Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[gedaagde sub 1] ,
advocaat: mr. S.R. Markus,
2.[gedaagde sub 2] U.A.,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van [gedaagde sub 1] met producties,
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling van de vorderingen
- de ‘ [naam 1] ’ genoemd in de raamovereenkomst betreft de coöperatie en niet de eenmanszaak;
- [A] was niet bevoegd om de eenmanszaak te vertegenwoordigen en [eiseres] mocht daar ook niet redelijkerwijs van uitgaan.
4.De beslissing
woensdag 5 februari 2025voor uitlating door [eiseres] of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, zij die stukken dan direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, zij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
april tot en met augustus 2025dan direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,