Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 16 maart 2023 in de zaken tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert, verweerder,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
€3.500,- ofzo” hebben gekost, alleen materiaalkosten zijn betaald, de betaling is verricht door de ouders van eisers en door twee zonen van eisers, de betaling contant is verricht, daarvan geen bewijsstukken zijn, alle bonnen zijn weggegooid en de verbouwingswerkzaamheden zijn verricht door een kennis waarmee geen contact meer is. Zij hebben die verklaring volgens het college niet met objectieve en verifieerbare gegevens onderbouwd. Verder vindt het college het van belang dat eisers in de periode dat de verbouwingswerkzaamheden hebben plaatsgevonden onder bewind stonden wegens problematische schulden en in een WSNP-traject zaten. Bovendien hadden de ouders van eiser enkel inkomsten uit een AOW-uitkering en aanvullend pensioen. Er hebben volgens het college aanzienlijke verbouwingswerkzaamheden aan de woning van eisers plaatsgevonden en daarmee zijn in het algemeen aanzienlijke(re) uitgaven gemoeid. Dat het om een huurwoning gaat, maakt dat volgens het college niet anders: onduidelijk is gebleven hoe de verbouwing is gefinancierd.
.Eisers hebben tegen de hoogte van de terugvordering die daardoor is ontstaan geen beroepsgronden aangevoerd.
.Eiseres heeft verwezen naar de bankafschriften die bij het college bekend zijn. Eiseres heeft verder verklaard dat eiser € 1.550,- heeft betaald voor de meubels. Eiseres heeft over de airco verklaard dat deze € 1.500,- heeft gekost en dat dit met spaargeld is betaald. De bewindvoerder heeft twee keer € 750,- overgemaakt en eiseres heeft dat gebruikt voor de betaling van de airco. De omschrijving ‘extra leefgeld’ is niet van belang volgens eiseres.
.Eiseres heeft tegen de hoogte van de terugvordering die hierdoor is ontstaan geen beroepsgronden aangevoerd.