde 214). Ze gingen best vaak naar Purmerend.
[Medeverdachte] ging dan met een kennis praten genaamd [betrokkene 12]. Zij bleef met (haar zoon) [...] in de auto zitten (bladzijde 213). Zij heeft één keer gezien welke woning [medeverdachte] ging observeren. Hij vroeg haar of zij met hem mee wilde lopen want zij moest iets zien. [Medeverdachte] heeft haar hand gepakt en ze liepen hand in hand, zodat niemand op hen ging letten en ze niet zouden opvallen.
[Betrokkene 2] droeg in Purmerend een zwarte drie kwart jas (bladzijde 215). Alleen [medeverdachte] en zij hebben [betrokkene 12] ontmoet. Van anderen weet zij het niet.
[Betrokkene 3] heeft bovendien verklaard dat zij een keer in de omgeving van het huis op de brug met [medeverdachte] is geweest en dat zij een keer bij het huis is geweest. In de omgeving is zij daarnaast vaker geweest. Zij heeft gezien dat [betrokkene 2] er aan kwam.
Zij was in de auto met [medeverdachte]. Vanaf de plek waar ze geparkeerd stonden was het ongeveer vijf minuten lopen naar het huis. De auto stond de andere keren op een andere plek geparkeerd. [Betrokkene 3] is tussen januari 2006 en eind maart 2006 vier keer, maximaal 5 keer bij die woning in Purmerend geweest (bladzijde 230). Eén keer heeft zij [betrokkene 2] gezien. Zij is vier keer in de auto blijven zitten en zij heeft één keer met [medeverdachte] op de brug gestaan. Hij keek naar het huis. Hij stond te observeren.Zij zag in welke richting hij keek (bladzijde 234). Zij kent [betrokkene 12] als een kennis van [medeverdachte]. Zij weet dat [betrokkene 12] in Purmerend woont, omdat [medeverdachte] en zij bij zijn huis hebben geparkeerd. Zij is [betrokkene 12] ook wel eens in de kroeg tegengekomen (bladzijde 231). Zij is [betrokkene 12] op straat tegengekomen en heeft toen zijn telefoonnummer gevraagd. Zij had geld nodig voor een advocaat voor [medeverdachte], die toen in de gevangenis zat (bladzijde 232).
[Betrokkene 3] heeft voorts verklaard dat zij op de [c-straat] te Amsterdam, waar [betrokkene 2] woonde, is geweest omdat [medeverdachte] daar heen ging. Zij heeft verklaard dat zij er twee keer binnen is geweest.
Tijdens het verhoor van [betrokkene 12] hebben verbalisanten de foto's getoond van [medeverdachte] en [betrokkene 3].
[Betrokkene 12] heeft onder meer verklaard dat de schoonvader van zijn dochter in Purmerend woont (bladzijde 264). Hij kent iemand die [medeverdachte] of [medeverdachte] heet (bladzijde 270), die had een vrouwtje, slank, mooi om te zien, bruin stijl halflang haar. [Betrokkene 3] (het hof begrijpt hier en elders [betrokkene 3]), is de vrouw van [medeverdachte] over wie hij zojuist heeft gesproken. Op de aan hem getoonde foto's heeft hij [medeverdachte] en [betrokkene 3] herkend. Hij denkt dat hij [betrokkene 3] een keer of zes heeft gezien (bladzijde 271). [Medeverdachte] is een keer met [betrokkene 3] en hun kind bij hem geweest. Hij kent iemand met de naam [slachtoffer 3], van wie hij weet dat hij geld heeft. [Slachtoffer 3] is een wiethandelaar. Hij woont in Purmerend en heeft een relatie met de zus van zijn ex-vrouw. Zijn dochter komt bij [slachtoffer 3] over de vloer. Iedereen weet dat [slachtoffer 3] in de wiet zit. Hij heeft een kilo wiet bij hem gekocht voor € 3.000,-. [Slachtoffer 3] kreeg dus nog € 3.000,- van hem (bladzijde 273).
[Betrokkene 12] heeft voorts verklaard dat hij in de periode van 7 maart 2006 tot en met 14 maart 2006 negen keer telefonisch contact met [medeverdachte] of [betrokkene 3] heeft gehad (bladzijde 302). Hij had [medeverdachte] gevraagd of hij [slachtoffer 3] een pak slaag wilde geven. [Slachtoffer 3] was kwaad dat hij die 3 ruggen nog niet had betaald. [Betrokkene 12] kreeg toen een hele serie klappen op zijn kop, tot bloedens toe. Hij dacht: "Jij komt aan de beurt! " Hij heeft aan [medeverdachte] verteld in welke auto [slachtoffer 3] reed en hem het kenteken gegeven. [Medeverdachte] zei dat hij dacht dat [slachtoffer 3] miljoenen verdiende met wiet. [Betrokkene 12] heeft hierover meermalen contact met [medeverdachte] gehad. [Medeverdachte] vertelde dat hij [slachtoffer 3] achterna is gereden en er op die manier achter is gekomen waar [slachtoffer 3] woont (bladzijde 304). [Betrokkene 3] en [medeverdachte] hebben [betrokkene 12] verteld dat zij bij de woning van [slachtoffer 3] zijn geweest en dat [slachtoffer 3] een camera bij zijn huis had. [Medeverdachte] en [betrokkene 3] zijn maximaal drie keer bij hem thuis geweest. [Betrokkene 3] wist dat [medeverdachte] [slachtoffer 3] een pak slaag van hem moest geven. [Betrokkene 12] heeft met [medeverdachte] hierover gesproken waar [betrokkene 3] bij was. Hij wilde hem gewoon in elkaar laten rossen. Dat kon hij niet, maar [medeverdachte] wel (bladzijde 304).
[Slachtoffer 3] heeft verklaard dat hij in Purmerend woont aan de [b-straat 1] en dat hij een blauwe BMW heeft, die normaal voor zijn deur staat (bladzijde 336). Hij heeft weleens in softdrugs gehandeld en een kilo verkocht aan [betrokkene 12]. Hij is ex-schoonfamilie van hem. Zijn dochter komt dagelijks bij hem over de vloer. [Betrokkene 12] wist dat [slachtoffer 3] een afstandbediening heeft om zijn alarm uit te schakelen. [Slachtoffer 3]'s woning is voorzien van een camerasysteem en een alarmsysteem (bladzijde 337).
Aan [betrokkene 11] heeft de politie twee foto's getoond: foto 1 : [betrokkene 19] en foto 2: [verdachte].
[Betrokkene 11] heeft onder meer verklaard dat [betrokkene 2] (het hof begrijpt: [betrokkene 2]) bij hem op de [c-straat 1] te Amsterdam is komen wonen. Eind januari, begin februari 2006 begonnen er mensen over de vloer te komen. Hij bemoeide zich er niet mee (bladzijde 521 ). Totdat die Polen kwamen. Hij hoorde [betrokkene 2] en de Polen praten. Wat hij opving was dat ze een huis gingen beroven. [Betrokkene 2] wilde zo snel mogelijk geld maken. [Betrokkene 2] werd door die Polen opgehaald en ze waren de hele dag in de auto weggeweest. Hij kreeg steeds weer te horen dat ze op zoek waren om huisroven te doen en ze gingen weer op pad. Tot en met april (het hof begrijpt: 2006) heeft hij die Polen gezien (bladzijde 522).
Die Polen kwamen in januari 2006 voor het eerst bij hem over de vloer. Hij kende maar één naam: [medeverdachte]. De Polen zijn drie keer bij hem geweest, waarvan twee keer met [medeverdachte] erbij (bladzijde 523). Op foto nummer 1 herkende [betrokkene 11] de lange Pool en op foto nummer 2 de korte Pool. [Medeverdachte] is wel vaker langs geweest;
een keer of vier, vijf, ook met zijn vrouwtje, dat twee keer is meegeweest. Ze had een kind bij zich. [Betrokkene 2], [medeverdachte] en de twee Polen hadden het idee opgevat huizen te overvallen. [Betrokkene 2] zei dat ze een huis aan het observeren waren, waarmee ze misschien iets zouden doen. Ze zijn met zijn vieren een dag op pad geweest, dus [medeverdachte], [betrokkene 2] en de twee Polen. Dat speelde zich af eind februari, begin maart 2006 (bladzijde 524). Bij de eerste observatie kwamen [medeverdachte] en de twee Polen langs.
[Medeverdachte] had een zwarte tas bij zich. [Betrokkene 2] vroeg naar de planning en of alles gereed was. [Medeverdachte] maakte de tas open en haalde daar zo'n elektrisch schokapparaat uit. Hij zag dat [medeverdachte] die in elkaar zette en testte. Hij zag ook van die vonken. [Medeverdachte] had een handwapen bij zich en patronen. Ze hebben gesproken over de planning. Er werd gezegd dat het een huis was en dat die persoon al geobserveerd was. Ze wisten hoe laat die man weg zou gaan en thuis zou komen. Ze bespraken hoe laat ze er moesten zijn. Ze moesten wachten totdat ze die man zagen en dan moesten ze aanvallen. In de auto blijven zitten totdat ze die man zagen, zodra hij zijn huis zou binnengaan zouden ze actie ondernemen (bladzijde 529).
(...)
Bespreking standpunt verdediging en de verdachte
(...)
Ad 10 (Purmerend)
[Betrokkene 8] heeft verklaard dat hij bij [betrokkene 2] thuis, op de [c-straat 1] te Amsterdam, [medeverdachte] en twee andere Polen heeft ontmoet, die hij heeft herkend als de verdachte, [verdachte] en [betrokkene 19]. [Betrokkene 11] heeft verklaard dat, toen [betrokkene 2] bij hem begin februari 2006 kwam wonen op de [c-straat 1] te Amsterdam, er twee Polen over de vloer kwamen, die hij op de hem getoonde foto's van [verdachte] en [betrokkene 19] heeft herkend. [Betrokkene 11] heeft ook verklaard dat [medeverdachte] en zijn vrouwtje langs zijn geweest. [Betrokkene 3] heeft bevestigd dat zij bij [betrokkene 2] op de [c-straat 1] langs is geweest. Zowel [betrokkene 2] als [betrokkene 8] hebben verklaard dat [betrokkene 2] zich moest uitgeven voor postbode.Daartoe moest hij een PTT-jas aantrekken en met een doos in de hand, met onder die doos een elektrisch wapen verstopt, naar de voordeur gaan van een adres van een man in Purmerend en daar aanbellen. Het adres van deze man - [slachtoffer 3] - had [medeverdachte] gekregen van [betrokkene 12], die [betrokkene 2] heeft herkend als de tipgever. Een papiertje met daarop het adres van [slachtoffer 3] is tijdens een doorzoeking van de woning waar [medeverdachte] destijds met [betrokkene 3] woonde, gevonden. Ook [betrokkene 11] heeft verklaard dat [betrokkene 2] en de Polen op zoek waren om huisroven te doen. Hij heeft gezien dat [medeverdachte] een elektrisch schokapparaat testte.
[Betrokkene 3] heeft verklaard dat zij met [betrokkene 2], [betrokkene 8], [medeverdachte] en die twee Poolse mannen naar Purmerend is gegaan en dat ze daar naar toe gingen om een huis te observeren en in te breken. De verklaringen van [betrokkene 8], [betrokkene 2], [betrokkene 11] en [betrokkene 3] ondersteunen elkaar. Het hof heeft geen twijfel omtrent de geloofwaardigheid van deze verklaringen. [Betrokkene 2] is met verbalisanten meegereden naar Purmerend. [Betrokkene 2] heeft de McDonalds
herkend aan de snelweg waar hij en de anderen waren geweest en heeft vandaar verbalisanten de weg gewezen naar de desbetreffende woning. Daar heeft [betrokkene 2] op de camera gewezen. De politie heeft boven de voordeur van de woning een camera zien hangen.
[Betrokkene 2] heeft zich voorgedaan als PTT-besteller, kennelijk om zonder argwaan te wekken naar de voordeur van die woning te kunnen lopen. In die valse hoedanigheid is [betrokkene 2], voorzien van een doos en een elektrisch wapen, naar de voordeur van die woning gelopen, waar hij anders niets te zoeken had.
Onder die omstandigheden is het hof van oordeel dat de gedragingen van [betrokkene 2] naar hun uiterlijke verschijningsvormen het begin waren van een uitvoering van het plan van [betrokkene 2] en zijn mededaders, onder wie verdachte, om iemand in die woning met geweld te beroven.
[Betrokkene 2] heeft verklaard niet te hebben aangebeld, omdat hij de mensen geen pijn wilde doen. Niet is gebleken dat [betrokkene 2] zijn mededaders van zijn besluit tevoren op de hoogte heeft gebracht. Het tegendeel is aannemelijk geworden, omdat [betrokkene 2] het jegens de mededaders heeft doen voorkomen dat de betrokkenen niet thuis waren door te doen alsof hij aanbelde. Het besluit van [betrokkene 2] heeft daarom alleen voor [betrokkene 2] gegolden en niet als een van de wil van de verdachte afhankelijke omstandigheid in de zin van artikel 46b van het Wetboek van Strafrecht. Een beroep op vrijwillige terugtred van de verdachte komt hem dan ook niet toe. Voorts blijkt uit de verklaringen van [betrokkene 2] en [betrokkene 8] dat het doel van verdachte en zijn mededaders niet alleen was het geven van een pak slaag aan [slachtoffer 3], maar ook van het beroven van [slachtoffer 3], die als grote handelaar in wiet over miljoenen zou beschikken.
(...)
Ad 13 (criminele organisatie)
(...)
Bij de poging tot inbraak in Purmerend waren verdachte, [betrokkene 19], [betrokkene 2] en [medeverdachte] betrokken. De daders hadden de beschikking over walkietalkies, een elektrisch wapen, tape om mensen vast te binden en een PTT-jasje, dat [betrokkene 2] heeft aangetrokken om geen argwaan bij de bewoners te wekken.
[Medeverdachte] was hierover getipt door een tipgever in Amsterdam. Ook hier is eerst meermalen de omgeving verkend."