Uitspraak
1.Kern van de zaak
2.De procedure
- de dagvaarding van 5 maart 2025;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie, met een incidenteel verzoek;
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte uitlating producties.
3.3. De feiten
4.De vordering en het verweer in de hoofdzaak en het verzoek in het incident
Bij de beoordeling of de stellingen voldoende concreet en onderbouwd zijn en of het verweer voldoende gemotiveerd is weegt mee dat beide partijen al zeer lange tijd – in elk geval sinds de opt-out door contractant in 2007 – weten dat over de totstandkoming van de overeenkomsten en de afwikkeling daarvan een gerechtelijke procedure gevoerd zal (kunnen) worden, zodat van hen verlangd mag worden de voor hun procespositie relevante informatie en stukken te hebben verzameld en bewaard.
- een kopie van het op 2 februari 2001 te Maastricht ondertekende aanvraagformulier van het AEX Plus Effect op naam van contractant en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , waarop het TP-nummer 926 is ingevuld,
“Adviseur ATP00962-Pensioen Partners B.V.”,
- een schermafbeelding van de toenmalige website van de tussenpersoon waarop – onder andere – te lezen is:
het verstrekken van adviezen op het gebied van oudedagsvoorziening en financial planning’.
- dat ten onrechte de gemachtigde van de afnemer op zijn woord wordt geloofd;
- dat zonder verder bewijs wordt aangenomen dat sprake is geweest van advisering door de tussenpersoon;
- dat ten onrechte wordt aangenomen dat op Dexia een onderzoeks- en vastleggingsplicht rust, en
- dat Dexia ten onrechte niet wordt toegelaten tot (tegen)bewijs.
€ 135,00