Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.INLEIDING
- [getuige 1] , bijgestaan door mr. F.J.M. Hamers;
- [benadeelde 1] , bijgestaan door mr. F.J.M. Hamers;
- [benadeelde 2] , bijgestaan door mr. F.J.M. Hamers;
- [benadeelde 3] , bijgestaan door mr. F.J.M. Hamers;
- [benadeelde 4] , bijgestaan door mr. F.J.M. Hamers;
- [benadeelde 5] , bijgestaan door mr. F.J.M. Hamers;
- [benadeelde 6] , bijgestaan door mr. S .Tromp;
- [benadeelde 7] , bijgestaan door mr. F.A. ten Berge;
- [benadeelde 8] , bijgestaan door mr. F.A. ten Berge;
- [benadeelde 9] ;
- [benadeelde 10] ;
- [benadeelde 11] , bijgestaan door mr. W. van Egmond;
- [benadeelde 12] , bijgestaan door mr. N. Kose-Albayrak;
- [benadeelde 13] , bijgestaan door mr. N. Kose-Albayrak;
- [benadeelde 14] , bijgestaan door mr. N. Kose-Albayrak;
- [benadeelde 15] , bijgestaan door mr. N. Kose-Albayrak;
- [benadeelde 16] , bijgestaan door mr. N. Kose-Albayrak;
- [benadeelde 17] , bijgestaan door mr. N. Kose-Albayrak;
- [benadeelde 18] , bijgestaan door mr. F.J.M. Hamers;
- [benadeelde 19] , bijgestaan door mr. F.J.M. Hamers;
- [benadeelde 20] , bijgestaan door mr. F.J.M. Hamers;
- [benadeelde 21] , bijgestaan door mr. F.J.M. Hamers.
- ‘ [PGP gebruikersnaam D 1] ’;
- ‘ [PGP gebruikersnaam D 2] ’;
- ‘ [PGP gebruikersnaam D 3] ’;
- ‘ [PGP gebruikersnaam D 4] ’.
vermoedelijk [D], daar waar zij deze sterke aanwijzingen ziet.
- alle processen-verbaal van de terechtzittingen van de rechtbank tegen ieder van de Eris-verdachten, met uitzondering van de processen-verbaal over de persoonlijke omstandigheden van de verdachten;
- alle processen-verbaal van (getuigen)verhoor door de rechter-commissaris die in de zaken van één of meer van de verdachten zijn opgemaakt, met uitzondering van enkele getuigenverklaringen in de zaak Waterspin die alleen in de zaken van verdachten [medeverdachte 14] en [medeverdachte 20] zijn opgenomen;
- documenten en bescheiden die, op initiatief van de verdediging of anderszins, gedurende de procedure zijn toegevoegd aan het dossier in de zaak tegen één of meer verdachten.
2.TENLASTELEGGING
VOORVRAGEN,
OVERWEGINGEN EN ALGEMENE CONCLUSIES MET BETREKKING TOT DE KROONGETUIGE
. [1] De rechtbank wijst er overigens in dit verband op dat de kluisverklaringen door [medeverdachte 1] reeds zijn afgelegd vóórdat de strafvorderlijke overeenkomst met hem is gesloten, dus zonder dat hij wist óf de overeenkomst gesloten zou worden en zo ja, onder welke voorwaarden, terwijl de details van de beschermingsovereenkomst nóg later, namelijk pas kort voor het aflopen van de gevangenisstraf zullen worden bepaald. Dit levert dus geen aanwijzing op dat er sprake is van verboden toezeggingen in het kader van de beschermingsovereenkomst.
eigenverhaalsmogelijkheden bij [medeverdachte 1] op enigszins afzienbare termijn voldoende reden heeft kunnen zien om een ontnemingsvordering niet opportuun te achten. Van een zo onbegrijpelijke beslissing dat er in feite slechts sprake kan zijn van een verkapte financiële beloning is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake.
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS EN DE CONCLUSIES VAN DE VEREDELINGEN
- ‘ [PGP gebruikersnaam 1] ’ (tussen 18 en 20 februari 2017);
- ‘ [PGP gebruikersnaam 1 verdachte ] ’;
- ‘ [PGP gebruikersnaam 2 verdachte ] ’;
- ‘ [PGP gebruikersnaam 3 verdachte ] ’;
- [PGP gebruikersnaam 4 verdachte ] (deelonderzoek Goudvink).
- [medeverdachte 5] is de gebruiker van het PGP-account ‘ [PGP gebruikersnaam medeverdachte 5] ’;
- [medeverdachte 6] is de gebruiker van de PGP-accounts ‘ [PGP gebruikersnaam medeverdachte 6.1] ’, ‘ [PGP gebruikersnaam medeverdachte 6.2] ’ en ‘ [PGP gebruikersnaam medeverdachte 6.3] ’;
- [medeverdachte 12] is de gebruiker van het PGP-account ‘ [PGP gebruikersnaam medeverdachte 12] ’ en [medeverdachte 12] heeft de bijnamen ‘ [bijnaam 2] ’ en ‘ [bijnaam 3] ’;
- [medeverdachte 11] is van 22 tot en met 24 februari 2017 de gebruiker van het PGP-account ‘ [PGP gebruikersnaam 1] ’ en [medeverdachte 11] heeft de bijnamen ‘ [bijnaam 4] ’/‘ [bijnaam 5] ’;
- [medeverdachte 9] is van 14 maart 2017 tot en met 17 maart 2017 de gebruiker van het PGP-account ‘ [PGP gebruikersnaam 1] ’ en [medeverdachte 9] heeft de bijnaam ‘ [bijnaam 6] ’;
- [medeverdachte 17] heeft de bijnaam ‘ [bijnaam 7] ’;
- [medeverdachte 7] heeft de bijnaam ‘ [bijnaam 8] ’;
- [medeverdachte 3] is de gebruiker van het PGP-account ‘ [PGP gebruikersnaam medeverdachte 3] ’.
Liquidatie van [slachtoffer 2]
Verklaringen van [medeverdachte 1]
Onderbouwing van de verklaring van [medeverdachte 1] en overige bewijsoverwegingen
Veredeling van ‘ [bijnaam 8] ’ en ‘de zoon van [bijnaam 8] ’
Betrokkenheid van [medeverdachte 3] bij de vergismoord in [plaats ]
Het inschakelen van [verdachte]
Het voorbereiden van de liquidatie
De liquidatie – forensisch onderzoek naar de aangetroffen hulzen op de plaats delict
Het verbranden van de vluchtauto
De uitbetaling
Het overnemen van de ‘BV’
Opdrachtgever achter de ‘BV’
De rol van [verdachte]
De aangetroffen chats
De rol van [verdachte]
De aangetroffen chats
De rol van [verdachte]
De aangetroffen chats
De rol van [verdachte]
Uitlokken van de liquidatie
Het beoogde slachtoffer
Plaats van de voorgenomen moord
De voorbereidingshandelingen voor de (mislukte) liquidatie
Gebruik van de PGP-telefoon door [verdachte]
Beoogde uitvoerders van de moord en gebruik bestelbus
Alternatief scenario
De rol van verdachten [verdachte] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 10]
De aangetroffen chats
De aanhouding van verdachten en het aantreffen van goederen
De rol van [verdachte]
directwas gericht op de voltooiing van het delict. Op het moment dat [medeverdachte 11] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 10] werden aangehouden was van dergelijke handelingen nog geen sprake. Dit betekent dat er geen sprake is van een strafbare poging. De rechtbank zal [verdachte] daarom vrijspreken van het primair en subsidiair tenlastegelegde.
Liquidatie van [slachtoffer 14]
Verklaringen van [medeverdachte 1]
Onderbouwing van de verklaringen van [medeverdachte 1] en overige bewijsoverwegingen
Ontmoeting [straat] te [plaats ] en verplaatsing naar [plaats ]
Het wachten van [medeverdachte 1] en [M] bij het tankstation
De liquidatie van [slachtoffer 14]
Opdrachtgever op de hoogte brengen van geslaagde liquidatie
Het ophalen en afzetten van de schutters door [medeverdachte 1] en [M]
Het op de hoogte worden gebracht door [verdachte] en [medeverdachte 12] in [plaats ] en [plaats ]
Vluchtauto’s – Peugeot 308 en Renault Clio
Connectie [verdachte] en [medeverdachte 12] en [medeverdachte 12] en [medeverdachte 13]
.Voorts zijn [medeverdachte 12] en [medeverdachte 13] in de tenlastegelegde periode al lange tijd goede bekenden van elkaar en noemt [medeverdachte 12] zijn broertje
.
De rol van [verdachte]
28 juni 2017
Verklaringen van [medeverdachte 1]
Onderbouwing van de verklaringen van [medeverdachte 1] en overige bewijsoverwegingen
De voorverkenning
Verplaatsen naar de loods aan de [straat] in [plaats ]
Verplaatsen naar [plaats ]
‘Beschieting’ met raketwerper
29 juni 2017
Beschieting [adres]
Verklaringen van [medeverdachte 1]
Onderbouwing van de verklaringen van [medeverdachte 1] en overige bewijsoverwegingen
Vasstellen van de juiste woning
Handgranaten
[medeverdachte 2] en [medeverdachte 16] geregeld als uitvoerders
Vertrekken vanaf [plaats ] naar de loods in [plaats ]
Het achterhalen van de telefoons in [plaats ]
Het schieten op de [adres] te [plaats ]
Vluchten naar [plaats ] – [café 2]
Het ophalen door [N]
Onderzoek Kalasjnikov door [medeverdachte 2]
De rol van [verdachte]
nietthuis zouden zijn. Dit uitgangspunt vindt bevestiging in de omstandigheid dat [medeverdachte 1] en de andere uitvoerder zich onmiddellijk terugtrokken toen bleek dat er wel bewoners thuis waren. Van opzet in voorwaardelijke zin is evenmin sprake. Verdachten gingen uit van een te beschieten huis waarvan de bewoners niet thuis zouden zijn. De kans dat toevallig op enig moment iemand zich in een huis bevindt waarvan de bewoners in ieder geval niet thuis zijn, acht de rechtbank onder de gegeven omstandigheden niet zodanig groot dat gesproken kan worden van een aanmerkelijke kans op de dood van een persoon in dat huis. De rechtbank zal [verdachte] ook vrijspreken van bedreiging van de bewoners van de [adres] , nu geen sprake is van opzet op het bedreigen van deze bewoners, ook niet in voorwaardelijke zin. Het was immers juist niet de bedoeling om deze bewoners te bedreigen, deze bewoners hebben de handelingen met de raketwerper niet waargenomen en de verdachten hebben er ook geen rekening mee moeten houden dat de bewoners van de [adres] wel van deze handelingen op de hoogte zouden raken.
Liquidatie van [slachtoffer 1]
Verklaring van [medeverdachte 1]
Onderbouwing van de verklaring van [medeverdachte 1] en overige bewijsoverwegingen
Wapen ophalen op 4 juli 2017
Vluchtauto’s en wapens
[medeverdachte 2] is de schutter
De lokker
De loods in [plaats ] en het verblijf bij [medeverdachte 14] na de liquidatie
Contact [verdachte] en opdrachtgevers
Geld ophalen bij [verdachte] op 8 juli 2017
De rol van [verdachte]
Liquidatie van [slachtoffer 15]
Verklaringen van [medeverdachte 1]
Onderbouwing na de verklaringen van [medeverdachte 1] en overige bewijsoverwegingen
[verdachte] beschikt over persoonsgegevens van [slachtoffer 15]
Contactleggen met [slachtoffer 15]
Vuurwapen in [plaats ] ophalen
[locatie 4]
Verzamelen informatie over [slachtoffer 15]
Suzuki Wagon R in gebruik bij [medeverdachte 11] op de plaats delict
Uitbetaling
De rol van [verdachte]
nabovengenoemde ontmoeting bij de Ikea van [verdachte] vernam dat [slachtoffer 15] dood moest, terwijl hij in latere verklaringen stelt dat hij al
voordeze ontmoeting moet hebben geweten dat de bedoeling was om [slachtoffer 15] te liquideren, maakt dit niet anders. [medeverdachte 1] heeft vaker verklaard dat hij soms moeite heeft om bepaalde feiten en omstandigheden altijd juist ten opzichte van elkaar in de tijd te plaatsen en deze discrepantie tussen de kluisverklaring en de latere verklaringen doet niets af aan de wezenlijke belastende punten uit de verklaringen van [medeverdachte 1] die wel degelijk bevestiging vinden in andere bewijsmiddelen. De rechtbank is van oordeel dat gelet op het voorgaande sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] en [medeverdachte 11] en de uitvoerder(s) van de liquidatie, waarbij de bijdrage van [verdachte] van voldoende gewicht is geweest om de kwalificatie medeplegen te rechtvaardigen.
Liquidatie van [slachtoffer 16]
Forensisch onderzoek
Getuigen
Beschouwing naar aanleiding van het forensisch onderzoek en de plaats delict-getuigen
Het scenario waarbij [verdachte] , [medeverdachte 16] en [medeverdachte 17] betrokkenheid hebben bij de liquidatie van [slachtoffer 16]
De rol van [verdachte] , [medeverdachte 16] en [medeverdachte 17]
Omslag in het denken van de rechtbank
De criminele organisatie
De deelnemers aan de criminele organisatie
deelneming aaneen organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr ligt tevens een opzetvereiste van de verdachte besloten. Redelijke wetsuitleg brengt volgens de Hoge Raad mee dat voor ‘deelneming’ voldoende is dat de verdachte in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Niet vereist is dat de verdachte wetenschap heeft van één of meer concrete misdrijven die door de organisatie worden beoogd (zie Hoge Raad 18 november 1997, NJ 1998/225). Ook hoeft de verdachte geen opzet op die concrete misdrijven te hebben (zie Hoge Raad 8 oktober 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE5651).
5.BEWEZENVERKLARING
- een gestolen auto en
- een PGP-telefoon
- vuurwapens en
- gestolen auto’s
- een vuurwapen en
- een hoeveelheid scherpe patronen,
- het opzettelijk met voorbedachten rade een ander van het leven beroven zoals bedoeld in artikel 289 van het Wetboek van Strafrecht en
- voorbereiding daarvan zoals bedoeld en omschreven in artikel 46 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht en
- het voorhanden hebben van wapens van de categorieën II en III en van munitie van categorieën II en III zoals bedoeld in de Wet Wapens en Munitie.
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
Voor mij super goed aan een kant want dan ben ik ‘wit’. Zogenaamd uit criminaliteit.”.Sinds zijn aanhouding in november 2018 heeft [verdachte] geen enkele opening van zaken gegeven, of inzicht willen geven in zijn handelen en de gevolgen daarvan voor de nabestaanden van zijn liquidaties. Geconfronteerd met alle belastende informatie uit de onder hem aangetroffen PGP-chats in het dossier heeft hij slechts in zeer vage bewoordingen verwezen naar zijn werkzaamheden als documentairemaker: het zou kunnen gaan om materiaal dat mogelijk gebruikt zou worden voor nog te maken documentaires. Het moet onverteerbaar zijn geweest voor de nabestaanden om dit maanden achtereen op de zittingen aan te horen.
de juremaar ook
de factowordt voldaan aan de eisen van het EVRM. Zo zijn er in de afgelopen jaren ondanks een aantal positieve adviezen van het Adviescollege nog geen levenslanggestraften voorwaardelijk in vrijheid gesteld en lijkt er nog geen sprake van een voldoende effectieve rechterlijke toetsing van de beslissingen van de minister dienaangaande. Voorts heeft het EHRM dit voorjaar vragen gesteld aan de Nederlandse regering over de stand van zaken en de voortgang van de mogelijkheden van levenslanggestraften om na afloop van maximaal 25 jaren te laten toetsen of hun straf nog voortgezet moet worden. De minister voor Rechtsbescherming heeft de Tweede Kamer op 21 februari 2022 laten weten dat hij zijn beleidsnota over de levenslange gevangenisstraf uitstelt tot na bestudering van een rapport van de Raad voor Straftoepassing en Jeugdbescherming dat inmiddels op 9 mei 2022 is verschenen. Hierin wordt geadviseerd om een rechterlijke toets in te voeren voor de herbeoordeling van de levenslange gevangenisstraf. Een rechterlijke toets biedt immers betere waarborgen voor het perspectief op vrijlating dan de huidige gratieprocedure, die gevoelig is voor politieke invloeden omdat de minister beslist.
9.BESLAG
atot en met
ebedoelde voorwerpen.
10.BENADEELDE PARTIJ
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
getuige. De benadeelde partij zou deze schade weliswaar niet hebben geleden als de moord niet zou hebben plaatsgevonden en hij derhalve niet de hoedanigheid van getuige zou hebben verkregen, maar dit gegeven is onvoldoende om de kosten in redelijkheid toe te rekenen (in de zin van artikel 6:98 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW)) aan de bewezenverklaarde moord.
“directe confrontatie met de ernstige gevolgen ervan”voldoende voor het vestigen van een aanspraak op schadevergoeding:
“Deze confrontatie kan ook plaatsvinden (kort) nadat de gebeurtenis die tot de dood of verwonding van een ander heeft geleid, heeft plaatsgevonden.”
het algemeenslechts het geval zijn als sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld.
van de tenlastegelegde moordslechts in beperkte mate kunnen onderbouwen. Uit een verslag van een psycholoog blijkt dat in de zomer van 2021 een intake heeft plaatsgevonden bij een psycholoog en in dit verslag wordt melding gemaakt van PTSS en “problemen verband houdend met justitiële maatregelen”. Gelet op het tijdsverloop tussen de moord en deze intake en de vermelding van problemen die samenhangen met justitiële maatregelen, staat op basis van dit verslag onvoldoende vast dat sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld als gevolg van de moord. Dit maakt dat de rechtbank onvoldoende in staat is om in deze zaak naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel in rechte vast te stellen.
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
van de tenlastegelegde moordonvoldoende kunnen onderbouwen. Zij heeft stukken overgelegd van een bedrijfsarts waaruit blijkt dat zij arbeidsongeschikt is geraakt in de eerste helft van 2017 en waarin ook is vermeld dat zij contact heeft met haar huisarts. Op basis van deze informatie staat echter onvoldoende vast dat sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld als gevolg van de moord. Dit maakt dat de rechtbank onvoldoende in staat is om naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel in rechte vast te stellen. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering tot vergoeding van immateriële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
als gevolg van deze confrontatiestaat ook afdoende vast. Beiden hebben immers stukken in het geding gebracht waaruit blijkt dat PTSS is gediagnosticeerd als direct gevolg van de moord en bovengenoemde confrontatie met de gevolgen daarvan, waarbij sprake is van klachten waarvoor daadwerkelijk behandeling plaats heeft gevonden.
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
“externe hulpverlening, met name de psychiater en een EMDR-therapeut.”Of deze verwijzing echter heeft geleid tot het daadwerkelijk vaststellen van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld kan de rechtbank niet beoordelen, omdat van deze mogelijke hulpverleners geen stukken ter onderbouwing door de benadeelde partij in het geding gebracht zijn. Dit maakt dat de rechtbank onvoldoende in staat is om in deze zaak naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel in rechte vast te stellen. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering tot vergoeding van immateriële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 36f, 46, 47, 57, 60a, 140, 141, 285 en 289 van het Wetboek van Strafrecht en
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
12.BESLISSING
- A.03.01.001 BlackBerry zwart
- A.03.01.002 Samsung zwart
- A.03.01.006 Samsung zwart
- AG.01.01.001 HP laptop
- AG.01.01.002 Samsung telefoon
- AG.01.01.003 Samsung telefoon
- AG.01.01.004 externe harde schijf
- AG.01.01.005 Samsung S9 telefoon
- AG.01.01.006 Samsung telefoon
- AG.01.04.001 BlackBerry telefoon
- AG.02.04.001 laptop Asus
- AG.02.04.002 externe harde schijf I-storage
- AG.03.01.002 Samsung telefoon
- AG03.01.009 harde schijf Lacie
- AG03.01.010 harde schijf Toshiba
- AG03.01.014 Samsung Galaxy S6
- AG03.01.016 Samsung Galaxy J5 Prime
- AH.01.03.001 harde schijf
- AH.01.03.004 SD-kaart
- AG.02.02.001 BQ Aquarius telefoon
- AG03.01.013 BQ Aquaris X
- AG03.01.015 BlackBerry P9982
- A.01.03.012 iPhone zwart
- A.03.01.003 Samsung zwart
- AG.02.03.002 BlackBerry telefoon
- AH.03.03.001 Samsung
- P.02.03.005 TomTom
- verklaart [getuige 1] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [benadeelde 1] toe tot een bedrag van € 1.147,09, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 januari 2017 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- wijst de vordering van [benadeelde 1] voor wat betreft de meer gevorderde materiële schade af;
- verklaart [benadeelde 1] voor wat betreft de gevorderde immateriële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat € 1.147,09 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 januari 2017 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 4 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [benadeelde 3] toe tot een bedrag van € 11.635,34, bestaande uit 1.635,34 materiële schade en € 10.000,- immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 januari 2017 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde 3] voor wat betreft de meer gevorderde materiële schade en de meer gevorderde immateriële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 3] aan de Staat € 11.635,34 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 januari 2017 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 36 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart [benadeelde 4] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart [benadeelde 5] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [benadeelde 6] toe tot een bedrag van € 19.200,- bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 6] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 januari 2017 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde 6] voor wat betreft de meer gevorderde materiële schade en de gevorderde immateriële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 6] aan de Staat € 19.200,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 januari 2017 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 60 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 7] toe tot een bedrag van € 20.000,-, bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 7] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 april 2017 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 7] aan de Staat € 20.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 april 2017 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 62 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 8] toe tot een bedrag van € 20.000,-, bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 8] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 april 2017 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 8] aan de Staat € 20.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 april 2017 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 62 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 9] toe tot een bedrag van € 1.200,-, bestaande uit € 450,- materiële schade en € 750,- immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 9] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2017 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde 9] voor wat betreft de meer gevorderde materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 9] aan de Staat € 1.200,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2017 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 4 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 10] toe tot een bedrag van € 947,08,-, bestaande uit € 197,08 materiële schade en € 750,- immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 10] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2017 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 10] aan de Staat € 947,08 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2017 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 3 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 11] toe tot een bedrag van € 13.154,96, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 11] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2017 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde 11] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 11] aan de Staat € 13.154,96 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2017 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 41 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart [benadeelde 13] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart [benadeelde 12] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart [benadeelde 14] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart [benadeelde 15] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart [benadeelde 16] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart [benadeelde 17] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [benadeelde 18] toe tot een bedrag van € 1.503,28, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 18] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2017 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde 18] voor wat betreft de meer gevorderde materiële schade en de gevorderde immateriële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 18] aan de Staat € 1.503,28 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2017 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 5 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 19] toe tot een bedrag van € 14.700,-, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 19] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2017 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde 19] voor wat betreft de meer gevorderde materiële schade en de gevorderde immateriële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 19] aan de Staat € 14.700,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 217 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 45 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 20] toe tot een bedrag van € 2.449,37, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 20] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2017 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 20] aan de Staat € 2.449,37 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2017 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 7 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 21] toe tot een bedrag van € 10.153,20, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 21] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2017 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde 21] voor wat betreft de meer gevorderde materiële schade en de gevorderde immateriële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 21] aan de Staat € 10.153,20 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2017 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 31 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
- aan te geven dat [slachtoffer 2] degene was die geliquideerd moest worden en/of
- een geldbedrag te overhandigen en/of in het vooruitzicht te stellen en/of
- met elkaar en/of [slachtoffer 2] in contact te brengen en/of houden en/of
- de plaats waar en/of de tijd dat de liquidatie moest worden uitgevoerd door te geven;
- aan te geven dat [slachtoffer 2] degene was die geliquideerd moest worden en/of
- een geldbedrag te overhandigen en/of in het vooruitzicht te stellen en/of
- met elkaar en/of [slachtoffer 2] in contact te brengen en/of houden en/of
- de plaats waar en/of de tijd dat de liquidatie moest worden uitgevoerd door te geven;
- met een of meer van zijn mededaders (een) gesprek(ken) met betrekking tot voornoemde beoogde liquidatie van [slachtoffer 6] heeft gevoerd, en/of
- een of meer van zijn mededader(s) een hoeveelheid geld in het vooruitzicht heeft gesteld of laten stellen voor het plegen en/of laten plegen van voornoemde beoogde liquidatie op [slachtoffer 6] , en/of
- van een of meer van zijn mededader(s) de/een opdracht(en) met betrekking tot voornoemde beoogde liquidatie van [slachtoffer 6] heeft aangenomen, en/of
- bij een of meer van zijn mededader(s) (een) opdracht(en) met betrekking tot voornoemde liquidatie van [slachtoffer 6] heeft uitgezet, en/of
- (een) zogenaamde spotter(s) heeft ingezet om hem en/of een of meer van zijn mededader(s) van informatie met betrekking tot [slachtoffer 6] te voorzien, en/of
- met een of meer van zijn mededader(s) informatie omtrent de bewegingen van [slachtoffer 6] en/of een/het voertuig waarmee [slachtoffer 6] zich zou verplaatsen heeft gedeeld, en/of
- (een) zogenaamde head(s)’ heeft aangestuurd om voornoemde beoogde liquidatie uit te voeren, en/of
- zijn opdrachtgever(s) van de beoogde liquidatie heeft laten weten dat ze “volop in missie zijn”,
- met een of meer van zijn mededaders (een) gesprek(ken) met betrekking tot voornoemde beoogde liquidatie van [slachtoffer 6] heeft gevoerd, en/of
- een of meer van zijn mededader(s) een hoeveelheid geld in het vooruitzicht heeft gesteld of laten stellen voor het plegen en/of laten plegen van voornoemde beoogde liquidatie op [slachtoffer 6] , en/of
- van een of meer van zijn mededader(s) de/een opdracht(en) met betrekking tot voornoemde beoogde liquidatie van [slachtoffer 6] heeft aangenomen, en/of
- bij een of meer van zijn mededader(s) (een) opdracht(en) met betrekking tot voornoemde liquidatie van [slachtoffer 6] heeft uitgezet, en/of
- (een) zogenaamde spotter(s) heeft ingezet om hem en/of een of meer van zijn mededader(s) van informatie met betrekking tot [slachtoffer 6] te voorzien, en/of
- met een of meer van zijn mededader(s) informatie omtrent de bewegingen van [slachtoffer 6] en/of een/het voertuig waarmee [slachtoffer 6] zich zou verplaatsen heeft gedeeld, en/of
- (een) zogenaamde ‘head(s)’ heeft aangestuurd om voornoemde beoogde liquidatie uit te voeren, en/of
- zijn opdrachtgever(s) van de beoogde liquidatie heeft laten weten dat ze “volop in missie zijn”,
- een hoeveelheid geld in het vooruitzicht te stellen, en/of
- van informatie te voorzien omtrent de bewegingen van [slachtoffer 6] en/of een/het voertuig waarmee [slachtoffer 6] zich zou verplaatsen;
- met een of meer van zijn mededaders (een) gesprek(ken) met betrekking tot voornoemde beoogde liquidatie van [slachtoffer 6] heeft gevoerd, en/of
- een of meer van zijn mededader(s) een hoeveelheid geld in het vooruitzicht heeft gesteld of laten stellen voor het plegen en/of laten plegen van voornoemde beoogde liquidatie op [slachtoffer 6] , en/of
- van een of meer van zijn mededader(s) de/een opdracht(en) met betrekking tot voornoemde beoogde liquidatie van [slachtoffer 6] heeft aangenomen, en/of
- bij een of meer van zijn mededader(s) (een) opdracht(en) met betrekking tot voornoemde liquidatie van [slachtoffer 6] heeft uitgezet, en/of(een) zogenaamde spotter(s) heeft ingezet om hem en/of een of meer van zijn mededader(s) van informatie met betrekking tot [slachtoffer 6] te voorzien, en/of
- met een of meer van zijn mededader(s) informatie omtrent de bewegingen van [slachtoffer 6] en/of een/het voertuig waarmee [slachtoffer 6] zich zou verplaatsen heeft gedeeld, en/of
- (een) zogenaamde head(s)’ heeft aangestuurd om voornoemde beoogde liquidatie uit te voeren, en/of
- zijn opdrachtgever(s) van de beoogde liquidatie heeft laten weten dat ze “volop in missie zijn”,
- een hoeveelheid geld in het vooruitzicht te stellen, en/of
- van informatie te voorzien omtrent de bewegingen van [slachtoffer 6] en/of een/het voertuig waarmee [slachtoffer 6] zich zou verplaatsen;
- een hoeveelheid geld te overhandigen en/of een hoeveelheid geld in het vooruitzicht te stellen en/of
- adresgegevens/verblijfplaatsen en/of de naam van die man uit [plaats ] ( [slachtoffer 9] ) en/of andere informatie over die man uit [plaats ] ( [slachtoffer 9] ) door te geven, dan wel ter beschikking te stellen;
- te zeggen “zouden jullie die man in [plaats ] willen doen” en/of
- te laten weten waar die man uit [plaats ] ( [slachtoffer 9] ) zich bevond op een bepaald tijdstip en/of welke kleding die man uit [plaats ] ( [slachtoffer 9] ) aanhad en/of
- een of meer vuurwapens en/of
- een of meer gestolen auto’s en/of
- een of meer PGP telefoon(s) en/of
- een bus (althans een vervoersmiddel) en/of
- telefoon(s)
- een hoeveelheid geld te overhandigen en/of een hoeveelheid geld in het vooruitzicht te stellen en/of
- adresgegevens/verblijfplaatsen en/of de na(a)m(en) van [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 11] en/of kentekengegevens van de door [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 11] gebruikte auto’s en/of andere informatie over [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 11] en/of diens familie door te geven, dan wel ter beschikking te stellen;
- een hoeveelheid geld te overhandigen en/of een hoeveelheid geld in het vooruitzicht te stellen en/of
- adresgegevens/verblijfplaatsen en/of de na(a)m(en) van [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 11] en/of kentekengegevens van de door [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 11] gebruikte auto’s
- een of meer vuurwapens en/of
- een of meer (gestolen) auto’s en/of
- een of meer PGP telefoons
- een geldbedrag van ongeveer 5000 euro, althans een geldbedrag, in het vooruitzicht te stellen en/of
- die raketwerper ter beschikking te stellen en/of
- het adres van de woning die moest worden beschoten door te geven en/of
- een of meer aanwijzingen en/of informatie te verstrekken over de route naar de woning(en) van vorenbedoelde bewoner(s) en/of
- de omgeving te beschrijven van die/de woning(en) van vorenbedoelde bewoner(s) en/of
- een of meer andere aanwijzingen te geven voor de uitvoering van die/dat misdrijf/misdrijven;
- die raketwerper ter beschikking te stellen en/of
- het adres van de woning die moest worden beschoten door te geven en/of
- een of meer aanwijzingen en/of informatie te verstrekken over de route naar de woning(en) van vorenbedoelde bewoner(s) en/of
- de omgeving te beschrijven van die/de woning(en) van vorenbedoelde bewoner(s) en/of
- een of meer andere aanwijzingen te geven voor de uitvoering van die/dat misdrijf/misdrijven;
- een geldbedrag van ongeveer 5.000 euro, althans een geldbedrag, in het vooruitzicht te stellen en/of
- die raketwerper beschikking te stellen en/of
- het adres van de woning die moest worden beschoten door te geven en/of
- andere aanwijzingen voor de uitvoering van dat misdrijf te geven;
- die raketwerper ter beschikking te stellen en/of
- het adres van de woning die moest worden beschoten door te geven en/of
- een of meer aanwijzingen en/of informatie te verstrekken over de route naar de woning(en) van vorenbedoelde bewoner(s) en/of
- de omgeving te beschrijven van die/de woning(en) van vorenbedoelde bewoner(s) en/of
- een of meer andere aanwijzingen te geven voor de uitvoering van die/dat misdrijf/misdrijven;
- een geldbedrag van ongeveer 5.000 euro, althans een geldbedrag, in het vooruitzicht te stellen en/of
- dat vuurwapen en/of die (vlucht) auto ter beschikking te stellen en/of
- het adres van de woning die moest worden beschoten door te geven en/of
- een of meer aanwijzingen en/of informatie te verstrekken over de route naar de woning(en) van vorenbedoelde bewoner(s) en/of
- de omgeving te beschrijven van die/de woning(en) van vorenbedoelde bewoner(s) en/of
- een of meer andere aanwijzingen te geven voor de uitvoering van die/dat misdrijf/misdrijven;
- dat vuurwapen en/of die (vlucht) auto ter beschikking te stellen en/of
- het adres van de woning die moest worden beschoten door te geven en/of
- een of meer aanwijzingen en/of informatie te verstrekken over de route naar de woning(en) van vorenbedoelde bewoner(s) en/of
- de omgeving te beschrijven van die/de woning(en) van vorenbedoelde bewoner(s) en/of
- een of meer andere aanwijzingen te geven voor de uitvoering van die/dat misdrijf/misdrijven;
- een geldbedrag van ongeveer 5.000 euro, althans een geldbedrag, in het vooruitzicht te stellen en/of
- dat vuurwapen en/of die (vlucht) auto ter beschikking te stellen en/of
- het adres van de woning die moest worden beschoten door te geven en/of
- een of meer aanwijzingen en/of informatie te verstrekken over de route naar de woning(en) van vorenbedoelde bewoner(s) en/of
- de omgeving te beschrijven van die/de woning(en) van vorenbedoelde bewoner(s) en/of
- een of meer andere aanwijzingen te geven voor de uitvoering van die/dat misdrijf/misdrijven;
- dat vuurwapen en/of die (vlucht) auto ter beschikking te stellen en/of
- het adres van de woning die moest worden beschoten door te geven en/of
- een of meer aanwijzingen en/of informatie te verstrekken over de route naar de woning(en) van vorenbedoelde bewoner(s) en/of
- de omgeving te beschrijven van die/de woning(en) van vorenbedoelde bewoner(s) en/of
- een of meer andere aanwijzingen te geven voor de uitvoering van die/dat misdrijf/misdrijven;
- een geldbedrag van ongeveer 5.000 euro, althans een geldbedrag, in het vooruitzicht te stellen en/of
- dat vuurwapen en/of die (vlucht) auto ter beschikking te stellen en/of
- het adres van de woning die moest worden beschoten door te geven en/of
- een of meer aanwijzingen en/of informatie te verstrekken over de route naar de woning(en) van vorenbedoelde bewoner(s) en/of
- de omgeving te beschrijven van die/de woning(en) van vorenbedoelde bewoner(s) en/of
- een of meer andere aanwijzingen te geven voor de uitvoering van die/dat misdrijf/misdrijven;
- dat vuurwapen en/of die (vlucht) auto ter beschikking te stellen en/of
- het adres van de woning die moest worden beschoten door te geven en/of
- een of meer aanwijzingen en/of informatie te verstrekken over de route naar de woning(en) van vorenbedoelde bewoner(s) en/of
- de omgeving te beschrijven van die/de woning(en) van vorenbedoelde bewoner(s) en/of
- een of meer andere aanwijzingen te geven voor de uitvoering van die/dat misdrijf/misdrijven;
- een vuurwapen en/of
- een hoeveelheid (scherpe) patronen, althans munitie,
- het opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade een ander van het leven beroven (zoals bedoeld in artikel 287 en/of artikel 289 van het Wetboek van Strafrecht) en/of
- voorbereiding daarvan (zoals bedoeld en omschreven in artikel 46 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht), en/of
- het voorhanden hebben van en/of overdragen van één of meer wapens van de categorieën 1 en/of II en/of III en/of van munitie van categorieën II en/of III (zoals bedoeld in de artikelen 13 en/of 14 en/of 26 en/of 31 van de Wet Wapens en Munitie)