Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure in het incident
nietverstrekt kunnen worden en waarom niet. Verder is bepaald dat Taubah antwoordakte kan nemen op 8 mei 2024.
2.De kern van de zaak
3.De incidentele vordering
4.De beoordeling in het incident
De exhibitieplicht van artikel 843a Rv
nietaan de raad zijn overgelegd (de documenten c en n), ook onder het verschoningsrecht van artikel 843a, derde lid, Rv vallen. De rechtbank oordeelt dat dit niet het geval is. De geheimhouding van deze rapporten berust immers niet op artikel 25 Gemeentewet. Voor zover de burgemeester gebruik heeft gemaakt van zijn zelfstandige bevoegdheid om geheimhouding op te leggen [10] brengt dat geen verschoningsrecht mee als bedoeld in artikel 843a lid 3 Rv. Uit de bewoording, de strekking en de geschiedenis van de zelfstandige geheimhoudingsbevoegdheid van de burgemeester blijkt niet dat de wetgever de voor het aannemen van een verschoningsrecht vereiste afweging heeft gemaakt. Ook het verschoningsrecht dat in artikel 22 Gemeentewet is neergelegd is op de bevoegdheid niet van toepassing. Dat verschoningsrecht heeft immers betrekking op wat in de vergadering van de raad is gezegd of aan de raad schriftelijk is overgelegd. In de zelfstandige geheimhoudingsbevoegdheid ligt daarom geen verschoningsrecht besloten. Gelet op het voorgaande oordeelt de rechtbank dat documenten c en n niet onder het verschoningsrecht vallen. Hetzelfde geldt voor de presentatie (document p). Voor deze documenten moet daarom worden beoordeeld of er gewichtige redenen zijn die aan de door Taubah verlangde afgifte en inzage in de weg staan.