Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 maart 2025 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente Veenendaal, verweerder
Inleiding
€ 328.000,- naar de waardepeildatum 1 januari 2022. Bij deze beschikking heeft de heffingsambtenaar aan eiser als eigenaar van deze woning ook een aanslag onroerendzaakbelasting opgelegd, waarbij deze waarde als heffingsmaatstaf is gehanteerd.
3 september 2023 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van eiser ongegrond verklaard en de WOZ-waarde van de woning gehandhaafd.
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
1 januari 2022 voor het belastingjaar 2023 verlagen tot € 295.000,-.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- verlaagt de waarde van de woning aan de [adres] in [woonplaats] tot
- bepaalt dat de aanslag onroerendezaakbelastingen dienovereenkomstig wordt verminderd;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van € 2.457,52 aan proceskosten aan eiser;
- bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50,- aan eiser moet voldoen.
mr. S. Vermeer, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 19 maart 2025.