Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
eiser, hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat M. Peeters,
CENTRUM INDICATIESTELLING ZORG,
zetelend te Utrecht,
verweerster, hierna te noemen: CIZ,
advocaat T. van der Valk te Rotterdam.
1.De procedure
- de procesinleiding
- het verweerschrift
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling op 12 oktober 2018.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
tegenover het CIZniet hoeft te voldoen aan de strikte eisen die op grond van de Regeling gelden voor de verantwoording van de besteding van het toegekende budget
tegenover het Zorgkantoor. Maar voor toekenning van de schadevergoeding is wel noodzakelijk dat de schade wordt onderbouwd. Dat ook de CRvB deze eis stelt blijkt uit punt 4.6.2 van de hiervoor genoemde uitspraak waarin de CRvB voor de vraag of is voldaan aan alle vereisten voor toekenning van schadevergoeding oordeelt dat “appelanten zowel het bestaan van de schade als de omvang ervan voldoende aannemelijk (hebben) gemaakt.” Bij die beoordeling betrekt de CRvB naast de constatering dat met het indicatiebesluit is komen vast te staan dat de betrokkene redelijkerwijs was aangewezen op de verleende zorg, ook de door appellanten verstrekte gegevens over de gewerkte uren en de gehanteerde tarieven.
2.370,00
1.086,00(2 punten × € 543 (tarief II))