Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Procesverloop
Overwegingen
Spoedeisend belang
€ 3.583,50. Verzoeker heeft verder bankafschriften overgelegd waaruit volgt dat hij niet over saldo beschikt.
Voorlopig rechtmatigheidsoordeel
Niet in geschil is dat de hennepkwekerij bij verzoeker is aangetroffen. Dit is door zowel de politie als de woningcorporatie bevestigd aan verweerder. De hierboven genoemde vooronderstelling gaat daarom op. Verzoeker is er niet in geslaagd om het in de vooronderstelling besloten bewijsvermoeden te ontzenuwen. De stelling dat hij niet wist van de hennepkwekerij en dat de spullen niet van hem waren is daartoe onvoldoende. Hij heeft dit op geen enkele wijze onderbouwd. Ook heeft verzoeker niet onderbouwd dat hij geen inkomsten heeft ontvangen. Omdat verzoeker het vermoeden dat hij (mede)exploitant van de hennepkwekerij is geweest en dat de opbrengst (ook) hem ten goede is gekomen niet heeft ontzenuwd, gaat de rechtbank uit van dit vermoeden. Dat betekent dat verzoeker melding had moeten maken van de exploitatie van de hennepkwekerij in zijn woning. Door dat niet te doen, heeft verzoeker zijn inlichtingenverplichting geschonden. Het exploiteren van een hennepkwekerij wordt aangemerkt als een omstandigheid waarvan de betrokkene redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kan zijn op het recht op bijstand en waarvan hij het betreffende bestuursorgaan onverwijld mededeling moet doen, ongeacht of daaruit inkomsten worden verworven. [2] Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is de bijstandsuitkering van verzoeker terecht beëindigd en ingetrokken.
Belangenafweging
Beslissing
20 november 2020 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.