ECLI:NL:RBMNE:2025:2384
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Definitieve subsidievaststelling en terugvordering op grond van de NOW-regelingen
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 2 april 2025, zijn drie zaken behandeld met betrekking tot de definitieve subsidievaststelling en terugvordering van een voorschot op grond van de NOW-1, en de subsidieverlening op grond van de NOW-4 en NOW-5. Eiseres, een onderneming die eerder een voorschot van € 108.354,- had ontvangen, was het niet eens met de besluiten van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om de subsidie op nihil vast te stellen en de terugvordering van het voorschot te effectueren. De rechtbank had eerder een tussenuitspraak gedaan waarin gebreken in de motivering van de minister waren geconstateerd. De minister heeft in zijn aanvullende motivering aangegeven dat de loonsommen afhankelijk zijn van de polisadministratie en dat eiseres geen correcte gegevens heeft aangeleverd. De rechtbank oordeelt dat de minister de gebreken voldoende heeft hersteld en dat de belangenafweging in het kader van het evenredigheidsbeginsel correct is uitgevoerd. De rechtbank concludeert dat de minister in redelijkheid de subsidie op nihil heeft vastgesteld en het voorschot heeft teruggevorderd. Eiseres heeft geen overtuigende argumenten aangedragen die de terugvordering onredelijk zouden maken. De rechtbank vernietigt de bestreden besluiten, maar laat de rechtsgevolgen in stand, en veroordeelt de minister tot vergoeding van de griffierechten en proceskosten van eiseres.