Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
- sprake is van een snijverwonding op de linkerwang van ongeveer zeven centimeter;
- de wond op de SEH is gespoeld en in lagen is gehecht;
- [Slachtoffer 1] een litteken ter plaatse zal behouden.
- Proces-verbaal van aangifte namens supermarkt [Slachtoffer 2] d.d. 4 februari 2023, p. 10.
- De bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 21 juni 2023.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
Midden-Nederland van 12 mei 2021 (ECLI:NL:RBMNE:2021:1979). Daarbij heeft hij verzocht rekening te houden met het door de verdachte geschetste scenario, inhoudende dat hij al lange tijd werd gekwetst en betast door het slachtoffer en geen andere uitweg meer zag.
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.Het beslag
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart het in de zaak 03.079040.23 subsidiair en het in de zaak 03.034728.23 tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor het in de zaak 03.079040.23 subsidiaire feit en het feit in de zaak 03.034728.23 tot een
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [Slachtoffer 1] , van een bedrag van
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [Slachtoffer 1] , van een bedrag van
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Beslag
- schaar (G1592210);
- priem (G1592208).