ECLI:NL:CRVB:2019:1866
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- E.C.R. Schut
- M. ter Brugge
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens sociale zekerheidsfraude en schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellante, die bijstand ontving, werd beschuldigd van sociale zekerheidsfraude. De sociale recherche had een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de aan haar verleende bijstand, na een anonieme melding dat zij samenwoonde met een persoon die niet bij haar ingeschreven stond. Het onderzoek leidde tot de conclusie dat appellante inkomsten en wijzigingen in haar vermogen niet had gemeld, wat een schending van de inlichtingenverplichting opleverde. De rechtbank had het beroep van appellante tegen het besluit van het college om de bijstand in te trekken en de gemaakte kosten terug te vorderen ongegrond verklaard.
In hoger beroep voerde appellante aan dat de vordering van het college was verjaard en dat het college te lang had gewacht met het nemen van het terugvorderingsbesluit. De Raad oordeelde dat de verjaringstermijn pas begint te lopen op het moment dat het college bekend is met de feiten die aanleiding geven tot de vordering. Aangezien het college pas op 3 mei 2011 bekend werd met de vordering, was er geen sprake van verjaring. Ook het tijdsverloop alleen was geen reden om niet tot intrekking en terugvordering over te gaan.
De Raad bevestigde dat de bewijslast voor het aantonen van de schending van de inlichtingenverplichting op het college rustte, maar dat het college voldoende bewijs had geleverd. De Raad concludeerde dat appellante in de gehele te beoordelen periode geen melding had gedaan van relevante inkomsten en vermogen, wat leidde tot de conclusie dat het college terecht de bijstand had ingetrokken en de kosten had teruggevorderd. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep van appellante werd afgewezen.