Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 september 2023 in de zaak tussen
[bedrijf A] S.E., gevestigd in [vestigingsplaats 1] , Verenigd Koninkrijk,
[bedrijf C] B.V., gevestigd in [vestigingsplaats 3] ,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbankIs er sprake van oneigenlijk gebruik van de Wob?
Wat heeft het COKZ besloten?
Wat beoordeelt de rechtbank in deze uitspraak?
Bevat artikel 52 van Vo 178/2002 een uitputtende geheimhoudingsregeling?
Heeft het COKZ op juiste wijze toepassing gegeven aan artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c, in samenhang met artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob?
De rechtbank acht daarbij van belang dat het COKZ de naam van [bedrijf B] overal heeft weggelakt en dat ook de overige tot [bedrijf B] herleidbare informatie niet openbaar is gemaakt ter bescherming van haar zakelijke belangen. De rechtbank acht dit toereikend. Van beschermingswaardige herleidbaarheid als gevolg van de openbaar te maken documenten zelf is dus geen sprake. Bepalend voor de herleidbaarheid is namelijk of de openbaar te maken informatie dusdanige unieke details bevat of zodanige herkenbaarheid met zich brengt, dat het voor een ieder zonder onevenredige inspanning mogelijk is om [bedrijf B] op basis van die informatie te identificeren. [16] Daarvan is hier geen sprake. Verder is van belang dat het COKZ de documenten openbaar maakt op de door [bedrijf A] verzochte wijze, namelijk door verzending aan haar. Dat het Wob-verzoek alleen over [bedrijf B] gaat acht de rechtbank onder deze omstandigheden niet relevant.
Heeft het COKZ op juiste wijze toepassing gegeven aan artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob?
Heeft het COKZ artikel 11 van de Wob op juiste wijze toegepast?
Conclusie en gevolgen
En in de documenten 76.4, 77.1, 14.1 en de overzichtspagina van Journaal B de naam van de leverancier van de software.
Ook op deze punten vernietigt de rechtbank het bestreden besluit. De rechtbank oordeelt dat het COKZ deze passages alsnog moet weigeren openbaar te maken. Zij voorziet op deze punt eveneens zelf in deze zaak en draagt het COKZ op deze passages alsnog te weigeren openbaar te maken. De rechtbank zal de primaire beslissing op deze punten niet herroepen, omdat hierin al in de weigering van deze onderdelen was voorzien.
Beslissing
- verklaart de beroepen van [bedrijf A] en [bedrijf B] gegrond;
3) voor zover daarin is beslist tot openbaarmaking van de documenten 76.4 (de onderdelen “verbetermaatregelen” en “proces”), 85.1, 81.4 en 89.3 (vanaf de tweede alinea onder 3: vanaf “Dit betekent…” tot en met “4. De werkafspraken … zie bijlage 8)”, en
4) voor zover daarin is beslist tot openbaarmaking van de naam van de leverancier van de software in de documenten 76.4, 77.1, 14.1 en op de overzichtspagina van Journaal B.
Informatie over hoger beroep
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
[…]
g. milieu-informatie: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 19.1a van de Wet milieubeheer.
[…]
[…]
[…]
[…]
De leden van het netwerk treffen evenwel de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat hun personeelsleden de voor de doeleinden van deze afdeling verkregen informatie die in naar behoren gemotiveerde gevallen gezien de aard ervan onder het beroepsgeheim valt, niet openbaar maken, behalve indien het gaat om informatie die, als de omstandigheden dat vereisen, openbaar moet worden gemaakt ter bescherming van de gezondheid van de mens.
2. De bescherming van het beroepsgeheim mag niet beletten dat informatie die relevant is voor de doeltreffendheid van het markttoezicht en de handhavingactiviteiten op het gebied van levensmiddelen en diervoeders aan de bevoegde autoriteiten wordt doorgegeven. De autoriteiten die informatie ontvangen die onder het beroepsgeheim valt, dragen zorg voor de bescherming daarvan overeenkomstig lid 1.
d) of de essentiële informatie in de kennisgeving wordt verstrekt in een voor het contactpunt van het netwerk voor waarschuwingen en samenwerking gemakkelijk te begrijpen taal;