ECLI:NL:RBNHO:2015:3036
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.J. Bellaart
- E.J. van Keken
- J. Italianer
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak betreffende synthetische cannabinoïden
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 10 april 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het zonder vergunning bereiden, opslaan, in- en uitvoeren van synthetische cannabinoïden. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten die zich zouden hebben afgespeeld tussen 1 januari 2011 en 2 november 2011 in Uitgeest en Beverwijk. De officier van justitie, mr. A.G. Janssen, heeft gerekwireerd tot vrijspraak, terwijl de raadsman, mr. K. Canatan, eveneens pleitte voor vrijspraak van de ten laste gelegde feiten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de oproeping geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Na het horen van de standpunten van zowel de officier van justitie als de verdediging, heeft de rechtbank geconcludeerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank baseerde haar oordeel onder andere op een arrest van het Europese Hof van Justitie, waarin werd vastgesteld dat synthetische cannabinoïden niet onder de definitie van een geneesmiddel vallen zoals bedoeld in de Geneesmiddelenwet. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte niet schuldig kon worden bevonden aan de ten laste gelegde feiten.
Daarnaast heeft de rechtbank besloten dat de in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte moesten worden teruggegeven, met uitzondering van een geldbedrag dat niet onder de verdachte in beslag was genomen. De rechtbank heeft uiteindelijk de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten en de teruggave van de in beslag genomen voorwerpen gelast.