10.2.In het dossier zijn de volgende medische stukken opgenomen.
- Een brief van eisers revalidatiearts van 8 juli 2020 waarin zij stelt dat zij
eiser op 20 november 2019 heeft gezien en de hierna genoemde klachten heeft vastgesteld. Klachten van mentale gespannenheid, verminderde mentale belastbaarheid en daarnaast lichte coördinatiestoornis aan zijn linkerarm en been en verminderd uithoudingsvermogen bij een zeer fitte patiënt. Op de vraag of ten tijde van het verlagen van eisers werkbelasting achteraf gesteld kan worden dat er toen al sprake was van het huidige ziektebeeld, geeft zij aan dat dit zeker het geval kan zijn geweest. De ziekte van Parkinson kan zich volgens haar in eerste instantie met aspecifieke klachten presenteren.
- Een brief van eisers psycholoog van 6 augustus 2020 waarin hij stelt dat
de ziekte van Parkinson een progressieve neuro degeneratieve aandoening is die een sluimerend begin kent. Hij geeft aan dat hij zich om die reden kan voorstellen dat de klachten al enige tijd bij eiser aanwezig waren. Hij merkt op dat hij dat vaker ziet bij patiënten zoals eiser.
- Een brief van eisers bedrijfsarts van 9 september 2020 waarin hij stelt dat
eiser zowel cognitieve als fysieke beperkingen kent. Eiser leeft volgens hem continu in een staat van stress/gespannen zijn. Deze constante staat van spanning heeft ook effect op het vermogen om zich te concentreren en de stemming. Eiser is volgens hem daarbij cognitief minder flexibel geworden en kan niet omgaan met stress, spanning of onverwachte situaties. Ook heeft hij beperkte energie. Hij kan slechts een paar lichte activiteiten plannen op de dag en moet dit afwisselen met voldoende rust. De aandachtspanne is een (heel) stuk korter geworden en het verwerken van prikkels gaat moeizaam. De bedrijfsarts benoemt hierbij expliciet dat er mogelijk sprake is van een situatie van een medische afzakker. Hij stelt dat het achteraf gezien zeer aannemelijk/waarschijnlijk is dat er in november 2018 al sprake was van de ziekte van Parkinson. In zijn brief van 6 april 2021 stelt hij dat ‘meneer is voorafgaan aan de huidige verzuim periode minder gaan werken in verband met klachten. In retrospect, is het in mijn ogen vrijwel zeker dat toen al sprake was van de ziekte van Parkinson. De klachten zijn echter pas later als zodanig geduid. Hiermee is er in mijn ogen sprake van een medische afzakker’.
- Een brief van eisers neuroloog van 1 november 2021 waarin hij stelt dat de ziekte van Parkinson een lange (vele jaren) zogenaamde prodromale fase kent. Hij licht toe dat in die fase nog geen motorische verschijnselen zijn waardoor de diagnose nog niet gesteld kan worden. Er kan wel sprake zijn van niet-motorische verschijnselen. De neuroloog geeft aan dat hierbij te denken valt aan cognitieve klachten en stressbestendigheid. Hij stelt dat die factoren ongetwijfeld op de arbeidsgeschiktheid van eiser invloed hebben gehad maar dat het voor hem niet mogelijk is om te bepalen of de klachten alleen daardoor zijn veroorzaakt.
- Een brief van eisers huisarts van 2 december 2021 waarin hij veronderstelt dat er ten tijde van het verlagen van de werkbelasting al sprake was van het door hem geconstateerde ziektebeeld. Er kan volgens hem daarom gesproken kan worden van een medische noodzaak om de werkbelasting te verlagen. Hij wijst op het feit dat de klachten die eiser noodzaakten om zijn werkbelasting te verlagen, al in het vroege beginstadium van de ziekte van Parkinson kunnen voorkomen en dat eiser in het verleden nooit met psychische klachten bij de huisarts is geweest.
- Een neurologische expertise van een onafhankelijke neuroloog van 11 augustus
2022 waarin hij stelt dat het aannemelijk is dat eiser als gevolg van non-motorische verschijnselen in het kader van de ziekte van Parkinson per 1 november 2018 minder is gaan werken. Non-motorische verschijnselen in de vorm van cognitieve stoornissen, verminderde mentale alertheid, minder energie, vermoeidheids- en concentratiestoornissen, maar ook stemmingsstoornissen in de vorm van depressie zoals eiser die heeft ervaren, kunnen volgens hem als gevolg van de ziekte van Parkinson optreden. In tegenstelling tot de oudere patiëntengroep die vaak niet erg betrokken is bij arbeid kunnen met name bij jongere patiënten de verschijnselen aanzienlijk interfereren met hun dagelijkse activiteiten, met name bij het verrichten van arbeid.
Hij vindt het in het bijzonder zeer opvallend dat eiser in een video van 20 januari 2018 een duidelijk asymmetrisch beeld liet zien van het bewegen van de ledematen, waarbij met
name de linkerarm duidelijk in een flexiehouding werd gehouden en minder meezwaait tijdens het lopen. Op grond van deze video alleen al kan men volgens de neuroloog stellen dat er toen al sprake was van een beginnende ziekte van Parkinson.
Dat eiser in de loop van een aantal maanden ook veel non-motorische verschijnselen is gaan vertonen en veel last heeft gekregen van minder goede mentale alertheid, vind hij zeer goed passen bij de non-motorische verschijnselen van de ziekte van Parkinson.
Welke dag als eerste arbeidsongeschiktheidsdag aangehouden moet worden, vindt de neuroloog lastig te beantwoorden. Vanuit neurologische invalshoek lijkt hem in ieder geval dat het het moment is, waarop eiser aangeeft dat hij zijn werkzaamheden niet naar behoren kon uitvoeren, te weten november 2018. De neuroloog stelt dat er uiteraard altijd een oorzaak te bedenken is voor stress en spanningen. Gezien de afwijkingen die op de video duidelijk zichtbaar zijn, moeten die klachten volgens hem echter worden toegeschreven aan de ziekte van Parkinson.