Beoordelingskader woningen
20. De WOZ-waarde van de woning is de waarde in het economisch verkeer. Dat is de prijs die bij verkoop op de voor die woning meest geschikte wijze en na de beste voorbereiding door de meest biedende gegadigde voor die woning zou zijn betaald. De waarde wordt bepaald door middel van de vergelijkingsmethode. Dit houdt in dat de waarde van de woning wordt vastgesteld aan de hand van een vergelijking met de verkoopopbrengst van woningen die rondom de waardepeildatum zijn verkocht en voldoende vergelijkbaar zijn met de woning. De referentiewoningen hoeven dus niet identiek te zijn aan de woning. Wel moet de heffingsambtenaar inzichtelijk maken op welke manier hij met de onderlinge verschillen rekening heeft gehouden.
21. Op de heffingsambtenaar rust de bewijslast om aannemelijk te maken dat de waarde van de woning op de waardepeildatum (1 januari 2019) niet te hoog is vastgesteld. Bij de beoordeling of dit het geval is, zal de rechtbank wat eiseres ter betwisting van de vastgestelde waarde heeft aangevoerd, meewegen.
Het geschil over de woning aan de [straat 2] [nummeraanduiding 2/letteraanduiding 1] (incl [nummeraanduiding 2/letteraanduiding 2] en [nummeraanduiding 2/letteraanduiding 3] ) (UTR 24/7905)
De feiten
22. De woning is een in appartement in aanbouw. De woning heeft een inhoud van 357 m³.
23. In geschil is de WOZ-waarde van de woning op de waardepeildatum
1 januari 2019. Eiseres bepleit een lagere waarde. De heffingsambtenaar handhaaft in beroep de vastgestelde waarde van € 49.000,-.
Beoordeling van het geschil
24. Om de waarde van de woning te onderbouwen heeft de heffingsambtenaar een taxatiematrix overgelegd, waarin de woning wordt vergeleken met vier verkopen in [plaats] , te weten:
- [straat 1] [nummeraanduiding 6/letteraanduiding 1] , verkocht op 23 april 2019 voor € 161.250,-;
- [straat 1] [nummeraanduiding 7] , verkocht p 3 december 2018 voor € 175.000,-;
- [straat 1] [nummeraanduiding 8] , verkocht op 18 februari 2019 voor € 149.000,-;
- [straat 1] [nummeraanduiding 9/letteraanduiding 1] , verkocht op 28 december 2018 voor € 160.000,-.
25. De rechtbank is van oordeel dat de heffingsambtenaar met de taxatiematrix en de toelichting die daarop ter zitting is gegeven aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld. Daartoe neemt de rechtbank in aanmerking dat de in de taxatiematrix genoemde referentiewoningen goed bruikbaar zijn, omdat de referentiewoningen ook appartementen/bovenwoningen zijn, die in [plaats] zijn gelegen, en niet te ver van de waardepeildatum zijn verkocht. Door de getaxeerde waarde (€ 162.078,-) met € 113.000,- te verminderen heeft de heffingsambtenaar voldoende rekening gehouden met het feit dat de woning nog in aanbouw is. Met de taxatiematrix heeft de heffingsambtenaar de waardeverhouding tussen de woning en de referentiewoningen inzichtelijk gemaakt.
26. Wat eiseres in beroep aanvoert, brengt de rechtbank niet tot een ander oordeel.
De (rest)waarde van de woning
27. Eiseres voert aan dat zij niet begrijpt hoe de heffingsambtenaar aan de vastgestelde warde van € 49.000,- is gekomen. De woning was op 1 januari 2019 gesloopt. Volgens eiser heeft de woning een bepaalde grondwaarde. Eiseres heeft gevraagd om de grondstaffel, maar heeft deze niet gekregen. Volgens eiseres moet er gekeken worden naar de waarde van de grond min de sloopkosten van de opstallen. Eiseres bepleit een waarde van € 24.000,-.
28. De heffingsambtenaar heeft toegelicht dat de waarde van € 162.000,- is afgeleid van de referentiewoningen. Dan is er gekeken naar welke investering er nodig is om op hetzelfde niveau te komen. Het gaat niet om hoeveel kosten iemand heeft maar om hoeveel investering iemand nodig heeft. Daarnaast lag er een splitsingsvergunning voor drie appartementen, dat vertegenwoordigd ook een bepaalde waarde. De constructie aan de buitenkant is volgens de heffingsambtenaar minstens € 49.000,- waard. Dat er gekeken moet worden naar de grondwaarde kan de heffingsambtenaar niet volgen, appartementen hebben geen grond. De rechtbank kan dit volgen. Er is in relatie tot de referentiewoningen voldoende onderbouwd dat de waarde niet te hoog is vastgesteld.
De aktes en vastgoedkaarten
29. Eiseres voert aan dat zij de aktes niet heeft kunnen vinden bij het Kadaster. Eiseres heeft dit met haar pinpointbrief van 8 november 2023 opgevraagd bij de heffingsambtenaar maar niet ontvangen. Zij kan nu de gegevens niet controleren. Daarnaast voert eiseres aan dat zij de vastgoedkaarten mist.
30. De heffingsambtenaar voert aan dat de vastgoedkaarten niet zijn gebruikt bij de waardebepaling. Dan worden ze ook niet geleverd. Daarnaast is de informatie in het Kadaster openbaar, dus iedereen kan daarin kijken. De rechtbank kan dit volgen en voegt daaraan toe dat het geen verplichting is van de heffingsambtenaar om openbare informatie te verstrekken. De beroepsgrond slaagt niet.
Transportdatum in plaats van verkoopdatum
31. Eiseres voert aan dat de transportdatum is gebruikt in plaats van de verkoopdatum. Dit is een nieuwe grond die pas op zitting is aangevoerd. Zoals de rechtbank in overweging 2 en 3 van deze uitspraak heeft overwogen is dat in strijd met de goede procesorde. De rechtbank laat deze beroepsgrond dan ook buiten beschouwing.