In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de intrekking en terugvordering van een bijstandsuitkering. Eiser, die sinds 29 januari 2013 een uitkering ontving op grond van de Participatiewet, heeft twee bankrekeningen niet gemeld, wat heeft geleid tot de schending van zijn informatieplicht. De rechtbank oordeelt dat de bewijslast om aan te tonen dat eiser recht had op bijstand in de periode van 29 januari 2013 tot en met 5 augustus 2019 op hem rustte. Eiser heeft geen bankafschriften of andere relevante informatie overgelegd die zijn bijstandsbehoevende omstandigheden kon aantonen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en laat de besluiten van het dagelijks bestuur van Werk en Inkomen Lekstroom in stand, waaronder de intrekking van de bijstandsuitkering en de terugvordering van een bedrag van € 122.447,27. De rechtbank concludeert dat er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien, en dat de terugvordering standhoudt. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.