ECLI:NL:RBMNE:2021:5603
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing tegemoetkoming NOW3-regeling wegens nul-aangifte loonsom
In deze zaak heeft eiseres op 10 december 2020 een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming in de loonkosten op basis van de NOW3-regeling (derde tranche). De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, vertegenwoordigd door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, heeft op 18 december 2020 besloten dat eiseres geen recht heeft op de tegemoetkoming, omdat de loonsom in juni 2020 € 0,- was. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard op 3 februari 2021. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld, waarbij het onderzoek ter zitting op 19 oktober 2021 heeft plaatsgevonden via een Skype-verbinding.
De rechtbank heeft beoordeeld of de afwijzing van de aanvraag terecht was. Eiseres voerde aan dat haar administratiekantoor had nagelaten om het loonheffingennummer af te voeren, wat resulteerde in een nul-aangifte voor juni 2020. De rechtbank oordeelde dat een fout van het administratiekantoor voor rekening en risico van eiseres komt. De rechtbank concludeerde dat de loonsom in juni 2020 bekend was, zijnde € 0,-, en dat de minister terecht van deze maand is uitgegaan bij de beoordeling van de aanvraag.
Daarnaast stelde eiseres dat de afwijzing in strijd was met het doel van de subsidieregeling, die bedoeld is om bedrijven te ondersteunen tijdens de crisis. De rechtbank oordeelde echter dat de NOW-regeling een generiek karakter heeft en dat er geen ruimte is voor maatwerk. De rechtbank concludeerde dat de minister de aanvraag terecht heeft afgewezen en dat het beroep ongegrond is verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen op 10 november 2021.