Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 mei 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, verweerder
Inleiding
- het bezwaar van eiser voor zover dit ziet op terugvorderingsbesluit gegrond verklaard. Verweerder heeft het terugvorderingsbesluit herroepen, het terugvorderingsbedrag aangepast naar € 2.745,24 en de juridische grondslag van het besluit gewijzigd;
- het bezwaar van eiser voor zover dit ziet op het medeterugvorderingsbesluit ongegrond verklaard. Verweerder handhaaft de medeterugvordering;
- het verzoek om vergoeding van proceskosten in bezwaar toegewezen.
Beoordeling door de rechtbankDe medeterugvordering
€ 118.712,55 is verjaard. Verweerder kan dit bedrag daarom niet meer van eiser terugvorderen.
19 november 2014. Dit is de datum waarop de sociale recherche [A] heeft verhoord. Tijdens dit verhoor heeft [A] verklaard zij en eiser vanaf 2005 samenwonen op het uitkeringsadres. Verweerder heeft op de zitting bevestigd dat vanaf deze datum voor haar duidelijk was dat eiser en [A] vanaf 2005 een gezamenlijke huishouding voerden. Dit is naar het oordeel van de rechtbank het moment waarop voor verweerder voldoende duidelijk was dat een besluit tot medeterugvordering in de rede lag. [6]
De terugvordering
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 50,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.674,-.