ECLI:NL:RBMNE:2024:1375
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak beoordeelt de rechtbank of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) terecht heeft vastgesteld dat eiseres per 29 juni 2022 geen recht heeft op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Eiseres is van mening dat haar medische situatie is onderschat en dat het besluit onzorgvuldig en onvoldoende gemotiveerd is genomen. Ze verzoekt om een beoordeling door een onafhankelijk deskundige. De rechtbank onderzoekt het bestreden besluit en de medische situatie van eiseres per 29 juni 2022, de beoordelingsdatum.
Eiseres was voorheen werkzaam als productiemedewerker en meldde zich op 1 juli 2020 ziek vanwege psychische klachten. Na een aanvraag voor een WIA-uitkering en een voorschot van het Uwv, heeft het Uwv op 27 oktober 2022 besloten dat eiseres niet in aanmerking komt voor een WIA-uitkering. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar het Uwv verklaarde dit ongegrond. De rechtbank behandelt de zaak op 15 januari 2024, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig zijn, evenals de vertegenwoordiger van het Uwv.
De rechtbank stelt vast dat het Uwv zijn besluiten mag baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen, mits deze rapporten zorgvuldig zijn opgesteld. Eiseres heeft niet aangetoond dat de medische beoordeling onjuist is. De rechtbank concludeert dat het Uwv terecht heeft vastgesteld dat eiseres per 29 juni 2022 geen recht heeft op een WIA-uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of terugbetaling van griffierecht.