Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beoordeling van het derde cassatiemiddel
5.Beslissing
1 juni 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 juni 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 21 maart 2019. De verdachte, geboren in 1973, was veroordeeld voor verduistering in dienstbetrekking, zoals omschreven in artikel 322 van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld naar aanleiding van een beroep in cassatie dat was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat B.J.W. Tijkotte. De advocaat-generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof, maar uitsluitend met betrekking tot het aantal uren taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis, alsook de toepassing van vervangende hechtenis bij de schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij.
De Hoge Raad heeft de klachten van de verdachte beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof, met uitzondering van de klachten die betrekking hadden op de vervangende hechtenis. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat, indien de duur van de vervangende hechtenis meer dan 360 dagen bedraagt, de duur waarvoor gijzeling kan worden toegepast moet worden vastgesteld op een jaar, waarbij onder een jaar 360 dagen moet worden verstaan. Dit is in lijn met eerdere uitspraken van de Hoge Raad, waaronder HR 26 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:914.
Daarnaast heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, is overschreden, omdat de stukken te laat door het hof zijn ingezonden. Dit heeft geleid tot een vermindering van de opgelegde taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de uitspraak van het hof vernietigd voor zover deze betrekking had op de vervangende hechtenis en het aantal uren taakstraf, en heeft de nieuwe straffen vastgesteld op 171 uren taakstraf, subsidiair 85 dagen hechtenis.