Uitspraak
19 3886 ZW, 19/5201 ZW, 20/3079 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Uit de in het dossier beschikbare informatie bijkt dat bij appellant reeds vanaf 2008 sprake is van oogklachten welke in de loop der jaren geleidelijk aan in ernst zijn toegenomen, maar uit deze informatie blijkt niet concreet dat deze klachten in 2015 zodanig ernstig waren dat als gevolg hiervan om medische redenen een arbeidscontract van 24 uur per week is aangegaan.
Uit de overgelegde brief van het Erasmus MC, waarin een contactdatum van 17 december 2015 is vermeld, volgt dat appellant tijdens het spreekuur heeft gemeld dat hij meer moeite heeft om langer naar een scherm te kijken, maar dit levert eveneens onvoldoende specifieke informatie op om te kunnen concluderen dat er een duidelijk aanwijsbare, objectieve medische oorzaak bestond om minder uren te werken.
voor de vaststelling van het dagloon voor de ZW- en de IVA-uitkering wordt uitgegaan van de gegevens van zijn dienstverband als functioneel beheerder voor 36 uur per week in plaats van de gegevens van zijn dienstverbanden als supportmedewerker en zweminstructeur/ toezichthouder voor in totaal ongeveer 24 uur per week.
BESLISSING
bevestigt de aangevallen uitspraken 1 en 2;
- verklaart het incidenteel hoger beroep van het Uwv niet-ontvankelijk;